Rijksoverheid
'`Stoer en cool, maar ook erg gevaarlijk"
Toespraak | 26-06-2010
Vice-premier Rouvoet roemt in toespraak tijdens Veteranendag
onderwijsproject van voormalig militairen.
Koninklijke Hoogheid, ridders Militaire Willemsorde, veteranen, dames
en heren.
En natuurlijk: beste leerlingen!
Graag wil ik met jullie aanwezigheid beginnen.
Ik vind het heel belangrijk dat jullie hier zijn. Daardoor maken jullie
duidelijk dat jullie geïnteresseerd zijn in de ervaringen en verhalen
van veteranen. En jullie zijn niet de enigen. Honderdduizenden
Nederlandse jongeren zijn daarin geïnteresseerd.
Dat blijkt duidelijk uit de grote animo die er is voor het
onderwijsproject Verhalen van Veteranen. Duizenden leerlingen van de
laatste klassen van de basisschool en de eerste klassen van het
voortgezet onderwijs luisteren jaarlijks naar de verhalen van
veteranen. Zowel naar de verhalen van oude veteranen die de Tweede
Wereldoorlog nog hebben meegemaakt of in Nederlands Indië hebben
gevochten, als naar de verhalen van jonge veteranen die bijvoorbeeld in
Irak of Afghanistan zijn geweest.
Dat die verhalen indruk maken, is te merken aan de reacties van
leerlingen.
Ik wil er graag een paar noemen.
Een leerling van een middelbare school schreef na afloop van de les:
"Ik vind het goed dat u dit soort dingen doet, want als dat niet wordt
gedaan, blijft iedereen met zijn eigen idee over uw werk zitten". Een
ander schreef: "Soldaten zijn niet alleen stoer en cool, maar hebben
ook erg gevaarlijk werk". En een derde: "We moeten blij zijn met onze
vrijheid, want er zijn mensen die helemaal geen vrijheid hebben".
De reacties van deze drie leerlingen maken in een paar woorden
duidelijk hoe belangrijk het is dat jongeren uit de mond van een
veteraan te horen krijgt wat soldaten precies doen tijdens een
vredesmissie of een oorlog. Veel jongeren hebben, vaak als gevolg van
computerspellen en films, een vertekend beeld van militairen. Het is
goed dat dat beeld wordt bijgesteld en dat duidelijk wordt gemaakt dat
soldaten als ze op een missie zijn veel meer zijn dan mensen met een
geweer. Dat ze ook diplomaat zijn, opbouwwerker, adviseur en
hulpverlener.
Ik wil dan ook graag alle veteranen - jong en oud - die vrijwillig de
scholen bezoeken complimenteren voor hun inzet waarmee ze de lessen
geven en duidelijk maken wat voor werk ze deden tijdens een missie.
En er is nog een andere reden waarvoor ik deze vrijwilligers wil
bedanken. Ze zetten het werk voort van een aantal overlevenden van de
Tweede Wereldoorlog. Ongeveer tweehonderd overlevenden, inmiddels
allemaal mensen op hoge leeftijd, bezoeken al jarenlang scholen en
vertellen aan leerlingen hun verhalen over de oorlog. Hoe ze
ondergedoken hebben gezeten, de ontberingen die ze hebben doorstaan in
een concentratiekamp, waarom ze in het verzet gingen en hoe blij ze
waren toen geallieerde troepen Nederland kwamen bevrijden.
En net als bij de veteranen hangen de leerlingen aan de lippen van deze
oorlogsgetuigen. De verhalen die verteld worden, maken veel meer indruk
dan welk geschiedenisboek ook.
Maar, zoals we allemaal weten, binnen afzienbare tijd kunnen we de
verhalen van deze mensen niet meer van henzelf horen. Gelukkig wordt
die leemte voor een belangrijk deel opgevuld door de verhalen van
jongere veteranen. Want het zal u duidelijk zijn dat wat de jonge
veteranen vertellen uiteindelijk over hetzelfde thema gaat als waar de
oorlogsgetuigen over vertellen: dat vrede en veiligheid niet
vanzelfsprekend zijn. Dat was vroeger zo en dat is nog steeds zo. En
net als vroeger zijn er ook nu mensen die daarvoor hun leven in de
waagschaal stellen.
Het is daarom zo belangrijk dat we al die mensen die zich inzetten voor
vrede en veiligheid een hart onder de riem steken. Zoals we dat vandaag
doen tijdens de Veteranendag. In landen als Canada en Amerika is de
Veteranendag al een traditie en dat begint het nu ook in Nederland te
worden. Elk jaar komen steeds meer mensen naar Den Haag om Veteranendag
te vieren en hun waardering voor de veteranen kenbaar te maken. Ik ben
daar erg blij mee.
Maar ook al is dit een feestelijke dag, het is ook goed om stil te
staan bij de risico's die soldaten lopen die deelnemen aan een missie.
Ik zei het al, als je op missie gaat, loop je altijd het risico dat je
gewond raakt, of nog erger: om het leven komt. Het is voor mij en voor
de meeste Nederlanders steeds opnieuw een schok te moeten horen dat
iemand, veelal in de bloei van zijn leven en soms niet veel ouder dan
de leerlingen hier aanwezig, gedood is tijdens een missie.
Daarnaast zijn er ook soldaten, die, als ze eenmaal zijn teruggekeerd
van hun missie, hun missie niet kunnen loslaten. Ze hebben er moeite
mee hun ervaringen te verwerken. Een veteraan die in Bosnië had
gediend, omschreef dat onlangs in een kranteninterview als volgt: "Het
is lastig schakelen. Je denkt nog altijd aan het oorlogsgebied, maar je
moet thuis ook weer je sloffen kunnen aantrekken".
Het is belangrijk dat we daar als samenleving veel aandacht aan
besteden en deze veteranen de best mogelijk nazorg bieden. Daar zet het
kabinet zich ook voor in.
Maar laten we ook het belang van een dag als vandaag niet
onderschatten. Het doet iedere veteraan goed om te zien dat zijn werk
wordt erkend en gewaardeerd. Dat er vandaag tienduizenden mensen naar
Den Haag zijn gekomen om duidelijk te maken dat ze achter `hun'
veteranen staan. Het maakt onderdeel uit van de nazorg voor alle
veteranen.
Dat is het belang van deze dag en dat is ook het belang van het
onderwijsproject, waarover ik eerder vertelde.
Ik wens iedereen een prettige dag toe!
Afzender
* Jeugd en Gezin
Bel 0800-8051 voor vragen aan de Rijksoverheid