Rotterdamse filosofen nemen deel in groot nieuw NWO-programma
Twee miljoen euro subsidie voor vernieuwing geesteswetenschappen
De Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO) heeft
een subsidie van twee miljoen euro toegekend aan het
onderzoeksprogramma `What Can the Humanities Contribute to Our
Practical Self-Understanding?'. Het vierjarige programma wordt
uitgevoerd door onderzoekers van de universiteiten in Utrecht, Leiden
en Rotterdam. Vanuit de Erasmus Universiteit Rotterdam nemen prof.dr.
Jos de Mul, hoogleraar Wijsgerige Antropologie, en prof.dr. Ingrid
Robeyns, hoogleraar Praktische Filosofie, van de Faculteit der
Wijsbegeerte deel aan het onderzoek.
De grote subsidie is toegekend in het kader van het prestigieuze
G-programma.
G-programma's richten zich op inhoudelijke vernieuwing in de
geesteswetenschappen. Het betreft onderzoeksprogramma's die de potentie
hebben de onderzoeksagenda's voor toekomstig geesteswetenschappelijk
onderzoek te bepalen.
Het doel van het programma is om de discussies in de theoretische en
methodologische bronnen van de geesteswetenschappen in te zetten om een
aantal cruciale debatten in het natuurwetenschappelijke en
sociaalwetenschappelijke onderzoek te verhelderen. In samenhang daarmee
worden vormen van 'praktisch zelfbegrip' ontwikkeld. 'Praktisch
zelfbegrip' slaat daarbij op het reflectieve vermogen van mensen om de
verschillende manieren waarop zij over zichzelf denken te integreren in
een coherent en zo mogelijk zelfs consistent perspectief dat tevens een
normatieve oriëntatie mogelijk maakt.
Het onderzoek zal plaatsvinden op drie deelgebieden. In het eerste
deelgebied wordt aan de hand van theorieën uit de psychiatrie, de
evolutiebiologie en de genetica onderzocht welke methodische en
theoretische mogelijkheden de geesteswetenschappen hebben om kritisch
over de natuurwetenschappen na te denken en hun onderzoeksresultaten
beter te kunnen begrijpen. In het tweede deelgebied houden de
onderzoekers zich bezig met de vraag hoe religie, geschiedenis en
literatuur zich tot een natuurwetenschappelijk wereldbeeld verhouden en
welke rol zij kunnen spelen bij het ontwikkelen van praktisch
zelfbegrip. Het derde deelgebied houdt zich bezig met hoe overtuigend
normatieve concepten van de mens zijn zoals die in de economie en de
bio-ethiek ontwikkeld worden. Op deze wijze proberen de wetenschappers
te begrijpen wat de geesteswetenschappen ons te zeggen hebben over de
vraag naar de aard van de mens, zodat wij goed begrijpen wat de rol van
de geesteswetenschappen is in verhouding tot andere wetenschappen.
De drie deelgebieden uit het onderzoeksprogramma zijn opgedeeld in
negen verschillende projecten. Prof.dr. Ingrid Robeyns en Prof.dr. Jos
de Mul zijn respectievelijk verantwoordelijk voor de projecten `Human
capabilities as the justification for welfare economics' en `Hermes'
Hormones. Biomics and biohermeneutics'. Naast eigen onderzoek
begeleiden zij de aan deze projecten verbonden promovendi. De Mul is
voorts als promotor betrokken bij het project 'The discourse on
philosophical anthropology and its relevance for a concept of practical
self-understanding' en zal tevens bijdragen aan de synthetische
monografie, waarin de onderzoeksresultaten van alle projecten zullen
worden geïntegreerd.
Erasmus Universiteit Rotterdam