CIDI - Centrum Informatie en Documentatie Israël
Monitor rassendiscriminatie 2009 hanteert oude cijfers
do 01-07-2010
De Monitor rassendiscriminatie 2009 hanteert cijfers en gegevens uit
2008. Dit blijkt na bestudering van het vandaag gepubliceerde rapport.
Eén van de conclusies, dat het antisemitisme afneemt, is gebaseerd op
een vergelijking van cijfers uit het piekjaar 2006 met die van 2008,
een jaar waarin de incidenten weer op een regulier niveau waren. De
monitor gaat grotendeels over de ervaring van discriminatie door
allochtonen. Verontrustende conclusies waren een gesignaleerde stijging
van geweld tegen moslims, en het feit dat 70% van de incidenten niet
wordt gemeld.
Het jaar 2009 en de eerste helft 2010 zijn niet in deze monitor
opgenomen. CIDI concludeerde enkele dagen geleden dat het aantal
gemelde antisemitische incidenten in 2009 met 55% was toegenomen
vergeleken het jaar daarvoor. Een groot deel van de incidenten, ook
tegen andere minderheden, wordt overigens nooit gemeld.
De CIDI-gegevens over de toename van antisemitisme vorig jaar worden
ondersteund door soortgelijke cijfers in het buitenland, het Meldpunt
Discriminatie Amsterdam en het Meldpunt Discriminatie Internet voor
2009, die eveneens een stijging signaleren van het aantal
antisemitische incidenten.
Vast staat dat er geen geleidelijke ontwikkeling is, maar dat het
stijgen of dalen van het aantal antisemitische incidenten een sterke
samenhang vertoont met de situatie in het Midden-Oosten. Het door de
Monitor rassendiscriminatie gekozen eikjaar 2006 was het piekjaar van
de Libanonoorlog, en daarom totaal ongeschikt om conclusies over
algemene trends op te baseren. Dit geldt nog sterker voor het absolute
piekjaar 2002, toen in het kielzog van de intifada het aantal
incidenten tot recordhoogte steeg.
Uit het in deze Monitor gerapporteerde onderzoek naar hoe allochtonen
discriminatie ervaren - de hoofdmoot van de monitor -, blijkt dat een
schokkend aantal incidenten nergens wordt gemeld omdat de slachtoffers
ervan overtuigd zijn dat melden niet helpt. Het rapport spreekt zelfs
van 70%. Hoewel dit onderzoek geen betrekking heeft op antisemitisme en
homofobe incidenten, is bekend dat ook veel van deze incidenten om die
reden niet worden gemeld.
CIDI is bezorgd door de in de Monitor Racisme gesignaleerde stijging
van geweld tegen moslims in 2008, hoewel ook hier cijfers ontbreken
over de 1,5 jaar daarna. Na de recente golf van homofoob geweld en de
stijging van antisemitische incidenten in 2009, tonen deze cijfers over
racistisch geweld tegen moslims eens te meer aan de regering en lagere
overheden meer moeten doen om minderheidsgroepen in ons land te
beschermen.
Joden, moslims en homo's moeten net als elke andere burger ongestoord
over straat kunnen lopen, zonder hun identiteit te hoeven verbergen of
doelwit te worden van schelden of geweld, en alle jongeren moeten
veilig naar school kunnen zonder angst voor uitsluiting. Racistisch
geweld, schelden en pesten horen niet thuis in Nederland.
Een betere aanpak moet leden van minderheidsgroepen het vertrouwen
geven dat melden van discriminatie resultaat zal hebben.
CIDI is blij met de moties die onlangs in de Tweede Kamer zijn
aangenomen tegen antisemitisme en doet een beroep op de steden om nu
ook geweld, schelden en pesten op straat en elders aan te pakken.
Daartoe is de inzet van undercover agenten een goed middel.
Tegelijkertijd dienen in het onderwijs lessen prioriteit te krijgen die
respect tussen mensen bevorderen.