Raad van de Europese Unie
Verklaring van AU enEU over de internationale dag van
de Verenigde Naties voor slachtoffers van foltering

Op 26 juni, de internationale dag van de Verenigde Naties voor slachtoffers van foltering,
bevestigen de Afrikaanse Unie en de Europese Unie dat zij zich willen inzetten voor de
wereldwijde uitbanning van foltering en andere wrede, onmenselijke of onterende
behandeling of bestraffing, alsook voor de volledige rehabilitatie van slachtoffers van
folteringen. In het internationaal recht is het absolute verbod op foltering en andere wrede,
onmenselijke of onterende behandeling of bestraffing ondubbelzinnig verankerd.
Herinnerend aan Resolutie 64/153 van de Algemene Vergadering van de VN van
18 december 2009 en Resolutie 13/L.19 van de Mensenrechtenraad van de VN van
26 maart 2010, herhalen de Afrikaanse Unie en de Europese Unie dat de staten blijvende,
vastberaden en doeltreffende maatregelen moeten nemen teneinde alle vormen van
foltering en andere wrede, onmenselijke of onterende behandeling of bestraffing te
voorkomen en te bestrijden. Zij dringen er bij de staten op aan ervoor te zorgen dat de
cruciale rol van rechters, aanklagers en advocaten bij de voorkoming van foltering en
andere wrede, onmenselijke of onterende behandeling of bestraffing gerespecteerd wordt,
onder meer met betrekking tot willekeurige detentie, processuele waarborgen en normen
voor een eerlijk proces, en bij het voor de rechter brengen van de daders.
11529/1/10 REV 1 2
NL
De Afrikaanse Unie en de Europese Unie roepen alle staten die nog geen partij zijn bij het
Verdrag tegen foltering en andere wrede, onmenselijke of onterende behandeling of
bestraffing en het bijbehorende Facultatief Protocol, op om alsnog toe te treden, alsmede
om te erkennen dat het Comité tegen foltering bevoegd is voor het ontvangen en
behandelen van individuele kennisgevingen. De staten dienen vastberaden en doeltreffende
maatregelen te nemen, onder meer door juridische hervormingen door te voeren, teneinde
foltering en andere wrede, onmenselijke of onterende behandeling of bestraffing te
voorkomen en te bestrijden.
Het Facultatief Protocol bij het Verdrag tegen foltering (OPCAT) is een belangrijke stap in
het tot stand brengen van een onafhankelijk en doeltreffend mechanisme ter voorkoming
van foltering op nationaal en internationaal niveau. Het OPCAT, dat het eerste
internationale instrument is, heeft tot doel foltering en andere vormen van mishandeling te
voorkomen door de instelling van een stelsel van geregelde bezoeken die door
onafhankelijke internationale en regionale instanties worden afgelegd aan detentielocaties.
De Afrikaanse Unie en de Europese Unie benadrukken dat alle staten ervoor moeten
zorgen dat slachtoffers van foltering toegang hebben tot rechtsmiddelen en een
afdwingbaar recht hebben op billijke en toereikende compensatie, met inbegrip van
middelen voor een zo volledig mogelijke rehabilitatie. De staten worden aangespoord alles
in het werk te stellen om de waardigheid en menselijkheid te herstellen van slachtoffers
van foltering, die vaak met langdurige lichamelijke letsels en posttraumatische
stressstoornissen te kampen hebben en daartoe langdurige gespecialiseerde
rehabilitatiebijstand behoeven.
De Afrikaanse Unie en de Europese Unie bepleiten met klem dat er onder alle omstandigheden
een absoluut verbod geldt voor foltering en andere wrede, onmenselijke of
onterende behandeling of bestraffing.
De Europese Unie blijft de strijd tegen foltering ondersteunen met diplomatieke, politieke
en financiële middelen, in het kader van de EU-richtsnoeren inzake foltering en andere
wrede, onmenselijke of onterende behandeling of bestraffing. Bijzondere aandacht gaat
naar de rehabilitatie van slachtoffers van foltering, via het Europees instrument voor
democratie en mensenrechten.
11529/1/10 REV 1 3
NL
De Afrikaanse Unie en de Europese Unie onderkennen de leidinggevende rol van de VN
bij het bestrijden van foltering en het ondersteunen van slachtoffers, en benadrukken hun
steun voor de speciale VN-rapporteur inzake foltering, het Bureau van de Hoge
Commissaris voor de mensenrechten, het Comité tegen foltering, het Subcomité voor de
voorkoming van foltering en het VN-fonds voor slachtoffers van foltering.
De Afrikaanse Unie en de Europese Unie waarderen en steunen de inspanningen van de
regionale mechanismen, met name de speciale rapporteur inzake gevangenissen en
detentieomstandigheden in Afrika van de Afrikaanse Commissie voor de rechten van de
mens en van de volkeren, het Comité inzake de voorkoming van folteringen in Afrika, en
het Comité van de Raad van Europa inzake de voorkoming van folteringen. Zij dringen er
bij de staten op aan om gevolg te geven aan hun aanbevelingen.
De Afrikaanse Unie en de Europese Unie prijzen de niet-aflatende inspanningen van ngo's
en zijn verheugd over de aanbevelingen van de eerste mensenrechtendialoog van het
maatschappelijk middenveld van de EU en de AU, die op 16 en 17 april 2009 in Brussel
heeft plaatsgevonden; in die aanbevelingen wordt ertoe opgeroepen om van de strijd tegen
foltering een prioriteit in de samenwerking tussen de twee werelddelen te maken. Wij
nemen er ook nota van dat de deelnemers hebben opgeroepen tot een volledige uitvoering
van de resolutie inzake de "Guidelines and Measures for the Prohibition and Prevention of
Torture, Cruel, Inhuman or Degrading Treatment or Punishment in Africa (the Robben
Island Guidelines)" (richtsnoeren en maatregelen voor het verbod op en de preventie van
foltering, wrede, onmenselijke of onterende behandeling of bestraffing in Afrika - de
"Robbeneiland-richtsnoeren") en van de EU-richtsnoeren inzake foltering. De Afrikaanse
Unie en de Europese Unie hebben het vaste voornemen hun samenwerking bij de
bestrijding van foltering op te voeren.
De Afrikaanse Unie en de Europese Unie verbinden zich ertoe hun inspanningen voort te
zetten en te intensiveren in hun streven naar een wereld zonder folteringen.
De kandidaat-lidstaten Turkije, Kroatië* en de Voormalige Joegoslavische Republiek
Macedonië, de landen van het stabilisatie- en associatieproces en mogelijke kandidaatlidstaten
Albanië, Bosnië en Herzegovina, Montenegro en Servië, en de EVA-landen
IJsland, Liechtenstein en Noorwegen, die lid zijn van de Europese Economische Ruimte,
alsmede Oekraïne, de Republiek Moldavië, Armenië en Georgië, sluiten zich bij deze
verklaring aan.
*Kroatië en de Voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië blijven deelnemen aan
het stabilisatie- en associatieproces



Raad van de Europese Unie