Ingezonden persbericht
(2 juli 2010 - Bericht van Stichting Tribunaal voor de Vrede)
P E R S B E R I C H T
Rechtszaak over standpunt Hoge Raad dat genocide rechtmatig zou kunnen zijn
Amsterdam, 2 juli 2010 -
Maandag 5 juli aanstaande vinden vanaf 10:15 uur voor het
gerechtshof te Den Haag de pleidooien plaats in het hoger
beroep in de zaak van de Stichting Tribunaal voor de Vrede en
2.000 mede-eisers tegen de Staat. Onderwerp van het geding is
de alleszins opmerkelijke opvatting van de Hoge Raad, dat
niet op de voorhand zou kunnen worden gesteld dat genocide en
militaire aanvallen op de burgerbevolking onder alle
omstandigheden onrechtmatig zouden zijn.
De Hoge Raad uitte deze opvatting in zijn arrest van 21
december 2001 (LJN: ZC3693). Dat arrest werd gegeven in
een geding van de Vereniging van Juristen voor de Vrede en
4.500 mede-eisers tegen de Staat over gebruik van kernwapens.
Eisers vroegen daarin een rechterlijk verbod van ondermeer
medewerking van de Staat, in welke vorm dan ook, aan het
gebruik van strategische kernwapens tegen steden. Die
vordering werd afgewezen, omdat volgens de Hoge Raad niet op
de voorhand zou kunnen worden gesteld, dat dat gebruik van
kernwapens onder alle omstandigheden onrechtmatig zou zijn.
Met die opvatting werd door de Hoge Raad lijnrecht ingegaan
tegen het Genocideverdrag, de Conventies van Genève en het
Aanvullend Protocol I bij die verdragen. Het Genocideverdrag
verbiedt de genocide onder alle omstandigheden. De Conventies
van Genève en het Aanvullend Protocol I verbieden militaire
aanvallen op de burgerbevolking, eveneens onder alle
omstandigheden. Gezien deze absoluut en onder alle
omstandigheden geldende verboden, is het uitgesloten dat de
omstandigheden waaronder gebruik van kernwapens tegen steden
zou plaatsvinden, van enige betekenis zouden kunnen zijn voor
de juridische waardering daarvan. De nucleaire vernietiging
van steden is onder alle omstandigheden een misdaad van de
hoogste orde.
Het Tribunaal voor de Vrede en mede-eisers achten het
onaanvaardbaar dat de Hoge Raad de rechtsorde op deze
bijzonder grove wijze schendt. De Hoge Raad legt zodoende de
misdadige voorbereidingen voor nucleaire massamoord van
genocidale omvang geen strobreed in de weg. Hij collaboreert,
als hoogste rechtscollege in Nederland, met die misdadige
voorbereidingen in plaats van bescherming daartegen te bieden
zoals het recht vereist. Eisers vorderen dan ook een
verklaring voor recht dat de Hoge Raad zodoende onrechtmatig
heeft gehandeld.
Opvallend is in deze zaak dat de positie van de eisers
formeel niet verschilt van die van de eisers in het proces
over de vrouwendiscriminatie door de SGP (arrest Hoge Raad
van 9 april 2010, LJN: BK4547). De Staat heeft in beide
zaken dan ook precies dezelfde formele bezwaren aangevoerd
tegen de ontvankelijkheid van de eisers. In de SGP-zaak
werden die bezwaren door de rechtbank Den Haag van tafel
geveegd. In de onderhavige zaak werden zij door diezelfde
rechtbank gehonoreerd. Dit verschil kan uitsluitend worden
verklaard uit het feit dat het in de onderhavige zaak gaat
over een opvatting van de Hoge Raad en over kernwapens.
-------