Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit


Geachte Voorzitter,

De leden van de vaste commissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit hebben mij verzocht om de aanbevelingen van het adviesbureau voor het te voeren decentraal aalbeheer, inclusief voorstellen voor een kleinschalige pilot, naar uw Kamer te sturen. Zij hebben mij tevens verzocht om nadere informatie betreffende de toetsingscriteria en toetsingswijze van de visplannen. De commissie wil over beide onderwerpen nog voor de aanvang van het zomerreces 2010 geïnformeerd worden. Tenslotte ga ik in op de huurprijs van de oester- percelen.

Decentraal aalbeheer
Het onderzoek naar de mogelijkheden voor decentraal aalbeheer is inmiddels afgerond en het onderzoeksconsortium werkt aan de eindrapportage. Deze week bespreekt de begeleidingscommissie (waarin vertegenwoordigd de beroeps- en sportvisserij) de voorlopige bevindingen met de onderzoekers, waarna het rapport kan worden afgerond. Omdat het eindrapport niet voor uw zomerreces gereed is, kan ik u dit nu niet toezenden. Ik zal u direct na het reces informeren.

Toetsingskader visplannen
Per brief van 13 november 2009 heb ik u, mede namens de staatssecretaris van Verkeer een Waterstaat, geïnformeerd over mijn beleidsvoornemens met betrekking tot de visstandbeheercommissies (VBC's) en visplannen op de binnenwateren (Kamerstuk 29 664, nr. 94). Hierin heb ik aangekondigd dat ik de verplichting tot het opstellen van een visplan en het vissen volgens dit visplan in de visserijregelgeving zal gaan opnemen. Dit visplan dient met de waterbeheerder te zijn afgestemd. Het visplan moet worden opgesteld door de gezamenlijke visrechthebbenden in een VBC-gebied.

Tijdens het algemeen overleg met uw Kamer op 3 februari van dit jaar heb ik aangegeven dat ik u over de uitwerking van dit voornemen nader zou informeren.

Agroketens en Visserij
Binnenvisserij en Aquacultuur

Datum

1 juli 2010
Onze referentie
AKV. 2010/3491

Pagina 2 van 2
In de afgelopen periode heb ik hiertoe overleg gevoerd met de sectororganisaties voor sport- en beroepsvisserij en met de waterbeheerders (rijkswaterstaat voor de rijkswateren, de waterschappen voor de overige wateren). Belangrijk punt hierbij is de rolverdeling tussen de waterbeheerder en LNV als het gaat om de beoordeling van de visplannen en de vraag welke toetsingscriteria hierbij moeten worden gehanteerd. Op dit moment is het overleg hierover nog gaande. Ik verwacht u over de uitkomsten hiervan in september nader te kunnen informeren. Verlaging huurprijs oesterpercelen
Tot slot wil ik u hierbij melden dat ik de huurprijs voor de oesterpercelen, tot tevredenheid van de oestersector, voor de komende jaren heb verlaagd. In februari heeft de Nederlandse Oestervereniging (NOV) in een overleg met mij aangedrongen op een verlaging van de huurprijs, nu de huurprijs een onevenredig aandeel zou innemen ten opzichte van de omzet van de bedrijven. Aan de hand van een onafhankelijk boekenonderzoek bij een representatief aantal bedrijven, zijn de gehanteerde uitgangspunten van de huurprijsberekening opnieuw bezien. Dit onderzoek heeft ertoe geleid dat een aantal uitgangspunten zijn herijkt naar de actuele situatie. Dit betekent voor mij een totale huuropbrengst van ¤ 328.410,- per jaar, één derde minder dan tot op heden. Behoudens de jaarlijkse indexering, geldt deze huurprijs net als hiervoor voor een periode van 13 jaar, dus tot en met april 2022.

DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN
VOEDSELKWALITEIT,

G. Verburg