Datum 28 juni 2010 -
Afspraken civiel-militaire samenwerking ATM
-
Geachte voorzitter,
Graag informeren wij u over de afspraken die onlangs zijn gemaakt over het
intensiveren van civiel-militaire samenwerking op het gebied van Air Traffic
Management (ATM). In de periode van augustus tot en met december 2009 is
onder onze verantwoordelijkheid, in nauwe samenwerking met de
Luchtverkeersleiding Nederland (LVNL) en het Maastricht Upper Area Control
Center (MUAC), een studie verricht naar kansrijke samenwerkingsvormen op dit
gebied.
Civiel-militaire samenwerking in Europees perspectief
Civiel-militaire samenwerking vervult een sleutelrol in de verwezenlijking van de
Single European Sky (SES) en het Functional Airspace Block Europe Central
(FABEC). De toekomstige toegankelijkheid van het Nederlandse luchtruim is zeer
afhankelijk van de intensivering van civiel-militaire samenwerking, ook met de
omringende landen. Deze moet ervoor zorgen dat het luchtruim beter wordt
ingedeeld en de luchtverkeersleidingsorganisaties meer gaan samenwerken.
Gezien het grote strategische en internationale belang wil Nederland hierin
vooroplopen.
Het belang voor Nederland voor de totstandkoming van FABEC ligt in een
grensoverschrijdende benadering van het luchtruim. Nederland heeft een klein,
maar zeer druk bevlogen luchtruim en bovendien een van Europa's grootste
mainports. Voorts is voldoende militaire oefenruimte voor Defensie van belang om
nu en in de toekomst goed voorbereid te zijn op de door de politiek opgedragen
taken. De luchthaven Schiphol is voor zijn succes afhankelijk van een optimale
luchtzijdige bereikbaarheid, een geavanceerde luchtverkeersleiding met een zeer
hoge piekuurcapaciteit, een grote mate van betrouwbaarheid en een minimale
belasting van omgeving en milieu.
JAS2020 en Luchtvaartnota
In februari 2008 hebben wij u (brief met kenmerk: VenW/DGTL-2007/9647)
geïnformeerd over de JAS2020 studie waarin het Rijk duidelijk heeft gemaakt wat
de inzet is ten aanzien van civiel-militaire samenwerking en wat deze
samenwerking kan betekenen voor de toekomst van het Nederlandse ATM-
systeem. Daaropvolgend hebben wij in mei 2009 in een breder perspectief de
inzet en ambitie van het kabinet op de Nederlandse luchtvaart verwoord in de
a
agina 1 van 4
P
Luchtvaartnota. In de Luchtvaartnota zijn concrete stappen aangekondigd
Datum
waarmee de indeling en het gebruik van het Nederlandse luchtruim en het ATM-
concept worden aangepast. Dit gebeurt aansluitend en waar mogelijk Ons kenmerk
vooruitlopend op bovengenoemde Europese ontwikkelingen. VenW/DGLM-2010/1152
Afspraken VenW-Defensie intensiveren civiel-militaire samenwerking
In het licht van bovenstaande zijn wij voortvarend begonnen met de uitwerking
van onze ambitie in de Luchtvaartnota. In het najaar van 2009 is een studie
verricht naar kansrijke initiatieven om de civiel-militaire samenwerking op het
gebied van ATM te intensiveren. De uitkomsten van deze studie onderschrijven de
eerdere bevindingen uit de JAS2020 studie.
Op basis van deze studie hebben wij afspraken gemaakt over de uitwerking van
onze gezamenlijke ambities en doelstellingen uit de Luchtvaartnota. Deze
afspraken stroken met de Nederlandse en Europese doelstellingen op het gebied
van ATM ten aanzien van capaciteit, veiligheid, kostenreductie en duurzaamheid.
Daarbij hebben we een gezamenlijke doelstelling geformuleerd om te komen tot
een efficiënt, flexibel en kosteneffectief gebruik van het Nederlandse luchtruim.
Graag lichten wij de belangrijkste afspraken hieronder toe.
Flexibel en dynamisch gebruik van het Nederlandse luchtruim
De noodzaak te komen tot een verbetering van het gebruik van het Nederlandse
luchtruim wordt versterkt door de toenemende schaarste in het luchtruim voor
alle gewenste functies. Door een flexibel gebruik van het luchtruim kan het beter
worden benut. Voor de luchtzijdige bereikbaarheid van Nederland en voldoende
militaire oefengebieden is samenwerking in het luchtruimbeheer essentieel. Om
die reden is in 2007 begonnen met de oprichting van een gezamenlijk civiel-
militaire Airspace Flow Management Unit (AFMU) op Schiphol-Oost bij LVNL. In
deze gezamenlijke unit worden door LVNL, MUAC en Defensie vraag en aanbod
van de verschillende luchtruimgebruikers zo goed mogelijk op elkaar afgestemd.
Daarmee voldoet Nederland aan het in de SES-regelgeving voorgeschreven
flexibele gebruik van het luchtruim. Dit versterkt de concurrentiepositie en de
netwerkkwaliteit van de luchthaven Schiphol en het waarborgt de beschikbaarheid
van voldoende militaire oefenruimte.
Met de gemaakte afspraken zal de AFMU halverwege 2010 volledig operationeel
zijn en verdere resultaten kunnen boeken. In de periode daarna zal dit proces
worden geprofessionaliseerd om de benutting van het luchtruim verder te
optimaliseren.
Herindeling Luchtruim
Zoals wij in de Luchtvaartnota hebben aangekondigd werken wij in het licht van
het bovenstaande ook in internationaal verband samen in het FABEC. Een
belangrijke stap is de totstandkoming van een grensoverschrijdend militair
oefengebied voor Nederland en Duitsland nabij Twente (Cross Border Training
Area Land). Dit oefengebied is voor Nederland belangrijk omdat het creëren van
een extra aan- en afvoerroute voor Schiphol in zuidoostelijke richting hierdoor
mogelijk wordt en de beschikbaarheid van voldoende militaire oefenruimte
hiermee gewaarborgd blijft. In de voorbereiding op de totstandkoming van het
oefengebied hebben Nederland en Duitsland een belangrijke eerste stap gezet
met de inwerkingtreding van het Amsterdam RUhr FRAnkfurt (AMRUFRA) project.
Daarover heeft de minister van Verkeer en Waterstaat u per brief van
3 maart 2010 geïnformeerd.
agina 2 van 4
P
Datum
Gezamenlijk luchtruim en procedureontwerp
De werkzaamheden van betrokken partijen aan het ontwerp en procedures Ons kenmerk
worden geïntensiveerd om een integrale benadering en een doelmatige besteding VenW/DGLM-2010/1152
van middelen te bevorderen. Daarbij zal ook de procedure om tot
luchtruimwijziging te komen worden herzien.
Governance: beleid en toezicht
In overeenstemming met het JAS2020-rapport achten wij een intensievere
samenwerking op de terreinen beleid en toezicht van groot belang. Aansluitend bij
de Single European Sky-regelgeving zal in 2010 de totstandkoming van de Joint
National Supervisory Authority (NSA) versneld worden opgepakt. Ook zal een
analyse worden gemaakt van de verdeling van governance-, beleid- en
toezichttaken in de diverse ATM-organisaties. Op basis van die analyse zullen wij
concrete voorstellen doen om de taakverdeling effectiever en doelmatiger in te
richten.
Gezamenlijke radar, navigatie en communicatie-infrastructuur
Ook zijn nadere afspraken gemaakt over het intensiveren van civiel-militaire
samenwerking op het gebied van radar, navigatie en communicatie-infrastructuur.
Hiervoor wordt een nationaal surveillanceplan opgesteld zodat Nederland voldoet
aan de richtlijnen van Eurocontrol voor radardekking. Hierbij wordt rekening
gehouden met de nationale ambitie betreffende de intensivering van windenergie
en zal aansluiting worden gezocht bij de interdepartementale projectgroep
Hoogbouw, Windenergie en Radar.
Optimaliseren Luchtverkeersdienstverlening
OAT proef MUAC
Uit het JAS2020-rapport kwam naar voren dat de LVNL, MUAC en Defensie
momenteel beperkt gebruik maken van elkaars systemen. Vanaf 13 januari 2010
is een proef gestart waarbij gedurende een jaar in de avonduren en weekenden
het militaire luchtverkeer wordt afgehandeld door luchtverkeersleiders in het
MUAC. Eind 2010 wordt de proef geëvalueerd. Dan wordt bezien of de proef
uitgebreid kan worden en of afspraken kunnen worden gemaakt met een blijvend
karakter. Daarbij wordt bijvoorbeeld gekeken naar de uitbreiding van het aantal
uren buiten de weekenden en avonduren en naar de participatie van de
Luchtverkeersleiding Nederland.
Vervanging luchtverkeersleidingsysteem Nieuw Millingen
Het Ministerie van Defensie heeft het voornemen over te gaan tot verwerving van
een nieuw luchtverkeersleidingssysteem op Air Operations Control Station Nieuw
Milligen. Bij deze vervanging wordt naast de toename van doeltreffendheid en
doelmatigheid ook de verbetering van de interoperabiliteit in ogenschouw
genomen. Hierbij zal worden samengewerkt met het MUAC. Dit nieuwe systeem
zal midden 2012 operationeel moeten zijn.
Gezamenlijk training en opleiding Luchtverkeersleiding
Het gezamenlijk organiseren van trainingen en opleidingen legt een belangrijke
basis voor civiel-militaire samenwerking en kan daarnaast leiden tot
kostenbesparingen. Hierin liggen mogelijk kansen voor een gezamenlijke
basisopleiding luchtverkeersleiding en voor het gezamenlijke gebruik van een
simulator en trainingsfaciliteiten. Om die reden hebben we de
Luchtverkeersleiding Nederland en het Commando Luchtstrijdkrachten gevraagd
agina 3 van 4
P
een verkenning te verrichten naar de mogelijkheden op deze terreinen. Daarbij
Datum
zal worden bezien hoe deze samenwerking zich verhoudt tot de ontwikkelingen in
internationaal verband (FABEC). Ons kenmerk
VenW/DGLM-2010/1152
Een nieuw Nederlands ATM-concept
Veel van de bovengenoemde afspraken zien wij als maatregelen die zondermeer
leiden tot de verbetering van de civiel-militaire samenwerking op het gebied van
ATM. Echter, ontwikkelingen in SES en FABEC en de actieve betrokkenheid van
Nederland bij de totstandkoming daarvan vereisen een doorkijk naar de
toekomst. De ontwikkeling van drie naar twee luchtverkeersleidingcentra is een
belangrijk uitgangspunt voor een sterke positionering van Nederland in de
totstandkoming van FABEC. Zoals we in de Luchtvaartnota hebben aangekondigd
achten we het noodzakelijk dat een luchtverkeersleidingcentrum op Schiphol
aanwezig blijft. Daarnaast zullen we deze mogelijke stap nadrukkelijk bezien
vanuit een langetermijnperspectief met een sterke relatie tot de ontwikkeling van
verdergaande samenwerkingvormen in FABEC-verband. Tevens zullen wij
aandacht besteden aan de militaire aandachtspunten, zoals de relatie tot de
militaire luchtgevechtsleiding, overheidsaansturing en een militaire uitzendbare
ATM-capaciteit. In dat licht zullen wij samen met de LVNL en het MUAC een
belangrijke en fundamentele stap zetten in het vormgeven en uitwerken van een
nieuw Nederlands ATM- concept. De uitkomst van dit proces zou een hernieuwde
opzet van centra in nationaal verband of in internationaal verband kunnen zijn.
Internationale succesvoorbeelden van civiel-militaire samenwerking zullen daarbij
in beschouwing worden genomen.
Vervolg
Inmiddels zijn wij met betrokken partijen voortvarend begonnen aan de
uitwerking van alle afspraken en hopen wij op korte termijn de eerste resultaten
te kunnen boeken. We zullen u periodiek informeren over de voortgang van de
gemaakte afspraken.
DE MINISTER VAN VERKEER EN WATERSTAAT,
ir. C. Eurlings
en
DE MINISTER VAN DEFENSIE,
E. van Middelkoop
agina 4 van 4
P
Ministerie van Verkeer en Waterstaat