Ingezonden persbericht
Den Haag, 25 juni
PERSBERICHT
'Juist nu doorpakken met ontwikkeling van nieuwe, duurzame
biobrandstoffen'
'Nederland moet een belangrijke rol toekennen aan nieuwe, duurzame biobrandstoffen als onderdeel van onze energievoorziening', zo luidde de conclusie van Dorette Corbey, voorzitter van de Commissie Corbey voor Duurzaamheidvraagstukken Biomassa, van het symposium over biobrandstoffen van de Vereniging Nederlandse Petroleumindustrie (VNPI).
Juist nu, ten tijde van bezuinigingen, wil men dat Nederland doorpakt met de duurzame ontwikkeling en toepassing van biomassa en biobrandstoffen. Aanwezigen maakten zich namelijk zorgen over het mogelijk achterop raken in technologische ontwikkelingen en drongen vooral aan op een consistent energiebeleid en harmonisatie van biobrandstofregelgeving in Europa. 'Nederland moet kiezen en niet teveel verschillende ijzers in het vuur willen houden', aldus Herman den Uil, expert biobrandstoffen bij ECN. 'Pas op', waarschuwde Peter Tjan: het is niet de schuld van de EU dat er geen eenduidig beleid is, maar van de landen die een sterke nationale politiek voeren als het gaat om voorzieningszekerheid, waaronder Nederland' aldus Peter Tjan. Hij werd hierin bijgevallen door Lucia Van Geuns van Clingendael (CIEP).
Bernard ter Haar, DG Milieu van VROM, waardeerde het initiatief van VNPI om bijeen te komen en toonde zich tevreden met de conclusies: 'Uw visie op de ontwikkeling van biobrandstoffen - beschouw ik als een ondersteuning van het kabinetsbeleid. Populair samengevat, biobrandstoffen, ja, mits duurzaam...!'
Ton Runneboom, voorzitter Energie Transitie Platform Groene Grondstoffen onderbouwde deze conclusie met zijn stelling dat duurzame biobrandstoffen kunnen bijdragen aan een bio-based economy: 'Economisch gezien kan het de BV Nederland ca. ¤ 1 miljard opleveren. Door in te zetten op grooen gas verkregen uit reststromen vermijden we import van ethanol wat eveneens zo'n ¤ 1 miljard opleverrt. Een win-win situatie dus.'
Betrokkenen zien vooral een rol voor de overheid om via wetgeving verdere ontwikkeling van nieuwe biobrandstoffen te stimuleren. 'Maar', zo waarschuwde Runneboom 'de transportbrandstoffen-markt moet de vrijheid krijgen bij het invullen van een bio-energie doelstelling zonder verdere schotten in wetgeving en markt. De overheid moet geen voorschriften geven welke middelen goed of slecht zijn. De duurzaamheideisen vormen de randvoorwaarden voor de invulling van de doelstelling.'
---