Ingezonden persbericht
PERSBERICHT
Sober Belgisch voorzitterschap moet impasses doorbreken
Brussel, 30 juni 2010 - Morgen neemt de België het voorzitterschap van de Europese ministerraden over. GroenLinks is blij dat de Belgische regering geen nationale stokpaardjes berijdt, maar mikt op doorbraken in belangrijke dossiers die al te lang slepen. Onder meer op het gebied van financieel toezicht en vluchtelingenbescherming mogen de nationale regeringen niet langer talmen.
"De sobere taakopvatting van de Belgen past bij de demissionaire status van hun federale regering", vindt Judith Sargentini, Europarlementariër voor GroenLinks. "Zij verkleint ook het risico dat het voorzitterschap andere Europese spelers, zoals de Europese Commissie en Europese-Raadsvoorzitter Herman van Rompuy, voor de voeten loopt. Goede kans dat België op deze manier meer bereikt dan voorganger Spanje."
Eén van de patstellingen die België moet zien te doorbreken is die rond het Europese toezicht op financiële markten, stelt Sargentini's collega Bas Eickhout. "Het Europees Parlement vindt dat de Europese toezichthouder knopen moet kunnen doorhakken op het moment dat nationale toezichthouders van mening verschillen over wat er moet gebeuren om een grensoverschrijdende bank gezond te maken. Dat is één van de lessen uit de financiële crisis. Binnen de Ecofin-raad verzet het Verenigd Koninkrijk zich hiertegen. De overige regeringen laten zich gijzelen door de Britse onwil om maar een greintje nationale soevereiniteit af te staan."
"Londen komt echter helemaal geen veto toe", vervolgt Eickhout. "Het verdrag voorziet in stemming bij gekwalificeerde meerderheid. Dat is de communautaire methode, die voor besluitvaardigheid zorgt. De Belgische premier Leterme heeft beloofd deze methode te zullen verdedigen. Ik hoop dan ook dat België de Ecofin-raad in beweging krijgt en een aanvaardbaar akkoord met het Europarlement bewerkstelligt."
Ook het Europese asielbeleid verkeert in een impasse, volgens Sargentini. "Voorstellen om asielzoekers overal in de EU gelijke rechten te geven en eerlijker te verdelen over de EU-landen lopen stuk op de tegenstelling tussen noordelijke en zuidelijke lidstaten. De regeringen van de noordelijke landen, waaronder Nederland, vinden het wel zo prettig dat de landen aan de Middellandse Zee de meeste asielverzoeken te verwerken krijgen. De regeringen van die landen vinden dat oneerlijk en verzetten zich op hun beurt tegen voorstellen om de opvang en procedure voor asielzoekers te verbeteren. Zo blijven de schrijnende toestanden in bijvoorbeeld Griekse asielzoekerscentra voortbestaan."
"Het Belgische voorzitterschap kent hoge prioriteit toe aan het doorbreken van deze impasse", stelt Sargentini vast. "Dat biedt een sprankje hoop op een betere bescherming van vluchtelingen."