Rijksoverheid
De Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten)Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG
Datum 30 juni 2010
Betreft Behandeling wetsvoorstel Aanvulling instrumenten bekostiging WMG
Geachte voorzitter,
In de procedurevergadering van 23 juni 2010 is twijfel gerezen over het niet -
controversiële karakter van het wetsvoorstel Aanvulling instrumenten bekostiging
WMG. Teneinde die twijfel weg te nemen bericht ik u het volgende.
In de inleiding van de memorie van toelichting bij het voorstel staat het politiek en
parlementair proces beschreven dat aan het wetsvoorstel is voorafgegaan.
Kort gezegd wordt daar uitgelegd dat het wetsvoorstel in overeenstemming is
gebracht met de besluitvorming in de vaste commissie voor Volksgezondheid,
Welzijn en Sport over de demissionaire periode, te weten:
* er worden geen verdere stappen gezet naar prestatiebekostiging van
instellingen voor medische zorg;
* de DOT)systematiek wordt niet ingevoerd, schaduw draaien wordt
gestimuleerd;
* de macrobudgettaire maatregelen met betrekking tot uitgaven van medisch
specialisten mogen verder worden voorbereid.
Als onderdeel van die laatste maatregelen is een voorhangbrief gezonden over het
beheersmodel medisch specialisten. Die laatste maatregelen passen ook in de
uitwerking van de motie Sap/Van der Veen terzake.
Voor de macrobudgettaire beheersbaarheid van medisch specialisten is aanvulling
van de Wet marktordening gezondheidszorg noodzakelijk. Het oorspronkelijke
wetsvoorstel dat zich richtte op prestatiebekostiging is daartoe na het advies van
de Raad van State en de besluitvorming in genoemde commissie aangepast.
De WMG een kaderwet is met instrumenten die voor velerlei doeleinden en
vormen van zorg bruikbaar zijn en moeten zijn. Daarom zijn de maatregelen voor
macrobudgettaire beheersbaarheid medisch specialisten niet in de artikelen sec
terug te vinden. Het wetsvoorstel gaat niet verder dan door de minister daarover
met voornoemde commissie is afgesproken.
Wel wordt van de gelegenheid gebruik gemaakt in het wetsvoorstel de bekostiging
mogelijk te maken van zorg waarvan de kosten niet goed kunnen worden
toegerekend aan een individuele patiënt of verzekeraar (beschikbaarheidbijdrage)
en de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) een wettelijke positie gegeven bij
opbrengstverrekening tussen ziekenhuizen en ziektekostenverzekeraars. Met deze
laatste twee aanvullingen wordt een juridisch manco opgeheven en wordt voldaan
Ons kenmerk
MC)U)3010970
Pagina 2 van 2
aan afspraken die terzake met de Algemene Rekenkamer respectievelijk
veldpartijen betrokken bij de opbrengstverrrekening zijn gemaakt.
Voor zover de instrumenten uit de AIBWMG bruikbaar zouden zijn en ingezet
zouden kunnen worden voor andere concrete doeleinden dan thans in de
toelichting bij het wetsvoorstel staat beschreven, wordt het parlement met de
gebruikelijke WMG)voorhangprocedure vooraf betrokken.
Bij separate brief waarbij de uitvoeringstoets beheersmodel medisch specialisten
van de Nederlandse Zorgautoriteit aan u wordt aangeboden zal worden vermeld
dat het beheersmodel voor de medisch specialisten niet per 2011 kan worden
ingevoerd. In die brief wordt ook al vermeld - en ik herhaal dat hier ) dat dat niet
betekent dat er geen spoed meer zit achter de behandeling van de AIB WMG. Een
snelle behandeling van de AIB WMG blijft noodzakelijk voor macrobudgettaire
beheersbaarheid van medisch specialisten via het beheersmodel. De AIB WMG
biedt mij de basis om een aanwijzing aan de NZa te geven met de definitieve
uitwerking van het beheersmodel. Hoe eerder het wettelijk kader gereed is, hoe
eerder ik de NZa kan opdragen de concrete uitwerking ter hand te nemen en hoe
meer zekerheid er bestaat dat partijen tijdig in staat zijn om de noodzakelijke
aanpassingen in verband met de invoering van het beheersmodel te kunnen
doorvoeren. Om het model in 2012 in te kunnen voeren, gaat de NZa er in haar
planning vanuit dat de u de AIB WMG in het najaar van 2010 behandelt. De NZa
geeft aan dat partijen na deze behandeling circa een half jaar nodig hebben om de
MTO (Model toelatingsovereenkomst) en de individuele toelatingscontracten aan
de nieuwe situatie aan te passen.
Ik verwacht met het voorgaande de twijfels over het niet)controversieel karakter
van het wetsvoorstel AIBWMG te hebben weggenomen.
Hoogachtend,
de Minister van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport,
dr. A. Klink