Nederlands
Nederlandse leerling niet goed voorbereid op actieve deelname aan de
maatschappij
Datum: 29 juni 2010
Leerlingen in de onderbouw van het voortgezet onderwijs in ons land
hebben minder kennis over democratische principes en maatschappelijke
basis-waarden dan leerlingen in andere Europese landen. Dit komt naar
voren uit een internationaal onderzoek in 39 landen naar
burgerschapscompetenties van 14- tot 15-jarige leerlingen. Nederlandse
leerlingen staan bovendien zeer sceptisch tegenover gelijke rechten
voor immigranten in ons land.
Leerlingen in de onderbouw van het voortgezet onderwijs hebben minder
kennis over democratische principes en maatschappelijke basiswaarden
dan leerlingen in andere Europese landen. Dit komt naar voren uit de
International Civic and Citizenship Education Study (ICCS), een
internationaal onderzoek in 39 landen naar burgerschapscompetenties van
leerlingen. Het rapport is vandaag in Gothenburg gepresenteerd door de
IEA, de International Association for the Evaluation of Educational
Achievement. Slechts één op de vier leerlingen heeft een zeer goed
begrip van wat actief burgerschap inhoudt. Dit steekt schril af bij
landen als Finland en Denemarken, waar dit voor tussen de 55% en 60%
van de leerlingen geldt.
Burgerschapscompetenties
Ongeveer 15% van de leerlingen in Nederland, aldus het rapport van de
IEA, mist de minimale kennis en vaardigheden om goed als burger in de
samenleving te kunnen functioneren. Dit percentage is vergelijkbaar met
het internationale gemiddelde, maar is duidelijk hoger dan in de meeste
Europese landen. Alleen in de EU-landen Griekenland, Cyprus en
Luxemburg is dit percentage met 22% tot 28% van de leerlingen groter.
Van alle deelnemende landen is het relatief het slechtst met
burgerschapscompetenties van leerlingen gesteld in Indonesië, Paraguay,
Guatemala en de Dominicaanse Republiek.
Immigranten
Nederlandse leerlingen verschillen niet noemenswaardig van leerlingen
in andere Europese landen als het gaat om gelijke rechten voor mannen
en vrouwen. Over gelijke rechten voor immigranten wordt door leerlingen
echter wel veel negatiever gedacht. Nederland neemt hierin samen met
Vlaanderen zowel Europees als internationaal gezien een extreme positie
in. In Nederland is bovendien het verschil in oordeel over gelijke
rechten voor immigranten tussen leerlingen van Nederlandse en van
buitenlandse komaf relatief groot. Dit geldt behalve voor Nederland ook
voor Zweden, Finland, Denemarken, Noorwegen, Zwitserland, Engeland en
Vlaanderen.
Vertrouwen in overheid
Het vertrouwen van leerlingen in de landelijke overheid en de politiek
is juist groter dan in veel andere landen. Van de leerlingen in ons
land heeft 70% voor een groot deel of volledig vertrouwen in de
regering. Dit percentage ligt voor 14- tot 15-jarige leerlingen in
andere landen gemiddeld op 61%. Iets meer dan de helft van de
leerlingen geeft aan ook de politieke partijen te vertrouwen. Dit
percentage is eveneens aanzienlijk hoger dan in veel andere landen.
GION
Het onderzoek is in Nederland uitgevoerd door het Gronings Instituut
voor Onderzoek van Onderwijs (GION). Het instituut is onderdeel van de
Faculteit Gedrags- en Maatschappijwetenschappen van de
Rijksuniversiteit Groningen. Het GION verricht onderzoek op het gebied
van onderwijs en educatie in opdracht van derden, zoals het Ministerie
van OCW, gemeenten, uitgeverijen, regionale opleidingscentra, het
Europees Platform, de Europese Commissie. Verder voert het GION
fundamenteel onderzoek uit, dat wordt gesubsidieerd door NWO.
Rijksuniversiteit Groningen