Vrije Universiteit Amsterdam Meer perspectief
23 juni 2010
Waterkwaliteit in extreem troebele Waddenzee eindelijk goed in kaart te brengen
Het monitoren van waterkwaliteit in de Waddenzee en andere extreem troebele gebieden met optische remote sensing (via satellietbeelden) is veelbelovend. Hiermee kunnen we - bij onbewolkt weer- een paar keer per week een overzichtskaart van de waterkwaliteit in het hele gebied maken en zo gemakkelijk veranderingen opmerken. Dit concludeert Annelies Hommersom in haar onderzoek waarop ze 28 juni promoveert aan het Instituut voor Milieuvraagstukken van de VU.
Afgelopen zomer werd de Waddenzee toegevoegd aan de UNESCO World Heritage List. Toeristen, mosselkwekers, biologen, iedereen wil dit prachtige gebied behouden. Daarom wordt regelmatig de waterkwaliteit gemonsterd: een hele opgave voor het grootste waddengebied in de wereld. Hommersom bestudeerde de mogelijkheden om waterkwaliteit te monitoren via de kleur, met optische remote sensing (satelliet) data.
Hoewel niet alle waterkwaliteitsparameters afgeleid kunnen worden uit optische satellietdata, geven deze data veel informatie over het onderwaterklimaat. De groene kleur van algen bijvoorbeeld, en troebelheid kunnen relatief gemakkelijk worden gemeten met optische satellieten. Algen op hun beurt kunnen gebruikt worden als maat voor vermesting, terwijl een lage troebelheid belangrijk is voor planten en vis. Daarnaast hebben satellietdata een hoge ruimtelijke resolutie, wat monitoring vergemakkelijkt.
Optische eigenschappen
Om satellietdata voor het monitoren van waterkwaliteit te kunnen gebruiken, moesten eerst de (specifieke) optische eigenschappen van de stoffen in het water bekend zijn. Deze eigenschappen werden, samen met de kleur van het Waddenzeewater, gemeten tijdens veldwerkcampagnes op zee en bleken uiterst variabel te zijn als gevolg van getijden, seizoenen, het weer en een hoge ruimtelijke heterogeniteit. Nu inzicht is verkregen in de optische eigenschappen van de Waddenzee is het gebruik van optische remote sensing data mogelijk.
Hommersom testte vervolgens twee typen optische modellen. Het ene model kon de concentraties van bijvoorbeeld algen weergeven; er is alleen meer validatie-onderzoek nodig om te kijken hoe nauwkeurig het is. Hoewel het andere model geen precieze concentraties geeft bleek heel goed de veranderingen in waterkwaliteit zichtbaar te kunnen maken.
Vrije Universiteit Amsterdam