Eerste Kamer der Staten Generaal

Eerste Kamer zet rem op elektronisch patiëntendossier

6 juli 2010

De Eerste Kamer heeft dinsdag 6 juli met de aanvaarding van drie moties een rem gezet op de verdere ontwikkeling van een landelijk elektronisch patiëntendossier (EPD). Onder verwijzing naar zijn demissionaire status verzette minister Klink van Volksgezondheid, Welzijn en Sport zich niet tegen de moties. Hij was het met de Kamer eens dat in de huidige fase van de ontwikkeling van het landelijke EPD geen onomkeerbare stappen gezet mogen worden, zoals in de motie van Kamerlid Tan (PvdA) c.s. (EK 31.466, O) wordt uitgesproken.

Senator Slagter-Roukema van de SP verklaarde dat er een `pas op de plaats' moet worden gemaakt.De motie ingediend door PvdA-senator Tan en gesteund door de fracties van VVD, SP, GroenLinks en D66 verzoekt de regering verder om Nictiz, de organisatie die het EPD in opdracht van de rijksoverheid ontwikkelt, in overweging te gegeven nieuwe aansluitingen van zorgaanbieders en verdere implementatie van het Landelijk Schakelpunt (LSP) op te schorten tot de Eerste Kamer zich heeft kunnen uitspreken over het wetsvoorstel over het EPD dat nog bij de Tweede Kamer in behandeling is en waarop de minister inmiddels enkele wijzigingen heeft voorgesteld.

In een brief van 28 juni (EK 31.466, N pdf icoon ) heeft minister Klink er wel op gewezen dat hij op grond van algemene beginselen van behoorlijk bestuur de subsidie aan Nictiz niet van de ene op de andere dag zal kunnen beëindigen. Maar dit is geen harde eis van de Eerste Kamer. Wel stelde de Kamer nog enkele randvoorwaarden voor het geval het EPD uiteindelijk toch wordt ingevoerd. In een motie (EK 31.466, J), ingediend door VVD-senator Dupuis en gesteund door PvdA, SP, GroenLinks, ChristenUnie, SGP, OSF en de Fractie-Yildirim verzoekt de senaat de regering om te zorgen voor een procedure waarmee burgers toestemming respectievelijk weigering kunnen aangeven voor opname van hun gegevens in de databank van het EPD. Deze procedure moet ter goedkeuring aan de beide Kamers van de Staten-Generaal worden voorgelegd. VVD-senator Dupuis wil zo de bescherming van de persoonlijke levenssfeer van patiënten proberen te waarborgen.

Een kamerbreed gesteunde motie (EK 31.466, L) ingediend door SP-senator Slagter-Roukema vraagt de regering een communicatieplan voor het EPD op te stellen in overleg met alle relevante partijen waarin de minister de stand van zaken toelicht en duidelijkheid geeft over het vervolgtraject. Slagter-Roukema vroeg ook aandacht voor de verwarring in het land over de al bestaande regionale systemen van dossiervorming die aan minder zorgvuldigheidseisen hoeft te voldoen dan die welke aan het landelijke EPD gesteld zullen worden.

CDA-senator Franken zei bij de heropening van het debat over het EPD in derde termijn op 5 juli dat de minister op de goede weg is. Hij vond wel dat de aanhangige wetgeving moet worden aangepast, waarbij een regeling wordt getroffen voor de strafbaarheid van misbruik van het EPD (dit betreft dossiers die via de verwijzingsindex toegankelijk zijn) en een garantie dat het EPD niet toegankelijk is voor verzekeraars. De CDA-woordvoerder vond in het licht van de toezeggingen van de minister de motie-Tan overbodig. Datzelfde geldt volgens hem voor de motie Dupuis, nu de minister heeft aangegeven een nieuwe ronde voor aanmelding voor het EPD te organiseren en de bezwaarprocedure voor burgers aan te passen. Positief oordeelde senator Franken over de motie Slagter-Roukema over de publieksvoorlichting. Ook onafhankelijke deskundigen hebben daartoe opgeroepen.

---