Gemeente Alkmaar
openbare ruimte
Bestuurlijke strafbeschikking wordt handhavingregime in de openbare ruimte
Alkmaar, 1 juli 2010
In navolging van de regiogemeenten kiest Alkmaar voor de bestuurlijke
strafbeschikking als handhavingregime in de openbare ruimte. Het nieuwe
regime tegen de `kleine ergernissen' gaat gelden vanaf 1 september
2010.
Eind jaren negentig werd er een handhavingtekort gesignaleerd voor
overtredingen die vallen onder de zogenaamde kleine ergernissen, zoals
zwerfafval, geluidhinder, hondenpoep, wildplassen, graffiti en
vernielingen van het openbaar groen. Gevolg is dat de openbare ruimte
vervuilt en verloedert en dat de leefbaarheid wordt aangetast.
Alkmaar heeft hierop ingezet door versterking van het toezicht in de
openbare ruimte.
Vanaf 2005 treden de buitengewoon opsporingsambtenaren van de afdeling
Stadstoezicht actief op tegen dergelijke overtredingen. De inzet van
gemeentelijke opsporingsambtenaren heeft als voordeel dat de politie
wordt ontlast en zich kan concentreren op zwaardere zaken en dat het
gemeentebestuur directe invloed krijgt op de aanpak van `kleine
ergernissen' in de openbare ruimte. Als handhavingsinstrument is
daarbij tot nu toe het strafrechtelijke proces-verbaal gehanteerd.
Het ook op landelijk niveau ervaren handhavingtekort heeft geleid tot
enkele nieuwe wettelijke regelingen, namelijk de Wet bestuurlijke boete
overlast in de publieke ruimte en de Wet OM-afdoening. De gemeente
wordt hierbij de keuze gelaten welk instrument wordt toegepast. Het
college van burgemeester en wethouders van Alkmaar kiest nu voor de
bestuurlijke strafbeschikking, omdat deze beter aansluit op het in onze
regio en het door de politie gebruikte sanctieregime. De
strafbeschikking mag immers door de politie én de gemeentelijke
buitengewoon opsporingsambtenaar opgelegd worden. Zo is er sprake van
eenduidig strafrechtelijk handhaving door beide instanties en is er
voor burgers meer duidelijkheid. Voor de hoogte van de boetes maakt de
toepassing van het nieuwe instrument geen verschil.