Provincie Gelderland aansprakelijk voor schade van Vitesse
Den Haag, 25 juni 2010 - De kern van de uitspraak is dat de provincie
Gelderland aansprakelijk is voor de schade die Vitesse en haar
financiers hebben geleden omdat haar gedeputeerden bij Vitesse en haar
financiers het vertrouwen hebben gewekt dat de provincie een grote
financiële bijdrage zou leveren aan de redding van Vitesse door
huurverlaging van het stadion Gelredome voor het seizoen 2001/2002
mogelijk te maken.
Achtergrond
Medio 2001 verkeerde de voetbalclub Vitesse in een acute financiële
noodsituatie. De KNVB dreigde geen licentie betaald voetbal voor het
seizoen 2001/2002 te verlenen als Vitesse niet vóór 1 juli 2001 zijn
financiën op orde had. Als de licentie niet zou worden verleend, zou
dat ook voor het stadion Gelredome, waarin de provincie Gelderland veel
geld had gestoken, verregaande financiële gevolgen kunnen hebben
waardoor een faillissement dreigde. Enkele private financiers van
Vitesse hebben een reddingsplan opgesteld. Op initiatief van de
portefeuillehouder financiën van Gedeputeerde Staten van de provincie
Gelderland zijn crisisbesprekingen gevoerd met onder meer de private
financiers en Vitesse. Daarbij zijn plannen besproken waarin ook de
provincie een financieel aandeel zou nemen. Dat zou bestaan uit een
vermindering van de huur voor het Gelredome, voor het seizoen
2001/2002, met een bedrag van 6 miljoen gulden. De private financiers
hebben uitvoering gegeven aan hun aandeel van de plannen en zeer
aanzienlijke financiële verplichtingen op zich genomen. Voor de
financiële hulpplannen van Gedeputeerde Staten bleek uiteindelijk
onvoldoende politiek draagvlak te bestaan in de Provinciale Staten.
De procedure bij rechtbank en hof
Vitesse en haar financiers hebben schadevergoeding gevorderd van de
provincie omdat de toezeggingen van de gedeputeerden niet waren
nagekomen.
De rechtbank Arnhem heeft op 7 juni 2006 de vorderingen afgewezen (LJN
BE8709).
In hoger beroep heeft het hof Arnhem op 3 juni 2008 (LJN BD6676) de
provincie Gelderland aansprakelijk gehouden voor de schade die Vitesse
en haar financiers hebben geleden.
Volgens het hof heeft de provincie onrechtmatig gehandeld.
De procedure bij de Hoge Raad
De provincie Gelderland (advocaat mr. M.E. Gelpke in Den Haag) heeft
cassatieberoep bij de Hoge Raad ingesteld tegen de uitspraak van het
hof Arnhem.
Vitesse en haar financiers (advocaten mr. R.S. Meijer en mr. B.T.M. van
der Wiel in Den Haag) hebben bepleit dat het cassatieberoep van de
provincie moet worden verworpen.
Op 19 februari 2010 heeft advocaat-generaal mr. J.B.M.M. Wuisman in
zijn conclusie de Hoge Raad geadviseerd het beroep van de provincie te
verwerpen.
De uitspraak van de Hoge Raad
De bezwaren van de provincie Gelderland tegen de uitspraak van het hof
Arnhem gaan volgens de Hoge Raad niet op. De beslissing van het hof
blijft dus in stand. De provincie Gelderland is aansprakelijk voor de
schade die Vitesse en haar financiers hebben geleden als gevolg van het
niet nakomen van de toezeggingen van de gedeputeerden om de
huurverlaging van het stadion Gelredome voor het seizoen 2001/2002 te
realiseren.
De provincie is weliswaar alleen onder bijzondere omstandigheden
aansprakelijk voor gedragingen van de gedeputeerden, maar volgens de
Hoge Raad heeft het hof goed gemotiveerd dat zulke bijzondere
omstandigheden in dit geval aanwezig waren.
De uitspraak van het hof hield het volgende in. De gedeputeerden hebben
Vitesse en haar financiers ertoe bewogen om zeer aanzienlijke
financiële verplichtingen op zich te nemen. De gedeputeerden hebben
het initiatief genomen voor de besprekingen. Zij hebben Vitesse en de
financiers gedetailleerde instructies gegeven over de sanering van
Vitesse en daarbij toegezegd dat ook de provincie zelf een omvangrijke
financiële inspanning zou verrichten om de licentie veilig te stellen.
De gedeputeerden konden begrijpen dat Vitesse en de financiers
aanzienlijke schade zouden lijden als Provinciale Staten daarmee niet
zouden instemmen, maar zij hebben op dit punt geen voorbehoud gemaakt.
De gedeputeerden hebben Vitesse en haar financiers op het verkeerde
been gezet en tegenover hen onrechtmatig gehandeld.
Gevolgen van de uitspraak
De uitspraak van het hof Arnhem blijft in stand. De precieze omvang van
de schade moet in een afzonderlijke procedure worden vastgesteld.
Dit is een samenvatting van de uitspraak van de Hoge Raad van 25 juni
2010.
Bij verschil tussen deze samenvatting en de volledige uitspraak is
laatstgenoemde beslissend.
Op 25 juni is persraadsheer mr. W.A.M. van Schendel van 10.30 â 13.00
uur via onderstaand telefoonnummer bereikbaar voor het geven van een
toelichting.
Den Haag, 25 juni 2010
mw. mr. E. Hartogs, griffier
tel 070-3611236
LJ Nummer
BL5420
Zie het origineel
Bron: Hoge Raad der Nederlanden
Datum actualiteit: 25 juni 2010 Naar boven
Gerechtelijke organisatie