Dollarkoers richting pariteit
25/06/2010 13:20
Horatius Vermogensbeheer
De perikelen in de Europese periferie landen hebben de dollarkoers ongeveer zeventien procent doen opveren sinds begin dit jaar. Hoewel de euro tijdelijk kan herstellen blijft de kans groot dat de Europese eenheidsmunt uiteindelijk toch richting pariteit evolueert. De toekomstige deflatoire druk binnen Europa en zijn satellietlanden (Estland, Letland,-) zal teveel doorwegen op de economische groei waardoor de euro opnieuw zal dalen.
Op kortere termijn, kan de dollar echter wat consolideren vanwege een aantal technische factoren. Ten eerste lijkt de munt technisch overkocht. Ten tweede is het sentiment rond de Euro extreem negatief wat ook in het verleden reeds aanleiding was voor een korte remonte. En bovendien, zo blijkt uit het 'commitment of traders' rapport, hebben de meeste beleggers zich reeds gepositioneerd voor een verdere daling van de Europese eenheidsmunt. Een technische rebound richting 1,30 USD lijkt helemaal niet uitgesloten. Fundamenteel blijft de euro echter een zwakke munt. De politieke, fiscale en monetaire verschillen tussen de deelstaten wegen te zwaar door om de munt voldoende te ondersteunen. De dollar blijft vooral op basis van de theorie van de koopkrachtpariteit ondergewaardeerd. Op langere termijn kan het muntenpaar zelf richting 0,8 evolueren als we de historische cycliciteit van de munt respecteren.
De problemen van de Europese periferie (Griekenland, Spanje, Portugal, Italië,-) vallen niet in één nacht op te lossen. De kans is groot dat één van deze landen zijn schulden herschikt. Een schuldherschikking kan zich vertalen in het omzetten van korte termijnschulden in lange termijn papier of het nemen van een vast percentage verlies op bepaalde aflooptijden. De schuldcrisis in de zogenaamde PIGS-landen heeft veel gelijkenissen met de Aziatische crisis in 1997. Het enige verschil is dat de huidige probleemlanden hun economische problemen niet kunnen oplossen via eenmalige devaluaties (zoals met de Thaise Bath in 97). Als gevolg hiervan dienen deze landen zware deflatoire maatregelen te treffen zoals het inkrimpen van ambtenaarslonen, het beperken van pensioenen, het verlengen van de pensioenleeftijd, het verminderen van overheidsuitgaven en het verhogen van belastingen.
Het terugdringen van de schulden wordt één van de belangrijkste actiepunten voor heel wat Europese landen. De Maastrichtnormen werden de afgelopen twee jaar met de voeten getreden. Heel wat Europese deelstaten hebben inmiddels een schuld die uitstijgt boven de zestig procent van het BBP en een begrotingstekort groter dan de vooropgestelde drie procent. Obligatiebeleggers zullen het verder oplopen van deze schulden bestraffen via een lagere eurokoers. Een goedkopere wisselkoers zal de periferie overigens weinig soelaas bieden. De PIGS landen zijn namelijk hoofdzakelijk gesloten economieën en exporteren zeer weinig buiten de Eurozone. Het ziet er naar uit dat deze landen vooral zullen moeten optornen tegen sterke deflatie die - zoals in een Japans scenario - een aantal jaar kan aanslepen.
Juli wordt opnieuw een gevaarlijke maand voor de Euro. Spanje dient ongeveer vijfentwintig miljard Euro te herfinancieren tijdens deze maand. De bereidheid van de obligatiebeleggers om in te tekenen valt nog bang af te wachten. Er wordt immers ongeveer een vierde van de totale financieringsbehoefte geplaatst in één maand tijd. Indien de markten te nerveus reageren of het aanbod niet kunnen slikken, kan dit opnieuw aanleiding vormen om de Euro lager te sturen.
Voor eventuele hyperlinks en bijlagen:
Zie het origineel