Nationale Ombudsman
Den Haag, 29 juni 2010
Ombudsman: optreden IGZ tegen kleine intensive care-afdelingen zorgt voor
onnodige onrust
De Nationale ombudsman, Alex Brenninkmeijer, vindt dat de Inspectie voor de
Gezondheidszorg (IGZ) in 2007 voor onnodige onrust heeft gezorgd bij
ziekenhuizen en patiënten door onduidelijke communicatie en onzorgvuldige
berichtgeving over de intensive care-zorg in kleine ziekenhuizen. De
ziekenhuizen kregen te laat duidelijkheid over de eisen waaraan zij moesten
voldoen en de termijn waarbinnen dat moest. En in de media gaf de IGZ een te
ongenuanceerd beeld van de kwaliteit van de zorg op de IC-afdelingen bij de
ziekenhuizen. De ombudsman concludeert dit in een onderzoek naar aanleiding
van een klacht van de Vereniging van Samenwerkende Algemene Ziekenhuizen
(SAZ).
De SAZ diende in april 2009 een klacht in bij de Nationale ombudsman.
Zij vond dat de IGZ de reputatie van de kleine ziekenhuizen had
beschadigd door haar reactie en optreden mede naar aanleiding van een
uitzending van het tv-programma NOVA op 17 november 2007. De Nationale
ombudsman startte in oktober 2009 een onderzoek naar het optreden van
de IGZ rondom een onderzoek van de IGZ naar de kwaliteit van intensive
care-afdelingen van kleine ziekenhuizen (de niveau 1 IC's).
Gebrekkige informatieverstrekking
De Nationale ombudsman concludeert dat de IGZ niet tijdig en
onvoldoende duidelijk aan de ziekenhuizen heeft meegedeeld aan welke
cruciale voorwaarden voor verantwoorde zorg zij per wanneer moesten
voldoen en wat de mogelijke consequenties waren. Een aantal
ziekenhuizen voldeed volgens de IGZ niet aan de eisen voor verantwoorde
zorg en mocht daarom geen IC-zorg meer verlenen. Door de gebrekkige
informatieverstrekking over de gehanteerde voorwaarden en de mogelijk
te nemen maatregelen heeft de IGZ de rechtszekerheid van de
ziekenhuizen aangetast.
De IGZ veroorzaakte bovendien onnodige onrust doordat zij eerst het
bericht afgaf dat de IC-afdelingen van elf ziekenhuizen de IC-zorg
moesten staken omdat zij niet aan de eisen voldeden, terwijl reeds een
dag later bleek dat deze ziekenhuizen inmiddels wel aan de vereisten
konden voldoen. Patiënten en hun familie maakten zich daardoor grote
zorgen over de kwaliteit van de geleverde zorg.
Cruciale voorwaarden
Brenninkmeijer vindt dat de IGZ in redelijkheid de voorwaarde kon
stellen dat er een specialist, een 'intensivist', tijdens werkdagen
overdag aanwezig was en dat er een waarborg voor continuïteit van de
IC-zorg in de avond, nacht en het weekend was. Er mogen immers hoge
eisen gesteld worden aan een IC-afdeling, waar patiënten met acute
gezondheidsrisico's worden verpleegd. Tenslotte vindt de ombudsman dat
geen sprake is van actief (en herhaaldelijk) zoeken van media-aandacht
door de IGZ. Het is niet de IGZ geweest die zelf herhaaldelijk
media-aandacht heeft gezocht, zij heeft alleen gereageerd op de
aandacht vanuit de media.
Noot voor de redactie,