Vrije Universiteit Amsterdam
Vrije Universiteit Amsterdam Meer perspectief
28 juni 2010
Onderwijsongelijkheid gedaald door toename onderwijsniveau
Ongelijke onderwijskansen en -uitkomsten
In de loop van de 20e eeuw is in Nederland de ongelijkheid gedaald als we het hebben over het hoogst bereikte onderwijsniveau. Deze daling is niet veroorzaakt door een afname van de ongelijkheid in onderwijskansen, maar omdat de zeer ongelijke eerste stap - al dan niet meer onderwijs volgen na het basisonderwijs - irrelevant is geworden, omdat deze stap vrijwel universeel is geworden. Dit is de belangrijkste bevinding van Maarten Buis die 2 juli op dit onderzoek promoveert aan de faculteit Sociale Wetenschappen van de VU.
Een belangrijke eigenschap van het onderwijs is dat het plaatsvindt in meerdere stappen: een kind maakt eerst het primair onderwijs af, vervolgens gaat het naar het secondair onderwijs, enz. Dit betekent dat er twee soorten onderwijsongelijkheid zijn: sociale ongelijkheid in de kansen om van het ene niveau naar het volgende niveau te gaan, en sociale ongelijkheid in het hoogst bereikte onderwijsniveau. De eerste beschrijft het proces en de laatste de uitkomst. De ongelijkheid in onderwijsuitkomsten kan dalen doordat het onderwijsproces eerlijker wordt of doordat er een verschuiving heeft plaats gevonden in het belang van iedere transitie.
Buis ontdekte dat ondanks grote investering in het eerlijker maken van het proces, de ongelijkheid in onderwijsuitkomsten vooral gedaald is door een verschuiving in het belang van iedere transitie. De reden voor deze verschuiving is het feit dat vrijwel iedereen slaagt voor de eerste transitie - het al dan niet behalen van een vervolgdiploma na de basisschool - waardoor dit nu relatief weinig meer bijdraagt aan de ongelijkheid in onderwijsuitkomsten. De consequentie is dat als we er niet in slagen om het onderwijsproces eerlijker te maken, de trend naar toenemende gelijkheid in onderwijsuitkomsten zal stoppen, aangezien de historische oorzaak voor deze trend nu uitgewerkt is.