Rijksvoorlichtingsdienst

Sociale Verzekeringen per 1 juli 2010

Uitkeringen als de AOW, ANW, WW, WIA, WAO en Wajong gaan vanaf 1 juli 2010 omhoog. De verhogingen worden doorgevoerd omdat de uitkeringen zijn gekoppeld aan het wettelijk minimumloon. Het minimumloon stijgt van ¤ 1407,60 naar ¤ 1416,00 euro bruto per maand. De aanpassingen zijn nodig omdat ook de lonen en de prijzen de afgelopen tijd zijn gestegen.

AOW'ers zien hun netto uitkering bijvoorbeeld met tussen de 2 en de 6 euro per maand stijgen. Hoe hoog het bedrag is, hangt af van de persoonlijke situatie. De netto-uitkering van een alleenstaande AOW'er gaat bijvoorbeeld met ruim 4 euro omhoog naar 950,74 per maand. Echtparen waarvan beide partners 65 jaar of ouder zijn, krijgen in totaal netto 5 euro per maand erbij. Hun gezamenlijke netto-uitkering komt dan uit op 1304,08 euro per maand. Dat is exclusief vakantietoeslag en de tegemoetkoming AOW. Deze tegemoetkoming wordt aan alle AOW-ers uitbetaald en het bruto bedrag bedraagt in 2010 34,26 euro per maand.

Ook mensen met WW, WIA en WAO gaan er over het algemeen op vooruit. De uitkeringen worden verhoogd met 0,6%.

De absolute stijging is lastiger aan te geven omdat die nog meer dan bij de AOW afhangt van persoonlijke omstandigheden. Zo is bijvoorbeeld ook van belang hoe hoog hun inkomen was voordat zij een uitkering kregen. Voor de berekening van de uitkering geldt bovendien een maximum inkomen; verdient men meer dan telt het deel boven dat maximum niet mee bij het bepalen van de uitkering. Dit zogeheten maximumdagloon wordt per 1 juli 2010 vastgesteld op 187,77 euro bruto per dag. Het maximum premieloon werknemersverzekeringen wordt gedurende het jaar niet aangepast en blijft derhalve 186,65 per dag bedragen.

AOW
AOW'ers die getrouwd zijn of samenwonen hebben elk een eigen recht op een AOW-pensioen. De hoogte daarvan is gelijk aan de helft van het netto minimumloon. De AOW voor een alleenstaande bedraagt 70 procent van het netto minimumloon en dat voor een eenoudergezin 90 procent. Bij die laatste groep gaat het om pensioengerechtigden die een kind verzorgen jonger dan achttien jaar voor wie zij kinderbijslag ontvangen.

Voor gehuwde AOW'ers van wie de partner jonger is dan 65, gelden afwijkende regels. Normaal gesproken is het pensioen gelijk aan 50 procent van het minimumloon (de uitkering voor een gehuwde). Daarbovenop komt een toeslag van maximaal hetzelfde bedrag (bruto 701,49 euro) (deze toeslag komt overigens te vervallen per 1 januari 2015). Echter, is het recht op pensioen al ingegaan voor 1 februari 1994 dan valt de AOW'er onder een overgangsregeling en is het pensioen 70 procent van het netto minimumloon. De toeslag is dan maximaal 30 procent.

De uitkeringsbedragen per 1 juli 2010. (In deze bedragen is nog geen rekening gehouden met de tegemoetkoming AOW van 34,26 euro bruto per maand.) De vakantie uitkering wordt in de maand mei beschikbaar gesteld.

Bruto p.mnd Bruto vak.

uitk.p.mnd
Gehuwden ¤ 701,49 ¤ 40,66

Gehuwden met maximale toeslag ¤1402,98 ¤ 81,32

(partner jonger dan 65 jaar)

Maximale toeslag ¤ 701,49

Ongehuwden ¤1022,85 ¤ 56,93

Ongehuwd met kind tot 18 jaar ¤1295,62 ¤ 73,18

AOW-pensioen ingegaan vóór 1-2-1994

Gehuwden zonder toeslag ¤1022,85 ¤ 56,93

(partner jonger dan 65 jaar)

Maximale toeslag ¤ 380,13

Gehuwden met maximale toeslag ¤1402,98 ¤ 81,32

(partner jonger dan 65 jaar)

De toeslag bedraagt maximaal 701,49 euro bruto per maand. Hoe hoog de toeslag precies is, hangt af van het inkomen van de werkende jongere partner. Een deel van het inkomen wordt namelijk van de toeslag afgetrokken. Als het bruto-inkomen van de jongere partner uit arbeid hoger is dan 1259,40 euro heeft de AOW'er helemaal geen recht op toeslag (bij een inkomen in verband met arbeid (bijvoorbeeld een sociale verzekeringsuitkering) vervalt de toeslag bij 701,49 euro bruto per maand).

Het berekenen van de hoogte van de toeslag gaat als volgt:

De eerste 212,40 euro van het partnerinkomen is vrijgesteld. Ook een derde deel van het inkomen daarboven telt niet mee. Als de partner dus 1000 euro bruto verdient, telt de eerste 212,40 euro niet mee. Ook is een derde deel van (1000-212,40) 787,60 vrijgesteld, wat uitkomt op 262,27 euro. In totaal is dan 474,67 euro vrijgesteld. Van de toeslag wordt dus 1000-474,67 = 525,33 euro ingehouden.

Als het recht op toeslag voor 1 februari 1994 is ingegaan valt de rechthebbende onder een overgangsregeling en bedraagt de toeslag maximaal bruto 380,13 euro. Als de partner meer verdient dan 782,60 euro bruto vervalt de uitkering. Dat geldt ook als de partner een sociale verzekeringsuitkering krijgt die hoger is dan dat bedrag.

De bij deze bruto bedragen behorende netto-uitkeringen zijn in onderstaand overzicht weergegeven. Hierbij is uitgegaan van de situatie dat betrokkenen geen aanvullend pensioen hebben.

Netto AOW gehuwden (exclusief tegemoetkoming AOW). Als beide partners boven de 65 jaar zijn, krijgen zij dus allebei de uitkering.


1-7-2010 1-1-2010 verschil

per maand ¤ 652,04 ¤ 649,34 ¤ 2,70

vakantietoeslag ¤ 37,80 ¤ 37,83 -¤ 0,03

Totaal ¤ 689,84 ¤ 687,17 ¤ 2,67

Netto AOW alleenstaanden (exclusief tegemoetkoming AOW)


1-7-2010 1-1-2010 verschil

per maand ¤ 950,74 ¤ 946,21 ¤ 4,53

vakantietoeslag ¤ 52,92 ¤ 52,96 -¤ 0,04

Totaal ¤ 1003,66 ¤ 999,17 ¤ 4,49


*Deze bedragen verschillen van de door de SVB gepubliceerde bedragen. De SVB hanteert inclusief tegemoetkoming en exclusief de vakantietoeslag.

ANW
De Algemene nabestaandenwet (ANW) is een volksverzekering die recht geeft op een uitkering aan volwassenen van wie de partner is overleden. Het kan gaan om een huwelijkspartner of een partner met wie zij ongehuwd samenwoonden. De uitkering bedraagt maximaal 70 procent van het netto minimumloon. Nabestaanden die een kind verzorgen van 18 jaar of jonger waarvan een ouder is overleden, krijgen daarnaast een inkomensafhankelijke uitkering van 20 procent van het netto minimumloon. Ook weeskinderen komen in aanmerking voor een uitkering.

De hoogte van de ANW-uitkering is afhankelijk van het inkomen van de nabestaande. Uitkeringen worden er geheel van afgetrokken. Van inkomen uit arbeid blijft een deel buiten beschouwing (50 procent van het minimumloon plus een derde deel van het meerdere).

Nabestaanden die voor juli 1996 al een AWW-uitkering (de voorganger van de ANW) ontvingen, krijgen in ieder geval een bodemuitkering van 30 procent van het bruto-minimumloon, ook als hun inkomen hoger uitvalt dan de bovengenoemde inkomensgrens.

In onderstaand overzicht zijn de bruto ANW bedragen opgenomen. De bedragen zijn weergegeven exclusief de tegemoetkoming ANW. Deze bedraagt bruto ¤ 16,78 per maand.

Bruto p.mnd Bruto vak.

uitk.p.mnd

Maximale nabestaandenuitkering ¤ 1094,74 ¤ 68,64

Halfwezenuitkering ¤ 248,28 ¤ 19,60

Wezenuitkering tot 10 jaar ¤ 350,32 ¤ 21,96

Wezenuitkering van 10

tot 16 jaar ¤ 525,48 ¤ 32,95

Wezenuitkering van 16

tot 21/27 jaar ¤ 700,63 ¤ 43,93

Wajong
De Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten (Wajong) biedt jonggehandicapten een uitkering op minimumniveau. De grondslag op basis waarvan de uitkering wordt berekend gaat per 1 juli 2010 omhoog. Ook de grondslagen voor Wajong-gerechtigden beneden de 23 jaar, die worden afgeleid van de minimumjeugdlonen, worden op die datum verhoogd.

Per 1 juli 2010 zijn dit de bruto grondslagen (exclusief vakantietoeslag) per dag:

vanaf 23 jaar ten hoogste ¤ 65,10

22 jaar ten hoogste ¤ 55,34

21 jaar ten hoogste ¤ 47,20

20 jaar ten hoogste ¤ 40,04

19 jaar ten hoogste ¤ 34,18

18 jaar ten hoogste ¤ 29,62

Naast de Wajong-uitkering heeft elke Wajong-gerechtigde onder de 23 jaar recht op een tegemoetkoming. Deze compenseert (deels) de inkomensachteruitgang die de invoering van de Zorgverzekeringswet heeft veroorzaakt.

22 jaar ¤ 1,75 bruto per maand

21 jaar ¤ 4,25

20 jaar ¤ 8,62

19 jaar ¤ 14,39

18 jaar ¤ 15,01

Maximumdagloon (WW, WIA en WAO)
Per 1 juli 2010 worden bestaande uitkeringen verhoogd met 0,60%. De hoogte van de WW, WIA en WAO-uitkering hangt mede af van de hoogte van het laatst verdiende loon en het zogenoemde maximumdagloon. Per 1 juli 2010 wordt het maximumdagloon verhoogd van 186,65 naar 187,77 euro bruto.

Toeslagenwet
De Toeslagenwet zorgt voor een aanvulling op een aantal uitkeringen tot het sociaal minimum. Het gaat bijvoorbeeld om de WW, WIA, WAO en ZW-uitkering. Er ontstaat recht op een toeslag als uitkeringsgerechtigde een uitkering ontvangt die lager is dan het normbedrag. De toeslag vult de uitkering aan tot het normbedrag, maar het totaal van de uitkering en toeslag samen is niet meer dan het vroegere loon.

Een toeslag op de uitkering kan worden aangevraagd bij het UWV.

De hoogte van de normbedragen per 1 juli 2010 zijn als volgt vastgesteld:

ZW/WW/WAO/WIA/Wajong*

Gehuwden ¤ 65,10 bruto per dag

Alleenstaande ouders ¤ 61,59

Alleenstaanden:

vanaf 23 jaar ¤ 49,54

22 jaar ¤ 38,74

21 jaar ¤ 32,63

20 jaar ¤ 27,24

19 jaar ¤ 22,92

18 jaar ¤ 19,58


*exclusief vakantietoeslag

Premiepercentages 2010 (ongewijzigd per 1 juli 2010)

2009 2010 verschil
premiepercentages

AOW 17,90 17,90 0,00

ANW 1,10 1,10 0,00

AWBZ 12,15 12,15 0,00

WAO/WIA-basispremie (Aof) 5,70 5,70 0,00

a) Uniforme WAO-premie (Aok)0,15 0,07 -0,08

b) WGA-rekenpremie (Werkhervattingskas)
0,47 0,59 0,12

c) Awf-premie 4,15 4,20 0,05

d) ZVW-inkomensafhankelijke bijdrage werkgevers
6,90 7,05 0,15
UFO-premie 0,78 0,78 0,00

UFO-premie ERD ZW 0,72 0,72 0,00

e) Sectorpremie gemiddeld 1,07 1,48 0,41

Verplichte werkgeversbijdrage kinderopvang 0,34 0,34 0,00

bedrag in euro's

Max. premieloon 183,15 186,65 3,50 werknemersverzekeringen Max. bijdrageloon ZVW per jaar 32.369,00 33.189,00 820,00

Franchise Awf-premie per dag
63,00 64,00 1,00

a) De Aok-premie is vastgesteld op 0,07%. De arbeidsongeschiktheidskas wordt in 2011 opgeheven.

b) Het UWV heeft de WGA-rekenpremie hoger vastgesteld dan in 2009. De effecten op de werkgeverslasten voor arbeidsongeschiktheid zijn neutraal door de lagere Aok-premie. c) De AWf-premie wordt ten opzichte van 2009 met 0,05%-punt verhoogd naar 4,20%. Hiermee wordt de mutatie van de gemiddelde sectorpremie ten opzichte van de MEV gecompenseerd.

d) De inkomensafhankelijke bijdrage in het kader van de ZVW stijgt met 0,15%-punt naar 7,05%. e) Het UWV heeft de gemiddelde sectorfondspremie 0,41%-punt hoger vastgesteld dan in 2009. De verhoging is beperkt door de dempende maatregelen van het kabinet (verlaging lastenplafond en verlenging inteertermijn vermogenstekorten).

Categorieën: Bestuur, Cultuur en recreatie, Economie, Financiën, Huisvesting, Internationaal, Landbouw, Migratie en integratie, Natuur en milieu, Onderwijs en wetenschap, Openbare orde en veiligheid, Overig, Recht, Ruimte en infrastructuur, Sociale zekerheid, Verkeer , Werk, Zorg en gezondheid

Bron: Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid