onderwerp kwaliteit van zorg bij veel voorkomende
chronische aandoeningen
Geachte heren Van Eijck en Timmermans,
We schrijven u deze brief omdat we ongerust zijn. Liever gezegd zéér ongerust zijn over de
(toekomstige) kwaliteit van zorg voor mensen met een veel voorkomende chronische
aandoening.
Deze ongerustheid komt niet helemaal uit de lucht vallen, maar wordt momenteel wel nijpend
door de ontwikkelingen die op ons afkomen. We doelen dan op:
1. Aanbodgestuurde zorg: Versnippering en gebrek aan afstemming;
2. Dubbele vergrijzing: Vraag en aanbod sluiten niet op elkaar aan.
We willen graag onze zorgen met u delen en roepen u tevens op om samen met ons te werken
aan een mogelijke oplossing.
1. Versnippering en gebrek aan afstemming
In 2006 heeft de NPCF in de visienotitie "Eerstelijn Voorop" gepleit voor een multidisciplinair
georganiseerde eerstelijns zorg, waarin afstemming en samenhang de sleutelwoorden zijn. De
NPCF was daarmee één van de eerste organisaties die het belang van integrale zorg dichtbij
huis nadrukkelijk onder de aandacht heeft gebracht ondermeer door te pleiten voor versterking
van de eerste lijn.
De roep om afstemming en samenhang was vooral gebaseerd op ervaringen van mensen met
een chronische aandoening die te maken hebben met meerdere zorgverleners. Zij lopen
stelselmatig aan tegen de gevolgen van een gebrekkige samenwerking tussen zorgverleners en
versnippering van zorg. Zo moeten ze vaak meerdere keer hetzelfde verhaal vertellen, krijgen
ze soms tegenstrijdige adviezen en wordt er geen rekening gehouden met comorbiditeit.
Communicatie met andere zorgverleners is er nauwelijks. Een gezamenlijk, actueel medisch
dossier en medicatieoverzicht ontbreekt. De ontwikkelingen rond de invoering van het EPD
verlopen uiterst moeizaam.
Met name chronische patiënten hebben last van de gebrekkige communicatie. De gesignaleerde
problemen nemen toe naarmate er sprake is van meerdere aandoeningen en meerdere
zorgverleners.
kenmerk: 2010-305/DSB/01.01.01/Mver/aje datum: 24 06 10 blad: 2 van 4
De zorg is hoofdzakelijk aanbodgericht. Iedere zorgaanbieder waar de patiënt mee te maken
heeft (huisarts, paramedici, medisch specialisten, apotheker, thuiszorg, wijkverpleging etc.)
doet zijn best om de patiënt vanuit het eigen vakgebied zo goed mogelijk te helpen. Daarbij
worden de grenzen van het eigen domein en die van de collega's gerespecteerd.
Echter, bezien vanuit het perspectief van de chronische patiënt vormen al die verschillende
domeinen met de zorgvuldig bewaakte grenzen en het gebrek aan onderlinge afstemming en
communicatie een ernstige bedreiging voor de kwaliteit van zorg. Bovendien verliest de patiënt
het overzicht op zijn ziekte en daarmee de greep op zijn leven.
De zorg voor mensen met soms meerdere chronische aandoeningen vereist een vraaggerichte,
integrale aanpak. Daarvoor is het noodzakelijk:
· Om de patiënt daadwerkelijk centraal te zetten en het aanbod af te stemmen op de
vraag. Dus niet zoals bij het tv-programma van De Rijdende Rechter: "Dit is mijn zorg
en hier moet u het mee doen";
· Samenwerking te stimuleren en te belonen: samenhangende zorg kan alleen worden
gerealiseerd als afstand genomen wordt van de gevestigde belangen en de eigen
domeinen;
· Ernst te maken met de onderlinge communicatie door zorg te dragen voor digitale
medische dossiers en actuele medicatieoverzichten.
2. Dubbele vergrijzing: vraag en aanbod sluiten niet aan
De verwachting is dat in 2025, dus binnen 15 jaar, het aantal mensen met één of meerdere
chronische aandoeningen met 40% is toegenomen. Geschat wordt dat het aantal ouderen van
65 jaar en ouder met multimorbiditeit in Nederland zal toenemen van 1 miljoen in 2008 tot 1,5
miljoen in 2020 (Gezondheidsraad 2008a). Nog veel meer mensen dan nu zullen een beroep
doen op de zorg.
Echter, als gevolg van de vergrijzing neemt het arbeidspotentieel zienderogen af, het aantal
mensen dat dan nog in de zorg werkzaam is zal waarschijnlijk nog maar een derde zijn van het
aantal mensen nu.
In aanmerking genomen dat de bereikbaarheid van veel huisartsen binnen en buiten de ANW-
uren nu al voor verbetering vatbaar is, en uitbreiding van mogelijkheden om met de huisarts in
contact te treden eigenlijk niet van de grond komt, ziet het er naar uit dat over 15 jaar heel veel
mensen geen beroep kunnen doen op de zorg op het moment dat zij het nodig hebben.
Dit leidt tot toenemende afhankelijkheid en onzekerheid.
Bekend is dat chronische patiënten hier soms meer last van hebben dan van de aandoening zelf.
Het feit dat je een bepaalde ziekte hebt kun je op een gegeven moment wel accepteren en een
plaats geven. Maar dag in, dag uit afhankelijk zijn van anderen tast de kwaliteit van leven aan.
Het is daarom van het grootste belang om deze groep patiënten in staat te stellen zelf de
gevolgen van de ziekte te beheersen (zelfmanagement) en daardoor onafhankelijker te worden
van de zorgverleners.
Daarnaast is het van belang om het aantal mensen dat chronisch ziek wordt te beperken door
vroegopsporing en preventie.
kenmerk: 2010-305/DSB/01.01.01/Mver/aje datum: 24 06 10 blad: 3 van 4
De programmatische aanpak als oplossing
De ontwikkelingen rondom de programmatische aanpak chronische ziekten met de
zorgstandaard als uitgangspunt inclusief een centrale rol voor zelfmanagement op basis van een
individueel zorgplan bieden voor bovenstaande knelpunten een oplossing.
De programmatische aanpak op basis van zorgstandaarden heeft de potentie om integrale zorg
te bieden die alle fasen van het zorgcontinuüm (van vroegopsporing tot de palliatieve
levensfase) bestrijken. Het wordt mogelijk om samenhangende zorg te realiseren die naadloos
aansluit op de zorgvragen van de patiënt, ongeacht waar in de keten de patiënt zich bevindt of
wie het zorgaanbod moet leveren.
Programmatische aanpak van chronische ziekten impliceert dat op basis van een individueel
zorgplan zorg op maat wordt geboden door zorgverleners die, ieder vanuit hun eigen expertise
maar wel in onderlinge afstemming en samenhang, de patiënt zoveel mogelijk in de eigen
omgeving ondersteunen en faciliteren om aan zelfmanagement te doen. Juist mensen met een
chronische aandoening weten na verloop van tijd en met enige ondersteuning heel goed hoe ze
de gevolgen van hun aandoening kunnen beheersen en de ziekte kunnen inpassen in hun leven.
De toegenomen mogelijkheden van ICT bieden patiënten ook de mogelijkheid om meer zelf te
doen.
De patiënt wordt in staat gesteld om de regie op zijn eigen leven terug te nemen, minder
afhankelijk te worden van zorgverleners en de kwaliteit van leven te verhogen.
Kortom, de NPCF en met ons de bij zorgstandaarden betrokken chronische patiëntenorganisaties
verwachten veel van deze aanpak. We verwijzen u graag naar de gezamenlijke brief aan de
Vaste Kamercommissie van VWS (1 juni 2010), waarin we de volksvertegenwoordigers
oproepen om de programmatische aanpak voor mensen met een chronische aandoening met
kracht voort te zetten. De gezamenlijke patiëntenorganisaties en onze achterban gaan voor
samenhangende zorg met ruimte voor zelfmanagement en regie voor mensen met een
chronische aandoening.
De praktijk laat zien dat het werkt! Er ontstaan prachtige voorbeelden van zorggroepen en
gezondheidscentra die zich met veel enthousiasme richten op het leveren van integrale zorg
voor chronisch zieken, samen met andere zorgverleners (zie bijv. artikel over De Ondernemende
Huisarts, Medisch Contact, mei 2010). Voorbeelden die wat ons betreft navolging verdienen en
een steuntje in de rug van de eigen beroepsorganisatie goed kunnen gebruiken.
Onze oproep
Tot op heden stellen de LHV en de NHG zich zeer terughoudend op en aarzelen om een
daadwerkelijk constructieve bijdrage te leveren aan de verdere ontwikkeling van de
programmatische aanpak. De positionering van de huisarts als zorgverlener "die de
nuldelijnszorg vorm helpt geven, als coach van de patiënt" (passage uit uw eigen position
paper) zien wij in de praktijk steeds meer vorm krijgen. Daarom verbaast het ons dat de
koepels van huisartsen deze ontwikkeling lijken tegen te houden door de samenwerking in de
ontwikkeling van zorgstandaarden tot twee keer (!) toe op te schorten. Gemotiveerde huisartsen
die samenhangende zorg (willen) bieden alsmede mensen met een chronische aandoening zijn
niet gebaat bij deze terughoudendheid. We kunnen niet anders dan concluderen dat de koepels
steeds meer afstand nemen van de praktijk.
kenmerk: 2010-305/DSB/01.01.01/Mver/aje datum: 24 06 10 blad: 4 van 4
Om de problemen waar mensen met een chronische ziekte nu mee te maken hebben
(versnippering, gebrek aan samenhang) en straks zullen gaan krijgen (afhankelijkheid en
onzekerheid) is het nodig om heel snel een start te maken met het anders organiseren van de
zorg. De tijd dringt. In het belang van mensen met chronische aandoeningen maar ook in het
belang van uw eigen achterban zijn we graag bereid om met u na te denken over het maken
van een gelegitimeerde keuze. De behoeften van mensen met een chronische aandoening zijn
daarbij wat ons betreft richtinggevend. Vanuit die optiek zien we mogelijkheden om het proces
samen vlot te trekken. Wij nodigen u daarom van harte uit om hierover met ons het gesprek
aan te gaan.
Met vriendelijke groet,
Nederlandse Patiënten Consumenten Federatie
M. Vermeer MBA
Algemeen Directeur
cc. De heer Mr. Drs. L. Hennink, directeur LHV
Landelijke Huisartsen Vereniging
De heer S.R.A. van Eijck
Postbus 20056
3502 LB UTRECHT
Nederlands Huisartsen Genootschap
De heer Drs. A.E. Timmermans
Postbus 3231
3502 GE UTRECHT
datum Utrecht, 24 juni 2010
ons kenmerk 2010-305/DSB/01.01.01/Mver/aje
voor informatie Marjolein de Booys
Nederlandse Patiënten Consumenten Federatie