VU medisch centrum
Nieuwe MEG maakt verbinding tussen vakgebieden
Magnetische mogelijkheden in hersenonderzoek
28 juni 2010
Neuro-oncologie, psychiatrie, bewegingswetenschappen of neurologie; er
is geen vakgebied dat ontkomt aan het meten van hersenactiviteit met
een MEG (Magneto-encefalograaf). VUmc heeft onlangs een nieuwe
MEG-scanner aangeschaft die zowel in de kliniek als in het onderzoek
fascinerende resultaten boekt.
Foto: Mark van den Brink Een deur met een dikte die niet zou misstaan
in een bankkluis sluit de ruimte af waarin sinds het begin van dit jaar
de gloednieuwe magneto-encefalograaf (MEG) staat te pronken. De dikke
muren en deur moeten alle mogelijke verstoring wegnemen, vertelt Arjan
Hillebrand, klinisch fysicus bij de afdeling neurologie. Hij legt uit:
'Met het apparaat kunnen we heel specifiek hersenactiviteit meten. Het
elektrische stroompje dat gepaard gaat met hersenactiviteit levert een
piepklein magnetisch veld op, honderd miljoen keer kleiner dan het
aardmagnetisch veld, en dat meten we.' Elke verstoring van buiten
beïnvloedt echter de meting. 'De gemeente heeft zelfs een
transformatorhuisje van de tram moeten verplaatsen zodat het niet
interfereerde met ons signaal', vertelt Hillebrand.
'De gemeente heeft zelfs een transformatorhuisje moeten
verplaatsen zodat het niet interfereerde met ons signaal'
De MEG, waarvan er zo'n 100 op de wereld zijn, is een variant op de
bekendere EEG, het apparaat waarbij met elektroden op iemands hoofd de
hersenactiviteit wordt vastgesteld door rechtstreeks de elektrische
stroom te meten. 'EEG wordt nog steeds veel gebruikt, vooral omdat het
een veel mobieler apparaat is', weet hoogleraar klinische
neurofysiologie Kees Stam. 'Je hebt echter veel last van de schedel,
iets waar MEG moeiteloos doorheen detecteert.'
De recent aangekochte MEG vervangt de oude, die ruim 12 jaar dienst
heeft gedaan in VUmc. 'De nieuwe heeft veel meer meetpunten', vertelt
Hillebrand. 'Dat maakt dat je meer data verzamelt, waardoor we veel
specifieker de hersenactiviteit kunnen detecteren en lokaliseren.' Een
ander voordeel is de patiëntvriendelijkheid. 'In het nieuwe apparaat
rijd je zo met een bed naar binnen.'
In VUmc wordt de MEG vooral gebruikt voor wetenschappelijk onderzoek:
van de 550 metingen die vorig jaar zijn uitgevoerd, waren er 500 voor
onderzoeksdoeleinden . 'Ook in de kliniek is het apparaat echter van
praktisch, vooral voor neurochirurgie', weet Stam. 'Je kunt er met MEG
namelijk precies achter komen waar bijvoorbeeld iemands taal- of
bewegingscentrum zit. Door voor een operatie van een hersentumor alle
belangrijke gebieden precies aan te wijzen, kan een chirurg daar
vervolgens omheen werken.'
IQ
Het onderzoek waar VUmc de MEG voor inzet is immens divers, variërend
van psychiatrie en neurologie tot bewegingswetenschappen. 'De gemene
deler is dat we vooral kijken naar verbindingen tussen hersengebieden',
vertelt Stam. 'Als twee meetpunten op verschillende plaatsen buiten het
hoofd hetzelfde soort signaal detecteren, is de kans groot dat er een
verbinding tussen de daaronder liggende hersengebieden is. We
onderzoeken zo hoe die verbindingen verschillen tussen mensen of hoe ze
veranderen gedurende de loop van een ziekte.'
De resultaten zijn vaak fascinerend. Zo kwamen Stam en collega's er
achter dat er een duidelijke correlatie is tussen de kwaliteit van de
verbindingen tussen specifieke hersengebieden - onderdeel van het
zogenaamde default network - en iemands IQ. 'Die gebieden zijn
verrassend genoeg actief als je in rust bent. Word jij actief, dan
worden zij direct minder actief', zegt Stam. 'Hoe het precies kan dat
juist deze gebieden met IQ correleren is nog onbekend.'
Hubs
In een ander onderzoek probeert Stam erachter te komen wat er gebeurt
met de verbindingen bij de ziekte van Alzheimer. 'Het brein bevat
functionele netwerken die zogenaamde hubs bevatten, een soort
knooppunten waar veel verbindingen samenkomen', legt Stam uit. 'Met de
MEG toonden we aan dat bij Alzheimer vooral die hubs uitvallen, meer
dan gebieden met weinig verbindingen. Misschien werkt het wel zo dat
één zo'n knooppunt het begeeft, met als gevolg dat andere hubs
overbelast raken en ook uitvallen, net als bij een stroomstoring. Of
dat zo is, onderzoeken we nu verder.'
Verder probeert MOVE, het onderzoeksinstituut VU/VUmc dat zich
bezighoudt met bewegen, met MEG erachter te komen hoe iemand met
bewegingsproblemen het beste kan trainen om de verbindingen in het
brein zo goed mogelijk in stand te houden. Ook werken VUmc en UMC
Utrecht samen om hallucinaties te lokaliseren bij psychiatrische
patiënten. De mogelijkheden lijken eindeloos, zo bleek ook uit het
symposium over MEG-toepassingen dat op 31 mei in VUmc plaatsvond.
'En eigenlijk staan we nog redelijk aan het begin', zegt Stam. 'Het
apparaat is nog niet routinematig te bedienen en levert ingewikkelde
output. Als we dat nog beter snappen, worden de mogelijkheden alleen
maar groter.'
Hidde Boersma
bron: Synaps