Voorwaardelijke celstraf en behandeling geëist voor te
vondeling leggen baby
28 juni 2010 - Arrondissementsparket Utrecht
Op zondag 13 september 2009 werd de twee dagen oude baby gevonden in de
Fockema Andrealaan en direct overgebracht naar het daar gelegen
ziekenhuis. Bij de baby lag een brief waarin staat dat de baby Lilly
heet. In november kwam een anonieme tip binnen die, gecombineerd met
ander bewijs uit het politieonderzoek, leidde naar de verdachte.
Op de zitting verklaarde de vrouw, die uit Duitsland afkomstig is, dat
zij ongewenst zwanger was en zich niet geschikt achtte om het kind op
te voeden. Daarom wilde ze de baby niet houden en ging ze naar het
ziekenhuis op zoek naar een zogenoemde Babyklappe. In Duitsland hebben
sommige ziekenhuizen een dergelijk luik waar een moeder in nood een
baby in kan leggen zodat het gelijk verzorgd wordt. Omdat zij een
dergelijk luik niet kon vinden, heeft de verdachte haar baby
achtergelaten op een plek dichtbij het ziekenhuis om ongeveer kwart
over drie. Om kwart voor vier werd de baby gevonden. Inmiddels heeft de
vrouw de baby definitief afgestaan voor adoptie.
De officier van justitie wees op de strafverzwarende omstandigheid dat
de verdachte haar eigen kind te vondeling had gelegd. Anderzijds woog
hij als strafverminderde bepaling mee dat zij bang was dat de bevalling
zou worden ontdekt en het kind kort daarna te vondeling legde. Ook
speelt mee dat de vrouw verminderd toerekeningsvatbaar wordt geacht en
dat dit verband houdt met het te vondeling leggen van het kind. Maar
ook al was haar situatie uitzichtloos, toch rekent de officier het haar
aan dat zij haar eigen belang boven dat van haar pasgeboren baby heeft
gesteld. Er waren immers andere mogelijkheden om tot een oplossing te
komen. Daarom eiste hij een voorwaardelijke gevangenisstraf van vier
maanden met een proeftijd van twee jaar met als voorwaarde verplicht
Reclasseringscontact en behandeling voor haar problematiek.
Openbaar Ministerie