Centrale Raad van Beroep


Betrokkene is geen werknemer in de zin van de WW nu de overeenkomst met Pflex niet strekt tot verrichten van arbeid, maar gericht is op re-integratie

Gedaagde, die een bijstandsuitkering ontving, heeft in het kader van een re-integratieproject van de gemeente met P/flex (een onderdeel van de Randstad-Groep) een arbeidsovereenkomst als bedoeld in art. 7:690 van het BW (uitzendovereenkomst) gesloten voor 20 uur per week met een looptijd van ruim een jaar. In die periode heeft hij zich op locatie van Randstad Rentree uitsluitend gedurende 1 tot 2 uur per week bezig gehouden met het volgen van sollicitatietraining, het zoeken naar vacatures in verschillende bronnen en het schrijven van sollicitatiebrieven. Na afloop van die periode heeft hij een WW-uitkering aangevraagd.

Het Uwv heeft het recht op WW-uitkering ontzegd op de grond dat gedaagde geen verzekeringsplichtige arbeid heeft verricht en derhalve geen werknemer was in de zin van de WW.

De Raad overweegt dat voor de beoordeling of tussen partijen een arbeidsovereenkomst in de zin van artikel 7:610 van het BW of een uitzendovereenkomst in de zin van artikel 7:690 van het BW tot stand is gekomen niet de tekst van de schriftelijke overeenkomst bepalend is. Van belang is hetgeen partijen bij het sluiten van de overeenkomst voor ogen stond en ook de wijze waarop zij feitelijk aan de overeenkomst uitvoering hebben gegeven en aldus daaraan inhoud hebben gegeven. Gelet de taak van de gemeente om bijstandsgerechtigden voorzieningen aan te bieden gericht op arbeidsinschakeling, haar initiërende rol bij de totstandkoming van de overeenkomst tussen gedaagde en P/flex, de uit de WWB voortvloeiende verplichting voor gedaagde om gebruik te maken aan een door de gemeente aangeboden voorziening gericht op arbeidsinschakeling en de omstandigheid dat gedaagde gedurende de looptijd van de overeenkomst uitsluitend de hiervoor genoemde activiteiten heeft verricht, strekt de onderhavige overeenkomst naar het oordeel van de Raad niet tot het verrichten van werk, maar is zij in wezen gericht op het aanbieden van en het deelnemen aan re-integratieactiviteiten met oogmerk de uitstroom van gedaagde naar betaalde arbeid. Het deelnemen aan een sollicitatietraining, het zoeken naar geschikte vacatures en het schrijven van sollicitatiebrieven kunnen niet, zoals gedaagde meent, worden aangemerkt als het verrichten van arbeid. Dat de overeenkomst tussen gedaagde en P/flex gedaagde verplicht tot het uitvoeren van werkzaamheden voor en onder leiding van een van de opdrachtgevers van P/flex of een door deze aan te wijzen derden, doet hieraan niet af. In de context van de overeenkomst zijn dergelijke werkzaamheden - voor zover zij al zullen worden aangeboden - geen doel op zichzelf, maar enkel een middel om de re-integratie van gedaagde in het arbeidsproces te bevorderen.
Zie ook CRvB 23 juni 2010, LJNBM8971.

LJ Nummers

BM9286
BM8971

Zie het origineel
Bron: Centrale Raad van Beroep Datum actualiteit: 25 juni 2010 Naar boven