Ingezonden persbericht
SP: Waterleidingbedrijf Vitens moet stoppen met commercieel bijbeunen in
China
Gelders SP-statenlid Alex Mink vindt dat waterleidingbedrijf Vitens, dat
voor 7,3% in handen van de provincie Gelderland is, moet stoppen met
commerciële activiteiten in China. Dochterbedrijf Vitens-Evides
International probeert voet aan de grond te krijgen in China en heeft
onlangs een contract gesloten met een bedrijf uit Zhengzhou. De afspraak
was dat Vitens en andere waterleidingbedrijven maximaal 1% van de omzet
inzetten voor ontwikkelingshulp. De SP wil weten of deze activiteiten wel
passen binnen de Drinkwaterwet en of de provincie als aandeelhouder wil
gaan ingrijpen.
Vitens-Evides International was onlangs aanwezig tijdens de Holland Water
Week in Shanghai. Daar konden waterbedrijven uit China en Nederland
contact met elkaar leggen. Het dochterbedrijf van Vitens sloot onlangs een
contract met een waterbedrijf uit Zhengzhou om industrieel afvalwater te
reinigen.
Bij de behandeling van de Drinkwaterwet stelde de minister van VROM dat
waterleidingbedrijven maximaal 1% van de omzet mogen inzetten voor
ontwikkelingshulp. Die ontwikkelingshulp moet een bijdrage leveren aan de
Millenniumdoelen van de VN, zoals toegang tot schoon en veilig drinkwater.
De minister van VROM vindt dat de publieke aandeelhouders van de
waterleidingbedrijven moeten toezien op deze ontwikkelingshulp. Volgens
Vitens vallen de activiteiten van het dochterbedrijf Vitens-Evides
International daar ook onder omdat veel mensen in China geen toegang
hebben tot schoon en veilig drinkwater. Gedeputeerde Staten van Gelderland
moeten dan ook uitleggen hoe dit bijbeunen van de internationale tak van
Vitens in China binnen de afspraken past.
Mink: "waterexperts zeggen juist dat het vooruit gaat met het drinkwater
in China. Op enkele gebieden lopen ze daar zelfs voor op Nederland. Dat
geld kan veel beter worden besteed aan mensen in Afrikaanse
ontwikkelingslanden zoals Tanzania en Oeganda. Daar zit de overheid goed
in elkaar en is de hulp het hardst nodig. Laat Vitens daar geld en kennis
in steken in plaats van bijbeunen met Chinees industriewater".
SP-statenlid Alex Mink heeft de volgende vragen ingediend:
Vragen
1. Volgens het genoemde artikel heeft VEI contacten gelegd tijdens de
World Expo in Shanghai. De desbetreffende activiteit, de Holland Water
Week, werd door de provincie Zuid-Holland opgezet en had als doel om de
contacten tussen waterbedrijven uit Nederland en China te versterken. VEI
tekende een contract met een waterbedrijf uit Zhengzhou. In hoeverre is
het college bekend met deze activiteiten?
2. Beschikt u over informatie over de aard en omvang (in euro's en als
percentage van de omzet) van de buitenlandse activiteiten van VEI en de
mate waarin Vitens risico in deze onderneming draagt?
3. Hoe verhouden deze activiteiten zich tot artikel 7 lid 4 van de
Drinkwaterwet en de richtlijn dat hooguit 1% van de omzet via buitenlandse
activiteiten mag worden behaald en deze omzet bovendien een relatie dient
te hebben met de uitvoering van het WASH-akkoord in het kader van de
Millenniumdoelen van de VN, die tevens is neergelegd in de beleidsbrief
van de minister van VROM , dus niet mag komen uit puur commerciële
activiteiten? Ik wijs daarbij ook op het standpunt van de minister van
VROM dat de invulling van de 1%-regel aan de publieke aandeelhouders wordt
overgelaten .
4. Is het college bereid om toezicht te houden op de naleving van de norm
als genoemd in vraag 3 vanuit haar taak als vertegenwoordiger van de
aandeelhouder provincie Gelderland? Zo nee, waarom niet?
5. Indien het college niet bereid is om toezicht te houden op de norm als
genoemd in vraag 3: acht het college het dan aanvaardbaar dat financiële
belangen prevaleren boven publieke en wettelijke belangen die
waterbedrijven dienen te borgen?
6. De betrokken bedrijven stellen dat de commerciële activiteiten
vennootschappelijk en boekhoudkundig van elkaar zijn gescheiden. Deelt het
college deze mening? Is het college het met ons eens dat deze activiteiten
discutabel zijn in het licht van de publieke en wettelijke taken van de
drinkwaterbedrijven en eigenlijk niet goed kunnen worden gescheiden van de
publieke tak van Vitens?
7. In hoeverre lopen klanten uiteindelijk het risico dat zij moeten
meebetalen aan tekorten binnen VEI?