verzoek om informatie over de politieke situatie in Rwanda
Kamerbrief inzake Uw verzoek om informatie over de politieke situatie in
Rwanda
Kamerbrief | 1 juli 2010
Graag bied ik u hierbij mijn reactie aan op het verzoek van de vaste
commissie voor Buitenlandse Zaken van 24 juni 2010 (kenmerk
2010Z09878/2010D26900) om informatie over de politieke situatie in
Rwanda in aanloop naar de verkiezingen.
In deze brief treft u een overzicht aan van de opvolgende
gebeurtenissen en omstandigheden in Rwanda gevolgd door een appreciatie
mijnerzijds.
De verkiezingen en kieswet
Op 9 augustus 2010 worden in Rwanda presidentsverkiezingen gehouden.
Tot op heden hebben zich hiervoor President Kagame (Rwandan Patriotic
Front); Jean Damascène Ntawukuliryayo (Social Democratic Party);
Prosper Higiro (Liberal Party); en Alivera Mukabaramba (Parti pour le
Progrès et la Concorde) officiëel kandidaat gesteld. In aanloop naar en
ten tijde van de verkiezingen zal een EU verkiezingsexpertmissie het
proces volgen. Nederland en een aantal andere EU partners hadden eerder
aangedrongen op een volwaardige EU-waarnemingsmissie, maar de Europese
Commissie is hier niet op ingegaan. Een Commonwealth waarnemingsmissie
zal de verkiezingen monitoren en een officieel rapport uitbrengen. De
Rwandese autoriteiten hebben overigens de aanbevelingen van de EU
waarnemingsmissie naar aanleiding van de Rwandese
parlementsverkiezingen in 2008 bijna in hun geheel opgenomen in de
nieuwe nationale kieswet.
Oppositiepartijen
Twee van de drie nieuwe oppositiepartijen, de United Democratic
Forces-Inkingi (UDF-Inkingi) en de Democratic Green Party of Rwanda
(DGPR) zijn er tot op heden niet in geslaagd zich te laten registreren
voor deelname aan de presidentsverkiezingen. Volgens de Rwandese
regering voldoen de betreffende partijen niet aan de wettelijke
voorwaarden waaraan partijen moeten voldoen om in aanmerking te komen
voor registratie. De UDF-Inkingi van mw. Victoire Umuhoza Ingabire,
ondervindt problemen bij de registratie nu zij zelf wordt verdacht van
het overtreden van de wet op ontkenning van de genocide van 1994,
divisionisme en het onderhouden van banden met de Democratic Forces for
the Liberation of Rwanda (FDLR), een rebellenbeweging in Oost-Congo
waar ook verdachten van de genocide in Rwanda deel vanuit maken. Als
gevolg hiervan zal mw. Ingabire niet kunnen deelnemen aan de
presidentsverkiezingen. Mw. Ingabire is op borgtocht vrijgelaten maar
mag vooralsnog Kigali niet verlaten in verband met verder onderzoek. De
Amerikaanse advocaat, Peter Erlinder, werd op 28 mei j.l. gearresteerd
op verdenking van genocide ontkenning maar is inmiddels ook op
borgtocht vrijgelaten en teruggekeerd naar de Verenigde Staten.
De DGPR lijkt na enkele eerdere pogingen geen initiatief meer te nemen
om geregistreerd te worden. De derde nieuwe oppositiepartij, de Social
Party-Imberakuri (PSI), is weliswaar geregistreerd, maar heeft te
kampen met grote interne problemen. De afgezette leider van de PSI, de
DGPR en UDF- Inkingi hebben de Permanent Consultative Council of
Opposition Parties (PCC) gevormd om gezamenlijk als oppositie hun stem
te laten horen. Daarin worden zij niet gehinderd door de Rwandese
overheid.
Veiligheid
In de aanloop naar de verkiezingen heeft zich een aantal ernstige
veiligheidsincidenten voorgedaan. Sinds februari 2010 hebben vier
granaataanslagen plaatsgevonden in Kigali met een aantal dodelijke
slachtoffers tot gevolg. De laatste vond medio mei plaats. De aanslagen
zijn tot op heden niet opgeëist, maar zijn volgens de Rwandese regering
het werk van de FDLR. In Burundi zijn enkele personen opgepakt die in
verband worden gebracht met de aanslagen. Op 19 juni jl. werd in
Zuid-Afrika een aanslag gepleegd op oud-generaal Kayumba Nyamwasa, de
voormalige Rwandese ambassadeur in India. Deze vluchtte eerder dit jaar
naar Zuid-Afrika, nadat hij was ondervraagd naar aanleiding van de
granaataanslagen. Kayumba, voorheen een vertrouweling van president
Kagame, geldt thans als zijn grote criticaster. De Zuid-Afrikaanse
overheid heeft vier verdachten aangehouden, wier nationaliteit nog niet
bekend is gemaakt (maar geen van hen heeft de Zuid-Afrikaanse
nationaliteit). De Rwandese autoriteiten hebben zich van de aanslag
gedistantieerd. Op 24 juni j.l. werd Jean-Leonard Rugambe,
onderzoeksjournalist van de verboden krant Umuvuzigi, met
pistoolschoten om het leven gebracht. De mogelijke dader werd reeds
aangehouden en zou hebben bekend. De moord zou een persoonlijke
wraakactie zijn.
Vrijheid van meningsuiting
Medio april van dit jaar werd door de Hoge Raad voor de Media twee
onafhankelijke kranten, de Umuseso en de Umuvuzigi een publicatieverbod
opgelegd voor een periode 6 maanden vanwege opruiende teksten.
Inmiddels is volledige sluiting van de kranten geëist, hetgeen via de
rechter zal moeten worden bekrachtigd.
Ook neemt de kritiek onder de Rwandese oppositie en diaspora op enkele
ruim geformuleerde wetten toe. Zo zouden vooral de wet op divisionisme
en genocide-ontkenning als vehikel worden gebruikt door de autoriteiten
om oppositie en kritische media monddood te maken. De Rwandese minister
van Justitie heeft daarom besloten om aan de hand van de relevante
veroordelingen te onderzoeken of de wetten terecht zijn toegepast en
uitgevoerd. Het onderzoek is thans nog gaande.
Begin dit jaar kwam de jaarlijkse herregistratie van Human Rights Watch
(HRW) tijdelijk in gevaar vanwege een geweigerde werkvergunning voor de
HRW-medewerker ter plaatse. HRW zal een vervanger sturen en het werk op
het gebied van mensenrechten voortzetten. Samen met een aantal
gelijkgezinde landen zoals het Verenigd Koninkrijk en de Verenigde
Staten heeft Nederland zich actief ingezet ten behoeve van HRW.
Appreciatie
Het politiek landschap in Rwanda ziet er in aanloop naar de
presidentsverkiezingen op 9 augustus 2010 onrustig uit. De vrijheid van
meningsuiting staat onder druk en de registratie van politieke partijen
wordt nauwgezet gecontroleerd. De Rwandese oppositiepartijen hebben
herhaaldelijk geklaagd over de ondervonden tegenwerking van de Rwandese
autoriteiten bij de registratie van de partijen. Hoewel Nederland
begrip heeft voor het standpunt van de Rwandese autoriteiten dat de
genocide van 1994 een streng beleid rechtvaardigt tegen het aanzetten
tot (etnische) verdeeldheid, bestaat er tegelijkertijd zorg over het
politieke klimaat voorafgaand aan de verkiezingen. Op 28 juni jl. heeft
dan ook een EU-démarche plaatsgevonden waarin bij de Rwandese regering
is aangedrongen op het belang van vrije en eerlijke verkiezingen, een
tijdige registratie van oppositiepartijen en het het faciliteren van
een open politieke samenleving waarin de vrijheid van meningsuiting en
persvrijheid worden gerespecteerd.
Tijdens het recente bezoek aan Rwanda van 19 tot 21 juni jl. heeft
collega Hirsch Ballin met leden van de Rwandese regering gesproken over
de ontwikkeling van de rechtsstaat en het belang van een transparant
democratiseringsproces. Met zijn collega Karugarama heeft hij
afgesproken om de samenwerking tussen Nederland en Rwanda op justitieel
gebied te versterken. Doel is een situatie te creëren waarin een
uitleveringsverdrag kan worden gesloten.
Nederland zal bij de Rwandese regering zowel in EU-kader als in
bilateraal verband aandacht blijven vragen voor het belang van
politieke ruimte voor de oppositie, van persvrijheid in het land en van
versterking van de rechtsstaat.
De Minister van Buitenlandse Zaken,
Drs. M.J.M. Verhagen
Ministerie van Buitenlandse Zaken