Ingezonden persbericht
PERSBERICHT
Patiënt waardeert stop-met-rokenadvies huisarts
Vergoeding leidt tot meer succes
Den Haag, 25 juni 2010 - Het advies van de huisarts te stoppen met roken brengt meer dan vier op de vijf rokers ertoe dat ook echt te overwegen. Tweederde van de rokers gaf zelfs aan dat ze daardoor een stoppoging hebben ondernomen. Dit blijkt uit een analyse van de ervaringen van rokers met de stoppen-met-rokenadvisering door Nederlandse huisartsen in de afgelopen negen jaar. De ondervraagde rokers geven aan het (zeer) te waarderen als de huisarts hen het advies geeft om te stoppen. Door te komen tot vergoeding van hulp bij stoppen wordt een drempel weggenomen voor huisartsen om meer te adviseren en daarbij te verwijzen naar bewezen werkzame hulp. Meer rokers zullen dan met succes stoppen met roken.
Van alle rokers die in 2009 de huisarts bezochten, zei 21% een stop-met-rokenadvies van hun huisarts te hebben gekregen. Van de rokers die in 2009 met hun huisarts over (stoppen met) roken spraken, kreeg 60% concreet het advies te stoppen met roken. Het aantal stopadviezen is in de afgelopen jaren echter nauwelijks gestegen. Hier liggen kansen de roker te helpen bij het stoppen, want uit onderzoek is gebleken dat een dergelijk advies van de huisarts rokers stimuleert het gevecht aan te gaan met hun verslaving. 'Het is daarbij van belang dat de huisartspraktijk kan doorverwijzen naar laagdrempelige ondersteuning bij het stoppen met roken', aldus Pieter van den Hombergh, senior beleidsadviseur van de Landelijke Huisartsen Vereniging. 'Het gaat om verwijsmogelijkheden in de buurt van de patiënt zonder financiële drempels. Dat maakt het adviseren over stoppen-met-roken in de huisartspraktijk gemakkelijker en effectiever. Het vergoeden van bewezen werkzame hulp zou een belangrijke stap vooruit zijn.'
Eén op de vijf (20%) rokers die met de huisarts sprak over (stoppen met) roken, werd doorverwezen naar ondersteuning bij stoppen met roken. De meesten kregen het advies om een effectief bewezen therapie te gebruiken, zoals gedragstherapie in combinatie met nicotinevervangers of medicatie. 'Hier is verbetering mogelijk,' aldus Lies van Gennip, directeur STIVORO. 'We weten dat het gebruiken van een bewezen werkzame therapie de slaagkans drie tot vier keer zo groot maakt. Daarmee wordt het effect van de inspanning van de huisarts verder verhoogd. Het is daarom van belang dat de minister het in 2009 genomen besluit om bewezen werkzame stoppen-met-rokenprogramma's te vergoeden, zo snel mogelijk effectueert.'
//
Noot voor de redactie,