Nivel
Meer soa-consulten in Nederland
NIVEL: geslachtsziekten 1 juli 2010 | Het aantal mensen dat vanwege een
seksueel overdraagbare aandoening (soa) de huisarts en soa-polis
bezoekt, is de laatste jaren sterk toegenomen. Jongere en mannelijke
soa-patiënten gaan met hun probleem vaker naar een soa-poli, mensen
boven de dertig en vrouwen gaan daarvoor eerder naar de huisarts, zo
blijkt uit een publicatie van onderzoekers van het NIVEL, het RIVM en
SANL in BMC Family Practice.
Vergeleken met andere landen heeft de huisarts in Nederland een
relatief grote rol in de zorg voor soas. Huisartsen nemen 70% van de
soa-gerelateerde consulten voor hun rekening en stellen 80 tot 85% van
de soa-diagnoses. Soa-polis trekken vooral jongere en vaker mannelijke
soa-patiënten, waaronder veel homo- en biseksuele mannen. Mensen van
boven de dertig en vrouwen gaan eerder naar de huisarts. De huisarts
ziet veel chlamydia en vaak symptomatische soas zoals genitale herpes
en wratten, terwijl soa-polis ook veel (asymptomatische) chlamydia, en
relatief vaker gonorroe en syfilis diagnosticeren. Voor een preventieve
check up gaan cliënten jongeren, mensen met een nieuwe partner maar ook
bijvoorbeeld prostituees eerder naar een soa-poli.
Meer getest op soas en beter geregistreerd
Soas lijken in Nederland steeds vaker voor te komen en ook vaker dan in
sommige andere landen. Hiervoor zijn verschillende verklaringen
denkbaar, zegt NIVEL-onderzoeker Robert Verheij. Het kan zijn dat soas
tegenwoordig werkelijk meer voorkomen, maar het is ook mogelijk dat
mensen eerder naar de huisarts of de soa-poli gaan voor een soa-test.
Bijvoorbeeld doordat ze alerter worden op soas door een
voorlichtingscampagne. Verklaart dat ook onze voorsprong op andere
landen? Een mogelijke verklaring daarvoor is dat er in Nederland minder
een taboe op rust en dat er makkelijk toegankelijke soa-zorg is
georganiseerd, waardoor meer soas worden opgespoord. Daarnaast is het
ook zo dat in andere landen een deel van de soas onder de bevolking
onzichtbaar blijft doordat bijvoorbeeld gegevens uit huisartspraktijken
niet worden meegenomen in de cijfers. Dat was in Nederland tot voor
kort ook het geval, terwijl wij nu door de gegevens uit de
huisartspraktijken een completer beeld krijgen.
LINH en RIVM-database
Het onderzoek is uitgevoerd met gegevens uit het Landelijk Informatie
Netwerk Huisartsenzorg (LINH). Dit telt 92 geautomatiseerde
huisartspraktijken met meer dan 350.000 ingeschreven patiënten. LINH
gebruikt anonieme gegevens uit de elektronische patiëntendossiers van
deze praktijken over aandoeningen, verrichtingen,
geneesmiddel-voorschriften en verwijzingen. Daarnaast werden gegevens
gebruikt van het netwerk van de 32 nederlandse soa-polis (bij GGD-en),
uit de landelijke database beheerd door het RIVM.
Samenwerkingspartners
- RIVM
- Soa Aids Nederland
- IQ-healthcare
- LHV
- NHG
Publicatie
* Broek, I.V.F. van den; Verheij, R.A.; Dijk, C. van; Koedijk,
F.D.H.; Sande, M.A.B. van der; Bergen, J.E.A.M. van Trends in
sexually transmitted infections in the Netherlands, combining
surveillance data from general practices and sexually transmitted
infection centers BMC Family Practice, vol. 11, (2010), nr. 39
Open Access | PubMed
Expert/contactpersoon
* Dr. R.A. (Robert) Verheij
* RIVM, Ingrid van den Broek, 030-2747511
* SANL, Jan van Bergen, 020-6262669
Onderzoeksthema's
* Gezondheid en ziekte
* Huisartsenzorg
Betrokken NIVEL-project
* LINH
Zie ook
* Door slimmer organiseren doet huisarts meer in minder tijd
* Integrale bekostiging dekt fractie zorg
* RS-virus is een wintergast
* Hooikoorts tot in de herfst?
* Bespreek tijdig gewenste plaats van overlijden