Minder lastendruk voor ballonvaarders
01 juli 2010
Een bureaucratische monster voor ballonvaarders is voorkomen. Minister
Eurlings van Verkeer en Waterstaat heeft een oplossing gevonden voor de
onvoorziene administratieve lasten die de decentralisatie van de
Regelgeving burgerluchthavens en militaire luchthavens (RBML) met zich
meebracht. Namens de brancheorganisatie voor ballonvaarders (PBN),
drong Loek Hermans eerder al in een gesprek met de minister aan op de
aanpak van de belemmerende regelgeving.
Enige tijd geleden werd de verantwoordelijkheid voor burgerluchthavens
neergelegd bij de provincies. Deze decentralisatie blijkt tot enorme
onvoorziene administratieve lasten voor luchtsporters te leiden. Voor
de luchthaventerreinen die deze vliegers gebruiken, moesten op
uiterlijk 1 november 2010 meer dan 500 luchthavenregelingen zijn
verleend door de provincies. De hiervoor te doorlopen procedure zou
gemiddeld 9 maanden duren.
Eurlings gebruikt nu een mogelijkheid in de wet om luchthavens die
permanent bestemd zijn voor luchtsporters (ballonvaarders,
schermzweeftoestellen en zeilvliegtuigen) vrij te stellen van de regels
voor luchthavens. Om te mogen vliegen volstaat een verklaring van geen
bezwaar uit oogpunt van openbare orde en veiligheid van de burgemeester
waar het terrein is gelegen.