Rijksdienst Cultureel Erfgoed
Massagraf van paarden ontdekt in Borgharen
Persbericht | 29 jun 2010 - 09:49
Archeologen hebben in Borgharen een massagraf blootgelegd met de resten
van 35 tot 50 paarden. Het is voor de eerste keer dat in West-Europa
een graf met zo'n groot aantal paarden is gevonden.
Onderzoek heeft uitgewezen dat het graf dateert uit de zestiende of
zeventiende eeuw. De archeologen gaan ervan uit dat de paarden mogelijk
gedood zijn tijdens gevechten in de Tachtigjarige Oorlog (1568-1648),
of bij de Franse belegering van Maastricht in 1673 door koning Lodewijk
XIV.
Het graf werd enkele weken geleden ontdekt tijdens archeologisch
onderzoek dat Archeodienst in opdracht en op kosten van het Consortium
Grensmaas uitvoert. Het Consortium is de uitvoerder van de
rivierbeveiliging, de natuurontwikkeling en de grindwinning van het
project Grensmaas. De Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed is nauw
betrokken bij de archeologische onderzoeken op de Grensmaaslocaties.
Archeologe Angela Simons van het bureau Hazenberg Archeologie, die de
opgravingen coördineert in opdracht van het Consortium: `De paarden
lagen gestapeld in een greppel. We hebben nagenoeg volledige skeletten
blootgelegd. We hebben ook hoefijzers gevonden. Paardentuig is tot nu
toe niet aangetroffen.' Opvallend is trouwens dat het om relatief
kleine paarden gaat met een stokmaat die schommelt rond de 1.40 meter.
Simons sluit niet uit dat er een verband gelegd kan worden tussen het
paardengraf en de vondst van resten van Franse soldaten enkele jaren
geleden nabij de Maasoever in Borgharen, niet ver van de huidige
vindplaats van het paardengraf. Dat het om Franse soldaten ging, kon
toentertijd vastgesteld worden aan de hand van uniformknopen.
Volgens zoöloge Jessica Grim van Archeodienst gaat het om een vondst
die haar weerga niet kent in West-Europa. De paardenresten zullen dan
ook bewaard en nader onderzocht worden. De datering van het graf is
trouwens vastgesteld via de zogenaamde C14-methode: archeologen kunnen
de oudheid van stoffelijke resten bepalen door het radioactieve verval
van koolstof in de skeletten te meten.