UMC Groningen
Eén miljoen subsidie voor protonenonderzoek
28 juni 2010 Het UMCG en het Kernfysisch Versneller Instituut (KVI) van
de Rijksuniversiteit Groningen hebben 500.000 euro subsidie ontvangen
van Technologiestichting STW voor onderzoek dat moet leiden tot een
nationale standaard voor het meten van protonendosis bij
protonentherapie. Het Van Swinden Laboratorium (VSL) te Delft draagt
250.000 euro bij aan dit onderzoek. Daarnaast heeft de stichting FOM
voor onderzoek in de natuurkunde 375.000 euro beschikbaar gesteld aan
KVI en TU Delft om met behulp van simulaties te onderzoeken hoe
positron emissie tomografie (PET) ingezet kan worden voor
dosis-verificatie bij protonentherapie. In totaal is daarmee één
miljoen euro beschikbaar voor onderzoek in Groningen en Delft naar deze
nieuwe techniek voor het bestralen van tumoren.
Met protonen kunnen tumoren heel precies worden bestraald en kan het
omringende weefsel beter worden ontzien dan met andere methoden. Omdat
het resultaat van de behandeling zeer sterk afhankelijk is van de
dosis, moet die minstens zo nauwkeurig kunnen worden bepaald als bij
conventionele radiotherapie met röntgenstraling. Momenteel is de
onzekerheid in de protonendosimetrie 3 tot 4%. Ter vergelijking: bij
röntgenstraling is de onzekerheid 1%.
Dosimetrie-standaard
De afdeling Radiotherapie van het UMCG en het KVI gaan een
verplaatsbare standaard dosimeter ontwikkelen voor het VSL. Het VSL
(voorheen het Nederlands Meetinstituut NMi) beheert en ontwikkelt in
opdracht van de Nederlandse overheid dé nationale meetstandaarden. De
ervaringen die het VSL met de dosimetriestandaard opdoet, moeten onder
meer voorschriften en aanbevelingen opleveren voor het nauwkeurig meten
van de protonendosis in klinieken.
Bij protonentherapie geven protonen hun stralingsdosis af in een scherp
afgegrensd gebied ter plaatse van de tumor (de Bragg peak). Hierdoor
ontvangt het omringende gezonde weefsel relatief weinig straling. Het
is van groot belang dat de juiste stralingsdosis zo goed mogelijk
ruimtelijk verdeeld wordt in het doelgebied (de tumor). Op dit moment
is PET de enige non-invasieve technologie die het mogelijk maakt dit te
controleren (dosis-verificatie). Echter, hiervoor dient de technologie
nog verbeterd te worden. KVI en TU Delft gaan onderzoek doen naar de
effecten van verbeteringen van PET-technologie op de toepasbaarheid van
PET bij protonentherapie.
Protonentherapie in Nederland
Gebaseerd op een tiental jaren ervaring met onderzoek op het gebied van
protonentherapie, ontwikkelt het UMCG samen met het KVI, de
Rijksuniversiteit Groningen, TU Twente en het Paul Scherrer Instituut
in Villigen (bij Zürich, Zwitserland) plannen voor de bouw van een
protonenfaciliteit op het terrein van het UMCG. Dit
samenwerkingsverband is één van de drie consortia die momenteel in
Nederland plannen ontwikkelen voor de bouw van een protonenkliniek. Om
protonentherapie beschikbaar te maken voor patiënten in Nederland is
het belangrijk dat de therapie en indicatiestelling worden opgenomen in
de basiszorgverzekering. Na de zomer wordt hierover een besluit van het
College van Zorgverzekeringen verwacht.
Contactinformatie: Voor meer informatie kunt u contact opnemen met
persvoorlichting van het UMCG, tel. (050) 361 22 00.