Radboud Universiteit Nijmegen


Vriendschap beschermt kind tegen stress op school

Datum bericht: 17 juni 2010
In het kort
Een kind dat wordt buitengesloten door klasgenoten heeft daar veel last van en kan er op den duur zelfs ziek van worden. Vriendschappen kunnen het kind beschermen tegen de stress van het er niet bij horen. Een goede relatie tussen ouders en kind geeft een goede basis om later vriendschappen aan te gaan. Het contact tussen ouders en het kind bij vijftien maanden is voorspellend voor de kwaliteit van toekomstige vriendschappen. Dat blijkt uit onderzoek waarop psychologe Ellen Peters op 6 juli promoveert aan de Radboud Universiteit Nijmegen.

Gehechtheid en oudergedrag beide belangrijk voor latere vriendschappen Uit eerder onderzoek was al bekend dat gehechtheid een voorspeller is voor het sociaal functioneren later. Ellen Peters vindt dat daarnaast ook de manier waarop ouders met hun 15 maanden oude peuter omgaan, bepalend is voor de kwaliteit van latere vriendschappen. Dan gaat het om de manier waarop ouders grenzen stellen, instructies geven, hun kind helpen en emotioneel steunen en respect hebben voor de autonomie van hun kind.

Ellen Peters: 'Dit oudergedrag is van invloed op de veerkracht en sociale handigheid die een kind op vijfjarige leeftijd heeft. Deze twee eigenschappen voorspellen op hun beurt de intimiteit van vriendschappen op negenjarige leeftijd. Dit blijkt uit ons langlopende onderzoek.

Stresspatroon over de dag gemeten
Hoe vriendschappen of het ontbreken daarvan van invloed zijn op stress bij kinderen onderzocht Ellen Peters via het stresshormoon cortisol in hun speeksel. Op vijf verschillende momenten van de dag mat ze de hoeveelheid stress. Verder vroeg ze de kinderen naar het aantal vrienden, het soort vriendschappen en naar hun beste vriend. Daarnaast verzamelde ze informatie over welke kinderen in de klas gepest of buitengesloten werden, agressief waren, aardig of helpend. Zo kon ze vaststellen hoeveel wederzijdse vriendschappen de kinderen hadden en hoe aardig, populair, gepest, buitengesloten of agressief kinderen werden gevonden.

Liever gepest dan buitengesloten
Kinderen die werden buitengesloten door hun klasgenoten hadden op school hogere niveaus van het stresshormoon cortisol dan hun klasgenootjes. Als ze daarnaast dan ook nog eens geen vriendje of vriendinnetje in de klas hadden, bleef het cortisolniveau ook de rest van de dag hoog. Daarentegen werd er bij gepeste kinderen geen verhoogde stress gemeten.

Vreemd: buitensluiten is toch ook pesten? Ellen Peters: 'Gepeste kinderen hebben wel contacten met anderen, al zijn die niet altijd even plezierig. Ze worden uitgescholden of geplaagd, maar ze hebben wel contact met de groep en vaak hebben ze ook wel vriendjes of vriendinnetjes in de groep. Kinderen die genegeerd worden hebben veel minder mogelijkheden voor contacten. Evolutionair gezien is sociale interactie een belangrijke voorwaarde om te overleven. Het ontbreken daarvan is dan ook bijzonder stressvol.'

Het lijkt er dus op dat vriendschap kinderen inderdaad beschermt tegen stress. Daarom is het volgens Peters belangrijk om als ouder of leerkracht van een buitengesloten kind te zoeken naar ingangen om het kind te steunen bij het aangaan van contacten.

Vriendschappen stimuleren
Ouders leggen de basis voor de sociale ontwikkeling van hun kinderen. Vriendschappen kunnen je beschermen tegen negatieve invloeden van buitenaf; daarom is het goed dat ouders vriendschappen van hun kinderen stimuleren, meent Ellen Peters. 'Ouders moeten daar open voor staan. Ze kunnen bijvoorbeeld met hun eigen gedrag de sociale vaardigheden van hun kinderen bevorderen. Ook moeten ze vriendschappen van hun kinderen de ruimte geven. Je zou hierbij bijvoorbeeld kunnen denken aan het stimuleren van speelafspraken en kinderen naar school laten gaan in de eigen buurt. Vriendjes en vriendinnetjes van school, zien ze dan ook in de buurt. Dat geeft veel mogelijkheden voor vriendschappen en het verdiepen van de relaties'. Kinderen meer dan tien jaar gevolgd
Dit onderzoek maakt deel uit van de Nijmegen Longitudinale Studie die in 1998 startte met 129 gezinnen met een 15 maanden oud kind. De gezinnen en de kinderen zijn sindsdien zes keer onderzocht, waarbij steeds is gekeken naar voor de betreffende leeftijd belangrijke ontwikkelingstaken. Bij 15 maanden is onder andere de ouder-kind relatie gemeten, bij vijf jaar de persoonlijkheid van de kinderen (bijvoorbeeld hun veerkracht) en bij negen jaar het ontwikkelen van vriendschapsrelaties. Het onderzoek loopt nog steeds en het is bijzonder dat zoveel gezinnen al meer dan tien jaar aan de metingen deelnemen. De onderzoekers hopen dat de gezinnen ook in de toekomst blijven meedoen. Zo zegt bijvoorbeeld de manier waarop kinderen nu met vriendschappen omgaan waarschijnlijk ook veel over de kwaliteit van hun romantische relaties later.

Ellen Peters (Nieuwstadt, 1978) studeerde psychologie aan Radboud Universiteit Nijmegen. Van 2006 tot eind 2009 werkte ze als onderzoeker bij het Behavioural Science Institute (BSI) van diezelfde universiteit. Dit jaar is Ellen Peters begonnen met een post-doctorale opleiding tot gezondheidszorgpsycholoog en is ze verbonden aan het Viecuri Medisch Centrum voor Noord Limburg.

Friendships in Middle Childhood: Links with Psychobiology, Parenting, and Peer Group Functioning. Promotie mevrouw drs. E. Peters (Sociale Wetenschappen), dinsdag 6 juli 2010, 13.30 uur. Promotores: de heer prof. dr. A.H.N. Cillessen en mevrouw prof. dr. J.M.A. Riksen-Walraven.

Artikelen over dit onderzoek zullen verschijnen in wetenschappelijke vaktijdschriften, onder andere Child Development en International Journal of Behavioural Development.