Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier
Oever uitwerken
Provincie: alle varianten hoogwaterkering Den Oever uitwerken
Publicatiedatum : 30 juni 2010
Het hoogheemraadschap moet alle vier varianten voor de versterking van
de hoogwaterkering in Den Oever uitwerken in de milieueffectrapportage
(MER). Dit staat in de richtlijnen voor de MER, die vandaag door
provincie Noord-Holland zijn vastgesteld. Samen met de maatschappelijke
kosten-batenanalyse en de financiële haalbaarheidsstudie bepaalt de
uitkomst van de MER op welke wijze de hoogwaterkering wordt versterkt.
Voor alle vier varianten moeten we onder andere kijken naar de
mogelijkheden voor ontwikkeling van nieuwe natuur, bijvoorbeeld bij de
schorren. De versterkte hoogwaterkering moet milieuvriendelijk worden
aangelegd. Daarnaast is het behoud van landschappelijke en
cultuurhistorische waarden van belang. In het rapport moet aan bod
komen wat het effect van de versterking is op de ruimtelijke kwaliteit,
bijvoorbeeld het zicht tussen dorp en haven en het zicht vanaf dijk en
haven richting Waddenzee.
Goedkopere mogelijkheden
In de richtlijnen is veel aandacht voor variant 3B. Deze duurste
variant voor versterking verhoogt een aantal bestaande dammen tot het
niveau van een primaire waterkering met daarin een doorvaarbare
keersluis.
We moeten in de MER de huidige wateroverlast op het buitendijks gelegen
haventerrein beschrijven, waaronder de frequentie van de overlast, de
kosten en de schade op jaarbasis. Daarbij wordt opgemerkt dat er nog
andere, naar verwachting aanzienlijk goedkopere mogelijkheden zijn om
de wateroverlast op het haventerrein te verminderen, zoals technische
maatregelen op het haventerrein zelf. Andere partijen zouden dan de
financiering en de realisatie daarvan op zich moeten nemen.
Vier varianten
In de startnotitie voor het milieueffectrapport gaan we uit van vier
varianten voor versterking: 1A+, waarin de havendijk wordt verhoogd, 2A
en 2B, waarbij een aantal bestaande havendammen wordt verlengd en
verhoogd, en variant 3B. De drie eerste varianten zijn geraamd op 25-40
miljoen euro, variant 3B op 160-265 miljoen euro.
In het project nemen we de belangen van betrokkenen zoveel mogelijk
mee. Zo wordt er veel aan gedaan om de coupure in de dijk, de
verbinding tussen dorp en haven, te behouden. De financiering speelt
echter een cruciale rol. Vanuit het landelijke
Hoogwaterbeschermingsprogramma is er uitsluitend geld voor het op orde
brengen van de binnendijkse veiligheid. Aanvullende wensen zoals het
verminderen van wateroverlast op het buitendijks gelegen haventerrein
moeten op een andere manier worden gefinancierd.
Leefbaarheid
De milieueffectrapportage toetst de varianten op onder meer
waterveiligheid, bedrijvigheid, milieu, ruimtelijke kwaliteit, natuur,
leefbaarheid en bereikbaarheid. Op basis van de MER, de
maatschappelijke kosten-batenanalyse en de financiële
haalbaarheidsstudie wordt dit najaar het voorkeursalternatief voor
versterking gekozen. In 2012 moet de schop de grond in gaan.
* Meer informatie