Rijksoverheid
Onderzoeken naar zwerfrook en eventuele alternatieven rookruimten
Geachte voorzitter,
Op 8 juli 2009 heb ik u onder meer het RIVM-briefrapport `Handhaving van een
rookvrij binnenmilieu' gestuurd1. Ik heb daarbij gemeld dat het briefrapport
belangrijke informatie biedt over omgevingstabaksrook, effectiviteit van
rookvoorzieningen met luchtgordijnen, certificering van voorzieningen en
zwerfrook en dat het RIVM op dit moment de nodige kanttekeningen plaatst bij
het certificeren, toepassen en controleren van open rookvoorzieningen in de
praktijk.
Ik heb toen aangekondigd dat de bevindingen van het RIVM voor mij aanleiding
waren om hier nogmaals nauwkeurig naar te laten kijken en dat ik daarom een
second opinion wilde vragen gericht op de vraag of alternatieve systemen voor
een afsluitbare rookruimte in de praktijk als een gelijkwaardig alternatief kunnen
dienen: gelijkwaardig zowel qua toepassing, handhaving als
gezondheidsbescherming.
In mijn antwoord op vragen van Kamerlid Joldersma2 heb ik gemeld dat ik de
Commissie van Toezicht (CvT) van het RIVM heb gevraagd de second opinion te
verzorgen. De CvT heeft mij medegedeeld dat zij graag aan mijn verzoek
tegemoet komt. Tevens heeft de CvT mij laten weten dat enkele van de nog
openstaande vragen waarop ik in het kader van de second opinion antwoord
wens, alleen via nieuw onderzoek kunnen worden beantwoord. De CvT heeft mij
voorgesteld om dit nieuwe onderzoek gezamenlijk door TNO en RIVM te laten
verrichten.
Ik heb vervolgens TNO en RIVM opdracht gegeven dit onderzoek uit te voeren. In
mijn brief van 17 februari 20103 heb ik u toegezegd dat ik u deze rapporten nog
voor de zomer zou sturen. Deze brief is daartoe bedoeld. Het rapport van de CvT
treft u aan in bijlage 1. Bijlage 2 bevat het rapport van TNO en RIVM.
Na de val van het kabinet heeft uw Kamer het onderwerp `rookvrije horeca'
controversieel verklaard. Ik laat het oordeel over bovengenoemde rapportages en
1 TK, Vergaderjaar 2008 2009, 32011, nr. 1.
2 TK, Vergaderjaar 2009 2010, Aanhangsel van de Handelingen, 516.
3 TK, Vergaderjaar 2009 2010, 32011, nr. 6.
het in gang zetten van eventuele vervolgacties op basis daarvan over aan een
volgend kabinet in overleg met uw Kamer.
Ik vertrouw er op u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd.
Hoogachtend,
de Minister van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport,
dr. A. Klink