Contactpersoon Ons kenmerk Uw kenmerk Doorkiesnummer
mr. dr. N. Sitompoel OPTA/ACNB/2010/201829
Datum Onderwerp Bijlage(n)
Consultatie herziening uitgiftebeleid korte
informatienummers
Geachte heer, mevrouw,
Deze brief dient om u te informeren over het voornemen van het college van de Onafhankelijke Post
en Telecommunicatie Autoriteit (hierna: het college) om de beleisen voor korte informatienummers af
te schaffen en u uit te nodigen om te reageren op dit voornemen.
Het college heeft in 1998 beleisen vastgesteld voor de toekenning van korte informatienummers
(0800-/090x-nummers).1 De beleisen vormen een instrument om deze schaarse nummers efficiënt te
beheren en te voorkomen dat de voorraad nummers niet snel uitgeput raakt. In 2001 en in 2007 zijn de
beleisen verlaagd.2
Naar aanleiding van de verlaging van de beleisen in 2007 is begin 2008 een toezichtactie gehouden, in
het kader waarvan het gebruik van korte informatienummers is getoetst aan de verlaagde beleisen. Als
gevolg van deze toezichtactie is een aantal nummers waarvan het gebruik niet voldeed aan de
beleisen, ingetrokken onder gelijktijdige toekenning voor bepaalde tijd om uitfasering van de nummers
mogelijk te maken. Uit de Schaarsterapportages van 2008 en 20093 blijkt dat (als gevolg van de
beleisen) de uitgiftepercentages van de verschillende reeksen laag zijn. Daarnaast blijkt uit de
rapportages dat de vraag naar korte informatienummers zelfs na de verlaging van de beleisen in 2007
significant is afgenomen. Los van deze constatering blijkt ook dat partijen niet meer korte
informatienummers aanvragen dan bijvoorbeeld lange informatienummers. Het college heeft het
vermoeden dat partijen vanwege de beleisen te terughoudend zijn in het aanvragen van korte
informatienummers.
1 Stcrt. 1997, nr. 248, p. 36.
2 Stcrt. 2001, nr. 21, p. 17; Stcrt. 2007, nr. 124, p. 21.
3
Het voorgaande is aanleiding geweest om het uitgiftebeleid ten aanzien van korte informatienummers
te herzien. In het onderhavige document maakt het college zijn voornemen tot het afschaffen van de
beleisen voor korte informatienummers bekend. De beleisen zullen worden vervangen door een
controle op het verwezenlijken van het voorgenomen gebruik van korte informatienummers.
Het college is voornemens het herziene uitgiftebeleid vast te stellen. Alvorens dit herziene beleid vast
te stellen, wil het college zijn voornemen graag voorleggen aan de markt. Middels het onderhavige
document consulteert het college de voorgenomen herziening van het uitgiftebeleid. Het college nodigt
alle betrokken partijen en andere geïnteresseerden uit om op dit voornemen te reageren. Op de
website van het college (www.opta.nl) vindt u het consultatiedocument `Voornemen tot herziening van
het uitgiftebeleid voor korte informatienummers'. Uw reactie zal bijdragen aan de kwaliteit van het
uitgiftebeleid van het college.
Reacties op dit consultatiedocument kunt u vóór 26 juli 2010 schriftelijk kenbaar maken ter attentie
van de in het briefhoofd vermelde contactpersoon onder vermelding van `Consultatie herziening
uitgiftebeleid korte informatienummers'.
Hoogachtend,
HET COLLEGE VAN DE ONAFHANKELIJKE POST EN TELECOMMUNICATIE AUTORITEIT,
namens het college,
Plv. hoofd afdeling Consument, Nummers en Bestuur
mw. mr. I.M.A. van der Hart
Voornemen tot herziening van het uitgiftebeleid voor korte informatienummers
OPTA/ACNB/2010/201829
28 juni 2010
Aanleiding
Het college van de Onafhankelijke Post en Telecommunicatie Autoriteit (hierna: het college) heeft in
1998 beleisen vastgesteld voor de toekenning van korte informatienummers (0800-/090x-nummers).4
De beleisen vormen een instrument om deze schaarse nummers efficiënt te beheren en te voorkomen
dat de voorraad nummers niet snel uitgeput raakt. In 2001 zijn de beleisen verlaagd.5 In 2007 zijn de
beleisen nogmaals verlaagd.6
Naar aanleiding van de verlaging van de beleisen in 2007 is begin 2008 een toezichtactie gehouden,
waarin het gebruik van korte informatienummers is getoetst aan de verlaagde beleisen. Als gevolg van
deze toezichtactie is een aantal nummers waarvan het gebruik niet voldeed aan de beleisen,
ingetrokken onder gelijktijdige toekenning voor bepaalde tijd (één jaar) om uitfasering van de nummers
mogelijk te maken. Aangezien vanaf begin 2009 de uitfaseringstermijn van een jaar voor de eerste
ingetrokken nummers afliep, heeft het college op eventuele verlengingsverzoeken geanticipeerd door,
conform de huidige praktijk, nummerhouders de mogelijkheid te bieden de toekenning nogmaals te
verlengen (voor twee jaar) en partijen op die manier in staat te stellen om alsnog aan de beleisen te
voldoen.
Uit de Schaarsterapportages van 2008 en 20097 blijkt dat (als gevolg van de beleisen) de
uitgiftepercentages van de verschillende reeksen laag zijn, zodat er nog voldoende korte
informatienummers beschikbaar zijn. Daarnaast blijkt uit de rapportages dat de vraag naar korte
informatienummers zelfs na de verlaging van de beleisen in 2007 significant is afgenomen.8 Los van
deze constatering blijkt ook dat partijen niet meer korte informatienummers aanvragen dan
bijvoorbeeld lange informatienummers.
Gelet op het feit dat de toekenningen voor bepaalde tijd vanaf januari 2011 aflopen, alsmede het feit
dat er thans geen sprake is van dreigende uitputting van de voorraad korte informatienummers, is het
wenselijk dat het college zijn uitgiftebeleid ten aanzien van korte informatienummers herziet. In dit
consultatiedocument maakt het college zijn voornemen tot het afschaffen van de beleisen voor korte
informatienummers bekend. De beleisen zullen worden vervangen door een controle op het
verwezenlijken van het voorgenomen gebruik van korte informatienummers.
4 Stcrt. 1997, nr. 248, p. 36.
5 Stcrt. 2001, nr. 21, p. 17.
6 Stcrt. 2007, nr. 124, p. 21.
7
8 Slechts het uitgiftepercentage van 0906-nummers is stabiel gebleven.
Huidig uitgiftebeleid
In het huidige uitgifteproces wordt bij een aanvraag van een kort informatienummer onder andere
getoetst of de aanvrager aannemelijk kan maken bijvoorbeeld op grond van het totaal aantal te
verwachten belminuten of belpogingen9 of hij zal voldoen aan de beleisen voor het aangevraagde
nummer. Als dat het geval is, wordt het nummer voor bepaalde tijd (twee jaar) toegekend. Als de
nummerhouder na afloop van die periode voldoet aan de beleisen, wordt het nummer opnieuw voor
onbepaalde tijd aan hem toegekend. Als de nummerhouder na afloop van die periode niet in staat is
gebleken aan de beleisen te voldoen, maar aannemelijk maakt dat hij daar in de toekomst wel aan zal
voldoen, wordt het nummers nogmaals voor een periode van twee jaar aan hem toegekend. Als de
nummerhouder na afloop van die periode alsnog voldoet aan de beleisen, wordt het nummer opnieuw
voor onbepaalde tijd aan hem toegekend. Als dat niet het geval is, wordt de toekenning niet nogmaals
verlengd.
Loslaten beleisen
Zoals hiervoor reeds is uiteengezet en gelet op de ontwikkeling in het uitgifteverloop van korte
informatienummers, is er op dit moment geen sprake van dreigende uitputting van de voorraad korte
informatienummers. Het college is dan ook voornemens de beleisen voor korte informatienummers af
te schaffen. De administratieve lasten voor nummerhouders zullen als gevolg hiervan aanzienlijk
afnemen. Nummerhouders zullen immers niet meer worden geconfronteerd met de periodieke
verplichting om verkeersgegevens op te leveren ter onderbouwing van de beleisen en ook niet meer
met (herhaaldelijke) toekenningen voor bepaalde duur en daarmee gepaard gaande kosten.
Gevolgen loslaten beleisen
Een mogelijk gevolg van het loslaten van de beleisen is dat nummers worden aangevraagd ten
behoeve van voorraad en dat deze dus niet worden gebruikt. Het gevolg daarvan is dat, in
tegenstelling tot de huidige trend, de voorraad korte informatienummers op korte termijn uitgeput kan
raken. Er zou dan geen sprake zijn van efficiënt beheer en doelmatig gebruik van deze nummers.
Toekomstige toetsingscriteria
Om de schaarse reeksen korte informatienummers efficiënt te beheren en doelmatig te gebruiken, zal
de uitgifte van deze nummers op een ander, wettelijk, criterium worden getoetst. Na afschaffing van de
beleisen zal de focus bij de uitgifte van korte informatienummers liggen op het verwezenlijken van het
voorgenomen gebruik van deze nummers. Dit houdt in dat het nummer in gebruik wordt genomen en in
gebruik moet blijven. Op grond van artikel 4.7, eerste lid, onder b, jo. 4.3, tweede lid, onder a,
Telecommunicatiewet (hierna: Tw) en artikel 3, eerste lid, Regeling beperking toekenning nummers10 is
de nummerhouder verplicht het voorgenomen gebruik van een kort informatienummer binnen zes
maanden na toekenning te verwezenlijken. Vanuit het oogpunt van efficiënt beheer en doelmatig
gebruik van korte informatienummers, zal het college dit criterium bij de uitgifte van deze nummers
toetsen. Het college zal bij de beoordeling van een (nieuwe) aanvraag voor een kort informatienummer
9 Ook dient een aanvrager aan te geven waarom hij verwacht dat er veel wordt gebeld.
10 Stcrt. 1998, nr. 230, p. 7.
het voorgenomen gebruik van het aangevraagde korte informatienummer toetsen of, als daar
aanleiding toe bestaat, het daadwerkelijk gebruik van reeds toegekende nummers controleren. Dit
betekent dat het college zich bij de toetsing van nummeraanvragen voor korte informatienummers met
name zal richten op partijen die zelf veel nummers gebruiken of in gebruik geven aan derden of op
partijen die veel nummers tegelijkertijd aanvragen. Hierna zal op hoofdlijnen de procedure voor het
aanvragen en behandelen van aanvragen voor korte informatienummers worden beschreven.
Voor de beoordeling van een aanvraag voor een kort informatienummer dient het college over
bepaalde informatie te beschikken. Bij een aanvraag voor een kort informatienummer dient de
aanvrager in ieder geval de volgende informatie te verstrekken:
- of hij eerder een kort informatienummer11 heeft aangevraagd;
- zo ja, of het eerder aan hem toegekende nummer in gebruik is;
- zo nee, waarom hij een nieuwe aanvraag indient terwijl het eerder aan hem toegekende
nummer nog niet in gebruik is;
- welke dienst met het aangevraagde nummer wordt aangeboden; en
- welk tarief voor het nummer bij de beller in rekening zal worden gebracht.
Het college zal bij de beoordeling van de aanvraag de volgende toetsingscriteria hanteren:
1) Conform het huidige beleid zal het college de aanvrager in het aanvraagformulier verzoeken
aan te geven of hij het aangevraagde korte informatienummer12 zelf zal gebruiken. Indien de
aanvrager het nummer niet zelf zal gebruiken, dient hij aan te geven wie het nummer zal
gebruiken.13 Tevens zal het college de aanvrager in het aanvraagformulier verzoeken de
dienst te omschrijven die met het nummer zal worden geboden. In die zin kan worden getoetst
of de toekenning in overeenstemming is met het nummerplan (artikel 4.3, eerste lid, onder b,
Tw). Daarnaast zal het college er conform het huidige beleid op toezien dat per dienst één
nummer wordt gebruikt (artikel 4.3, tweede lid, sub b, Tw). Zo wordt bij de aanvraag van een
nieuw kort informatienummer beoordeeld of middels het aangevraagde nummer een andere
dienst wordt aangeboden dan de dienst die de nummerhouder middels een eventueel reeds
aan hem toegekend kort informatienummer aanbiedt. In die zin beoordeelt het college vanuit
het oogpunt van efficiënt beheer en doelmatig gebruik of het in de aanvraag omschreven
voorgenomen gebruik de toekenning van het gevraagde nummer noodzakelijk maakt (artikel
4.3, tweede lid, onder e, Tw).
2) Als een aanvrager reeds beschikt over een kort informatienummer14 kan het college de
aanvrager verzoeken aan te tonen dat dit nummer daadwerkelijk wordt gebruikt. In dit verband
11 Of, indien van toepassing, meerdere korte informatienummers.
12 Of, indien van toepassing, de aangevraagde korte informatienummers.
13 In dit verband wijst het college er op dat op grond van artikel 4.9, derde lid, onder a, Tw jo. artikel 3.7, onder a, Regeling
universele dienstverlening en eindgebruikersbelangen (hierna: Rude), een nummergebruiker een aan hem in gebruik gegeven
kort informatienummer niet in gebruik geeft aan een ander. Op grond van artikel 4.9, derde lid, onder b, Tw registreert de
nummerhouder de bij artikel 3.8 Rude vastgestelde gegevens over de nummergebruiker en over het gebruik van het nummer.
14 Of, indien van toepassing, meerdere korte informatienummers.
kan het college de nummeraanvrager in ieder geval verzoeken om aan te tonen dat het
toegekende nummer technisch is aangesloten.15 Een aanvrager die tevens nummerhouder is,
kan dit bijvoorbeeld aantonen door het overleggen van een contract met de platformaanbieder
waaruit blijkt dat het reeds aan hem toegekende korte informatienummer is aangesloten.
Daarnaast kan de nummerhouder worden verzocht het daadwerkelijk gebruik van het korte
informatienummer aan te tonen door gegevens over verkeer naar dat nummer te overleggen of
door aan te tonen dat het nummer kenbaar is voor het publiek. Met het oog op het laatste zal
de nummerhouder in dat geval worden verzocht aan te tonen dat het korte informatienummer
in bijvoorbeeld reclame-uitingen of op een website wordt genoemd. Als een eerder toegekend
nummer niet in gebruik is, wordt de aanvraag afgewezen op grond van artikel 4.3, tweede lid,
sub b, Tw.
De toekomstige toetsingscriteria zullen ertoe leiden dat als aan alle vereisten is voldaan, het
aangevraagde nummer voor onbepaalde tijd wordt toegekend. Echter, als de aanvrager niet aan de
eisen voldoet, zal de aanvaag worden afgewezen.
Beleidsvoornemen en huidige nummerhouders
Voor nummerhouders aan wie op het moment van inwerkingtreding van het nieuwe beleid korte
informatienummers voor bepaalde tijd zijn toegekend, vervalt vanaf dat moment de verplichting om aan
de beleisen te voldoen. Wel geldt voor deze nummerhouders onverkort de verplichting dat het gebruik
van de aan hen toegekende korte informatienummers binnen zes maanden na toekenning moet zijn
verwezenlijkt. Daarnaast zullen deze nummerhouders voor het verstrijken van de termijn van de
toekenning voor bepaalde tijd een beschikking voor onbepaalde tijd moeten aanvragen.
Mogelijk toekomstige doelmatigheidsheffing
De nieuwe beoordelingscriteria bij de uitgifte van korte informatienummers kunnen leiden tot een
toename in de uitgifte van deze nummers en mogelijk zelfs tot (dreigende) uitputting. Met het oog op
eventuele toekomstige uitputting van de nummervoorraad overweegt het ministerie van Economische
Zaken de wenselijkheid om in de Telecommunicatiewet een wettelijke grondslag te creëren voor een
doelmatigheidsheffing, zoals bedoeld in artikel 13 van de Machtigingsrichtlijn16, naast de
administratieve bijdragen. Een dergelijke heffing heeft ten doel een optimaal gebruik van korte
informatienummers te waarborgen. Een aantal buitenlandse toezichthouders hanteert dergelijke
doelmatigheidsheffingen.17
15 Op deze wijze beoordeelt het college bijvoorbeeld ook aanvragen voor mobiele telefoonnummers. Bij de aanvraag wordt
gecontroleerd of de mobiele telefoonnummers die reeds aan de aanvrager zijn toegekend, efficiënt worden gebruikt.
16 Richtlijn 2002/20/EG van het Europees Parlement en de Raad van 7 maart 2002 betreffende de machtiging voor
elektronische-communicatienetwerken en -diensten, PbEG 2002 L 108/21.
17 Zo hanteert bijvoorbeeld de Belgische toezichthouder BIPT voor 800- en 90x-premium rate numbers naast de eenmalige
toekenningskosten van 1.061 een jaarlijkse vergoeding van 796, en hanteert de Franse toezichthouder ARCEP voor vier- en
zescijferige premium rate numbers een jaarlijkse vergoeding van 40.000.
Intrekking Beleidsregels achtcijferige informatienummers; toepassing Beleidsregels 0909
medianummers
De nieuwe beleidsregels treden in de plaats van de Beleidsregels achtcijferige informatienummers.18
De Beleidsregels uitgifte en beheer van achtcijferige 0909 medianummers blijven onverkort gelden.19
18 Stcrt. 2007, nr. 124, p. 21.
19 Stcrt. 2009, nr. 43, p. 6.
Bijlage Relevante wetsartikelen
Artikel 4.3 Tw luidt:
"1. Een toekenning wordt geweigerd, indien:
(...);
b. de toekenning in strijd is met het desbetreffende nummerplan of een op grond van artikel 4.2, vijfde
lid, vastgestelde aanwijzing;
(...)
2. Een toekenning kan geheel of gedeeltelijk worden geweigerd, indien:
a. op grond van de aanvraag redelijkerwijs niet is te verwachten dat het voorgenomen gebruik binnen
een jaar, of binnen een bij ministeriële regeling voor bij die regeling aan te wijzen categorieën van
nummers te bepalen kortere termijn, wordt verwezenlijkt;
b. het in de aanvraag omschreven voorgenomen gebruik de toekenning van de gevraagde hoeveelheid
nummers niet rechtvaardigt;
(...)
e. het in de aanvraag omschreven voorgenomen gebruik de toekenning van de gevraagde nummers
niet noodzakelijk maakt.
(...)"
Artikel 4.7 Tw luidt:
"1. Een toekenning wordt door het college gewijzigd of ingetrokken, indien:
(...)
b. de redenen die ten grondslag lagen aan de toekenning zijn vervallen;
(...)"
Artikel 3 Regeling beperking toekenning nummers luidt:
"1. De toekenning van korte informatienummers, niet zijnde geharmoniseerde nummers, en
viercijferige carrierselectienummers, kan geheel of gedeeltelijk worden geweigerd indien op grond van
de aanvraag te verwachten is dat het voorgenomen gebruik daarvan niet binnen zes maanden wordt
verwezenlijkt.
(...)"
Artikel 13 Machtigingsrichtlijn luidt:
"De lidstaten kunnen de betrokken instantie toestaan de gebruiksrechten voor radiofrequenties of
nummers of rechten om faciliteiten te installeren op, boven of onder openbare of particuliere eigendom,
te onderwerpen aan vergoedingen die ten doel hebben een optimaal gebruik van deze middelen te
waarborgen. De lidstaten zorgen ervoor dat deze vergoedingen objectief gerechtvaardigd, transparant
en niet-discriminerend zijn en in verhouding staan tot het beoogde doel en zij houden rekening met de
doelstellingen van artikel 8 van Richtlijn 2002/21/EG (Kaderrichtlijn)."
Onafhankelijke Post en Telecommunicatie Autoriteit