Uitspraak Hoge Raad op 6.7.2010 in strafvervolging tegen de klokkenluider in de bouwfraude

B. is de klokkenluider in de zogenoemde bouwfraude affaire. Aan hem is betrokkenheid bij een aantal gevallen van omkoping van een ambtenaar tenlastegelegd. De rechtbank Rotterdam heeft op 11 februari 2005 (LJN AS5815) de verdachte van één van die feiten vrijgesproken, de overige feiten bewezenverklaard en B. schuldig verklaard zonder oplegging van straf. Tegen dat vonnis is hoger beroep ingesteld door het openbaar ministerie bij het gerechtshof `s-Gravenhage. Het hof heeft op 5 december 2008 (LJN BG6133) het openbaar ministerie niet-ontvankelijk verklaard in de vervolging. Het hof vindt dat een zodanige fundamentele inbreuk op de beginselen van een behoorlijke procesorde is gemaakt dat de verdachte geen eerlijk strafproces heeft gehad. Volgens het hof hebben de justitiële autoriteiten misbruik gemaakt van de kwetsbare positie van de verdachte als klokkenluider door hem te lang aan het lijntje te houden, door inbreuk te maken op diens zwijgrecht en door het vertrouwen te wekken dat hij niet zou worden vervolgd. Verder heeft het hof een enkel feit als verjaard aangemerkt.

Het cassatieberoep bij de Hoge Raad
Het openbaar ministerie heeft tegen de beslissing van het hof bij de Hoge Raad cassatieberoep ingesteld. In dat beroep is bestreden dat inbreuk is gemaakt op de beginselen van een behoorlijke procesorde. De raadsman van de verdachte, mr. C.F. Korvinus, destijds advocaat in Amsterdam, heeft het beroep tegengesproken. In zijn conclusie van 20 april 2010 heeft advocaat-generaal mr. A.J.M. Machielse de Hoge Raad geadviseerd de uitspraak van het hof te vernietigen en de zaak te verwijzen naar een aangrenzend hof voor een hernieuwde berechting van de zaak in hoger beroep.

De Hoge Raad doet op dinsdag 6 juli, 12.00 uur, uitspraak in deze zaak.

Een samenvatting van die uitspraak zal die dag om 12.30 uur aan de pers worden gestuurd en tegelijkertijd op de website van de Hoge Raad worden gepubliceerd, met doorklik naar de volledige uitspraak. Persraadsheer mr. W.A.M. van Schendel zal op dinsdag 6 juli 2010 van 12.30 - 14.00 uur (via onderstaand telefoonnummer) bereikbaar zijn voor het geven van een toelichting.

Den Haag, 1 juli 2010
mw. mr. E. Hartogs, griffier
tel 070-3611236


Bron: Hoge Raad der Nederlanden
Datum actualiteit: 2 juli 2010 Naar boven