Waterschap Aa en Maas
beheergebied
Beregeningsverbod in grote delen van beheergebied
Door de aanhoudende droogte is het voor de waterkwaliteit en de
waterstand van het oppervlakte- en grondwater van belang dat op een
aantal plaatsen tijdelijk geen oppervlaktewater meer wordt onttrokken
voor beregening.
Met ingang van donderdag 1 juli 2010 geldt er een algemeen verbod voor
het beregenen uit oppervlaktewater in grote delen van het beheergebied
van waterschap Aa en Maas. (Het beregeningsverbod geldt niet voor het
beregenen met grondwater).
Het beregeningsverbod geldt voor:
het district Boven Aa in :
* het stroomgebied Diepenhoekselooop
* het stroomgebied Kleine Aa
* het stroomgebied De Goorloop
* het stroomgebied Peelse Loop
* het stroomgebied Snelle Loop
het district Beneden Aa in:
* een gedeelte van het stroomgebied van de Leijgraaf (rond Boekel en
Uden).
* een gedeelte van het stroomgebied Dungense Loop (rond Schijdel)
het gehele beheergebied van district Raam met uitzondering van:
* het stroomgebied Afleidingskanaal benedenstrooms de A73.
* het stroomgebied Sambeekse Uitwatering benedenstrooms stuw Waranda
te Sambeek.
* het stroomgebied Sint Jansbeek benedenstrooms Veerweg te Vortum
mullem.
* het stroomgebied Hooge Raam benedenstrooms Hoogeweg te Escharen.
* het stroomgebied Raam benedenstrooms stuw IJzerbroek te Sint
Hubert,
* het stroomgebied Sint Anthonisloop benedenstrooms stuw scheiwal.
* het stroomgebied Hertogswetering gemeente Landerd en Grave.
Zie de kaarten rechts op deze pagina
Het afgekondigde beregeningsverbod geldt voor onbepaalde tijd. De
betrokken vergunninghouders, ca 100 in totaal, worden hierover door
waterschap Aa en Maas schriftelijk geïnformeerd. Het waterschap ziet
toe op de naleving van het beregeningsverbod. Er is een langere en
aanhoudende periode van regen nodig om de tekorten aan te vullen,
enkele buien zullen niet volstaan.
Schadelijk
Waterschap Aa en Maas zorgt voor het waterbeheer. Een teveel aan water
wordt afgevoerd om overlast en schade te voorkomen. Bij te weinig
water, wordt het water met stuwen `vastgehouden' en verdeeld over
natuur- en landbouwgebieden. Een langdurige droge periode kan
schadelijk zijn voor bomen, planten, dieren en gewassen. Door de sterke
verdamping, zakt ook het grondwaterpeil. Hierdoor kunnen de wortels op
termijn niet meer bij het water.
Met het droogvallen van sloten en plassen, droogt het leefgebied van
vissen en amfibieën letterlijk op. Door lage waterstanden warmt de
temperatuur sneller op en neemt de concentratie van opgeloste stoffen
en bacteriën toe. Botulisme en blauwalg kunnen zich dan eerder
manifesteren. Ook heeft warm water een lager zuurstofgehalte en dit kan
leiden tot zuurstoftekort en mogelijk vissterfte.
Controle
De medewerkers van het waterschap zijn dan ook alert en voeren extra
controles uit. Zij letten op het goed functioneren van stuwen en
verdeelwerken en op de waterkwaliteit.