SGP
SGP: Informateur moet stap vooruit zetten
Gegeven de verkiezingsuitslag en de moeilijke politieke puzzel die
daardoor is ontstaan, is het begrijpelijk dat er een informateur is
benoemd die nu een heldere stap vooruit moet gaan zetten. Mocht een
stabiel meerderheidskabinet niet mogelijk zijn, dan is wat de SGP
betreft een eventueel minderheidskabinet een serieuze optie. Dat kan
inhoudelijk wellicht aantrekkelijker zijn dan een breed
verlegenheidskabinet.
---
Debat met de kabinetsinformateur (Rosenthal)
29 juni 2010
C.G. van der Staaij
Beginnende schakers roepen soms te snel dat er een patstelling is. Vaak
is het dan gewoon lastig of risicovol om een volgende zet te doen. Maar
zolang er nog een schaakstuk is, dat binnen de spelregels gezet kan
worden, is er geen patstelling.
Zo is het ook met de huidige pogingen om een nieuw kabinet te formeren.
Het is te vroeg om van een patstelling te spreken. Lastig is het wel.
We hebben te maken met - zoals informateur Rosenthal zei â een
verpulverd politiek landschap. De voorkeurs-coalities die de
verschillende partijen voor ogen staan, lopen bovendien flink uiteen.
Ideale oplossingen zijn niet voorhanden. Een kabinet met CDA en PvdA is
geen re-cept voor harmonie en daadkracht. PvdA en VVD in een kabinet is
ook niet erg lo-gisch, gelet op de sociaal-economische tegenstellingen.
Een paarse coalitie zien wij al helemaal niet zitten, met het oog op de
bescherming van christelijke waarden, zo-als de bescherming van het
leven.
Kortom: de verkiezingsuitslag levert een ingewikkelde puzzel op. Het
kost al met al dus veel tijd om tot een nieuw kabinet te komen.
Probleem is alleen dat die tijd er niet is. Niet alleen
partijvertegenwoordigers zijn aangeschoven bij informateur Rosenthal.
Ook economisch deskundigen hebben hun zegje gedaan. Zij hebben
onderstreept wat we eigenlijk al wisten. Er is haast gebo-den.
De overheidsfinanciën moeten snel op orde worden gebracht. De
economische basis van ons land moet verstevigd. Lastige knopen over de
toekomst van de AOW en de woningmarkt moeten worden doorgehakt. De
begrotingen voor 2011 zouden al op nieuwe beleidskeuzes gebaseerd
moeten worden. Anders is een jaar verloren! Kort-om: het aantreden van
een stabiel en slagvaardig kabinet vraagt om spoed.
MdV, Die vaststelling schept verplichtingen. Van iedere partij mag
worden verlangd in het landsbelang over de eigen schaduw heen te
springen.
Informateur Rosenthal is in opdracht van Hare Majesteit voortvarend van
start ge-gaan en heeft met mathematische precisie de voorkeuren en
uitsluitingen in beeld gebracht. Een centrumrechtse coalitie â met de
grootste partij en de grootste winnaar bleek onmogelijk. Echter zonder
dat aan een inhoudelijk aftasten van de programma-tische mogelijkheden
is toegekomen. Dat blijft naar mijn mening onbevredigend. Juist omdat
ook in de informatie-opdracht deze optie niet voor niets als eerste was
ge-noemd. Vraag aan de informateur: waarom is de paars-plusoptie als
mogelijkheid wel doorgegaan naar de âtweede rondeâ, terwijl die om
inhoudelijke redenen niet kansrijk leek? Formeel stuitte de
centrum-rechtse coalitie toch niet op een daadwerkelijke uit-sluiting
door het CDA? Of heeft de informateur dit anders geïnterpreteerd? Hoe
hard is zijn conclusie dat een parlementair meerderheidskabinet van
VVD-PVV-CDA niet mogelijk is? En hoe verhoudt zich dat met de mildere
conclusie dat verder onderhan-delen over een paars-pluskabinet thans
geen zin heeft?
De informatieronde Rosenthal heeft de aanbeveling opgeleverd om het
onderzoek verder te richten op het brede midden: VVD, PvdA, CDA, D66 en
GL. Dat midden is inderdaad breed te noemen â een goed begaanbare
middenweg is in ieder geval nog niet in zicht. De partijen sluiten
elkaar dan wel niet uit, maar hun onderscheiden voorkeuren sluiten niet
erg aan. Bovendien geldt een oude politicologische wet: hoe meer
partijen, hoe minder vreugd.
Het is gegeven de stand van zaken begrijpelijk, dat de Koningin er voor
gekozen heeft een informateur aan te stellen, die gaat bezien hoe
gegeven de uiteenlopende voorkeuren nu een heldere stap vooruit kan
worden gezet.
Lastige situaties vragen soms om verrassende oplossingen. Dat kan ook
betekenen, zoals het verleden toont, dat een onconventionele benadering
wordt gekozen, waar-bij het schrijven van een program op hoofdlijnen
voorafgaat, in plaats van gevolgd wordt door de definitieve keus voor
deelnemende partijen.
Over onconventionele oplossingen gesproken: opvallend is dat in 1994
destijds ook uitdrukkelijk gedebatteerd werd over de vraag of een
minderheidskabinet geen werk-baar alternatief zou zijn. Verkenningen
richten zich uitdrukkelijk ook op een kabinet, dat voldoende steun in
de volksvertegenwoordiging zou kunnen verwerven.
Ik stel vast dat dit nu buiten de informatie-opdrachten valt. Maar wat
niet is, kan ko-men. Als een stabiel meerderheidskabinet niet snel
dichterbij komt, is een eventueel minderheidskabinet wat de SGP-fractie
betreft een serieuze optie.
Inmiddels zijn er in andere landen âwaaronder Scandinavische landen- al
de nodige goede ervaringen opgedaan met minderheidskabinetten. Zoân
coherent minder-heidskabinet -dat deelakkoorden sluit met
niet-regeringspartijen- zou wel eens be-stuurskrachtiger en
slagvaardiger kunnen zijn dan menigeen denkt. En wat ons be-treft ook
inhoudelijk aantrekkelijker dan een breed verlegenheidskabinet!