Raad van State
Persagenda
Persagenda
dinsdag 29 juni 2010
10.00 uur
Zitting over de goedkeuring door het college van gedeputeerde staten
van Zuid-Holland van het bestemmingsplan 'Restveen en Groene
Waterparel' van de gemeente Moordrecht. De gemeente Moordrecht en de
gemeente Nieuwerkerk aan den IJssel werkten samen aan een
bestemmingsplan voor het gebied 'Restveen en Waterparel' aan
weerszijden van de A20. Beide gemeentes maken nu deel uit van de
gemeente Zuidplas. Dit plan heeft betrekking op het gebied in de
voormalige gemeente Moordrecht. Ten zuiden van de A20 ligt het
restveengebied. Dit is het agrarische gebied dat zal worden omgevormd
tot natuur- en recreatiegebied, maar geeft tot 2030 de ruimte aan
agrarische bedrijven. Aan de noordkant van de A20 ligt de Waterparel.
Een deel van dit gebied wordt ingericht als natuurgebied met ruimte
voor recreatie. Enkele agrariërs zijn tegen de provinciale goedkeuring
van het plan in beroep gekomen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van
de Raad van State. Zij maken zich zorgen over de toekomst van hun
agrarisch bedrijf en vrezen dat het plan hun bedrijfsvoering beperkt.
Wegrestaurant Pleisterplaats Moordrecht vindt dat het bedrijf in het
bestemmingsplan 'Aansluiting A20 Moordrecht' had moeten worden
opgenomen, zodat de belangen van het bedrijf beter afgestemd konden
worden op de ontwikkelingen rondom de A20. Zie ook de zaak met
zaaknummer 200907209/1 die de Raad van State vandaag om 11.30 uur op
zitting behandelt. (zaaknummer 200907710/1)
11.30 uur
Zitting over de goedkeuring door het college van gedeputeerde staten
van Zuid-Holland van het bestemmingsplan 'Restveen en Groene
Waterparel' van de gemeente Nieuwerkerk aan den IJssel. De gemeente
Moordrecht en de gemeente Nieuwerkerk aan den IJssel werkten samen aan
een bestemmingsplan voor het gebied 'Restveen en Waterparel' aan
weerszijden van de A20. Beide gemeentes maken nu deel uit van de
gemeente Zuidplas. Dit plan heeft betrekking op het gebied in de
voormalige gemeente Nieuwerkerk aan den IJssel. Ten zuiden van de A20
ligt het restveengebied. Dit is het agrarische gebied dat zal worden
omgevormd tot natuur- en recreatiegebied, maar geeft tot 2030 de ruimte
aan agrarische bedrijven. Aan de noordkant van de A20 ligt de
Waterparel. Een deel van dit gebied wordt ingericht als natuurgebied
met ruimte voor recreatie. Eén agrariër is tegen de provinciale
goedkeuring van het plan in beroep gekomen bij de Afdeling
bestuursrechtspraak van de Raad van State. Hij maakt zich zorgen over
de toekomst van zijn agrarisch bedrijf en vreest voor een beperking van
zijn bedrijfsvoering. Een andere agrariër komt ook in beroep. Hij is
bang dat door de aanleg van een fietspad op zijn gronden zijn perceel
in twee stukken wordt gesplitst. Ten slotte is ook een transportbedrijf
tegen de provinciale goedkeuring in beroep gekomen, omdat het vindt dat
het onvoldoende ontwikkelingsmogelijkheden heeft gekregen. Zie ook de
zaak met zaaknummer 200907710/1 die de Raad van State vandaag om 10.00
uur op zitting behandelt. (zaaknummer 200907209/1)
11.30 uur
Zitting over de weigering door de minister van Justitie om documenten
openbaar te maken met betrekking tot de kap van bomen in de Schinveldse
bossen in 2005, 2006 en 2007. Een man uit Amsterdam had de minister op
grond van de Wet openbaarheid van bestuur (Wob) om openbaarmaking van
de informatie gevraagd. Het gaat om informatie over de voorbereidingen
en inzet van de Marechaussee, de Mobiele Eenheid, politie, regionale en
andere inlichtingendiensten. Volgens de minister waren van de twaalf
opgevraagde documenten er al zes openbaar. De overige zes documenten
heeft hij geweigerd openbaar te maken, omdat daarin persoonlijke
beleidsopvattingen staan. Tegen dit besluit ging de man eerder in
beroep bij de rechtbank in Den Haag. Die oordeelde in november 2009 dat
de minister alsnog een aantal documenten openbaar moest maken, omdat
daarin geen persoonlijke beleidsopvattingen staan. Het betrof concepten
van de beantwoording van Kamervragen. Twee andere documenten mocht de
minister naar het oordeel van de rechtbank wel achterhouden, omdat die
mailwisselingen bevatten tussen medewerkers van de ministeries van
Binnenlandse Zaken en Justitie. De minister is het niet eens met de
uitspraak van de rechtbank en komt daartegen in hoger beroep bij de
Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. Volgens de minister
hoeven documenten niet openbaar gemaakt te worden als de informatie in
de documenten al openbaar is gemaakt. Nu de antwoorden van de
Kamervragen in een Kamerstuk zijn opgenomen en dus openbaar zijn, kan
openbaarmaking van de conceptbeantwoordingen achterwege blijven, aldus
de minister. Zie ook de zaak met zaaknummer 200910300/1 die de Raad van
State vandaag om 12.15 uur op zitting behandelt. (zaaknummer
200910061/1)
12.15 uur
Zitting over de weigering door de minister van Binnenlandse Zaken om
documenten openbaar te maken met betrekking tot de kap van bomen in de
Schinveldse bossen in 2005, 2006 en 2007. Een man uit Amsterdam had de
minister op grond van de Wet openbaarheid van bestuur (Wob) om
openbaarmaking van de informatie gevraagd. Het gaat om informatie over
de voorbereidingen en inzet van de Marechaussee, de Mobiele Eenheid,
politie, regionale en andere inlichtingendiensten. De minister is
gedeeltelijk aan het verzoek tegemoet gekomen, maar heeft twee
documenten geweigerd openbaar te maken. Volgens de minister bevat het
eerste document een verzameling van e-mails waarin persoonlijke
beleidsopvattingen staan. Het tweede document is het beleidsdraaiboek
van de politie, Marechaussee en het Openbaar Ministerie. Openbaarmaking
van dit draaiboek zou volgens de minister niet opwegen tegen de belang
van de gemeente Onderbanken om het document achter te houden. Tegen die
beslissing ging de man eerder in beroep bij de rechtbank in Den Haag.
Die oordeelde in november 2009 dat de minister zijn weigering om het
beleidsdraaiboek openbaar te maken, beter had moeten motiveren. Zo had
de minister bij de gemeente moeten nagaan of het draaiboek, bij
openbaarmaking, inderdaad de belangen van de gemeente zou treffen. De
rechtbank heeft vervolgens beoordeeld of de 'rechtsgevolgen van het
besluit in stand konden blijven' en dus of het draaiboek alsnog
openbaar moest worden gemaakt of niet. Volgens de rechtbank zou het
draaiboek inzicht kunnen bieden in de tactieken van de politie, en zou
om díe reden openbaarmaking achterwege moeten blijven. Tegen die
uitspraak komt de man in hoger beroep bij de Afdeling
bestuursrechtspraak van de Raad van State. Zie ook de zaak met
zaaknummer 200910061/1 die de Raad van State vandaag om 11.30 uur op
zitting behandelt. (zaaknummer 200910300/1)
13.15 uur
Zitting over de vaststelling door de gemeenteraad van Veere van de
vijfde herziening van het bestemmingsplan 'Buitengebied'. Het plan is
opgesteld om te voldoen aan een uitspraak van de Afdeling
bestuursrechtspraak van de Raad van State van 15 juli 2009 (zaaknummer
200802097/1). In dat plan was een lijst met minicampings opgenomen,
maar de minicamping 'De Heksenketel' aan de Kraaijenestweg in Veere was
daarop niet opgenomen. Plaatsing op de lijst is van belang, omdat de
campings hiermee in aanmerking kunnen komen voor uitbreiding. Volgens
de Raad van State had de gemeenteraad de beslissing om De Heksenketel
niet op de lijst te plaatsen beter moeten motiveren. Daarom heeft de
gemeenteraad zich in dit bestemmingsplan nogmaals gebogen over de vraag
of De Heksenketel op de lijst moest worden opgenomen. Anders dan in het
ontwerp van dit plan, is de mini-camping in de uiteindelijk
vastgestelde versie weer niet geplaatst op de lijst. Volgens de
gemeenteraad zou dat geen nut hebben, omdat de gronden waarop de
camping staat, niet gebruikt mogen worden voor een camping. De gronden
hebben namelijk een natuurbestemming, waarop kamperen niet is
toegestaan. Daarom is De Heksenketel tegen het plan in beroep gekomen
bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. Zij wijzen
onder meer op een recente uitspraak van de Raad van State van 26 mei
2010 (zaaknummer 200907184/1), waaruit zou blijken dat De Heksenketel
recht heeft op vijf kampeerplaatsen en tien kampeerplaatsen onder
voorwaarden. Ook twee inwoners uit Serooskerke en Oostkapelle verzetten
zich tegen het plan. In afwachting van de behandeling van hun beroepen,
verzoeken zij de Raad van State het plan voorlopig te schorsen.
(zaaknummer 201003372/2).
14.30 uur
Zitting over de weigering door het college van burgemeester en
wethouders van Eindhoven en de Eindhovense burgemeester om drank- en
horecavergunningen en exploitatievergunningen te verlenen aan drie
horecagelegenheden. Café Kantoorzicht, restaurant Jeruzalem en
lunchroom De Verwennerij hadden om de vergunningen gevraagd. De
vergunningen zijn geweigerd op grond van de wet Bibob (Wet bevordering
integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur). Het landelijk
bureau Bibob heeft de burgemeester en het gemeentebestuur geadviseerd
de vergunningen te weigeren, omdat 'er sprake zou zijn van ernstig
gevaar dat de vergunningen mede gebruikt zullen worden om strafbare
feiten te plegen'. Ook zou vrees bestaan dat de vergunningen zouden
worden gebruikt om geld wit te wassen. Tot deze conclusie kwam het
landelijk bureau, omdat sommige exploitanten voorkomen in het register
'zware criminaliteit'. Ook zou er sprake zijn van sigarettensmokkel,
prostitutie, drugshandel, mishandeling en wapenbezit. De bedrijven en
exploitanten kwamen eerder tegen de weigeringen in beroep bij de
rechtbank in Den Bosch. Die oordeelde in juli 2009 dat er naast de
informatie uit het register 'zware criminaliteit' onvoldoende andere
concrete feiten en omstandigheden waren om de vergunningen te weigeren.
Veel aanwijzingen voor het vermoeden dat er strafbare feiten gepleegd
zouden worden in de bedrijven, betroffen zogenoemde 'zachte
informatie', en dat is niet voldoende, aldus de rechtbank. De rechtbank
vernietigde daarom de besluiten en oordeelde dat het gemeentebestuur en
de burgemeester ervan uit moeten gaan alsof de bedrijven in het bezit
waren van de vereiste vergunningen. Het gemeentebestuur en de
burgemeester van Eindhoven komen tegen deze uitspraak in hoger beroep
bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. (zaaknummer
200907127/1)