CNV Onderwijs

24 juni 2010

Ledenraadpleging over AOW en pensioen

Categorie: Algemeen nieuws

Stemmen over het pensioenakkoord kan onderaan deze pagina. Let op: stemmen kan tot en met 8 juli!

Sociale partners hebben een onderhandelingsakkoord gesloten over het toekomstbestendig maken van de AOW en het aanvullend pensioen. Aanleiding voor de onderhandelingen waren het versneld stijgen van de levensverwachting en de gebleken kwetsbaarheid van pensioenfondsen voor schokken op de financiële markten (rente, inflatie, rendementen).

Bestuurder Willem Jelle Berg: "Er moet echt iets gebeuren. We worden gemiddeld steeds ouder en die trend lijkt de komende decennia alleen maar door te zetten. Het kan niet anders dan dat dit gevolgen gaat krijgen voor de pensioenregelingen. Met het akkoord nemen we als sociale partners onze verantwoordelijkheid en houden we de regie over onze pensioenen. Het biedt uitzicht op een welvaartsvaste, flexibele en toekomstbestendige AOW. Dat is veel beter dan de krakkemikkige plannen van het oude kabinet en wat er in de verkiezingsprogramma's staat. En het maakt het mogelijk ons unieke aanvullende pensioenstelsel, gebaseerd op collectiviteit en solidariteit, duurzaam in stand te houden."

De kernpunten van het onderhandelingsakkoord:

o De AOW-leeftijd wordt gekoppeld aan de stijging van de levensverwachting vanaf 65 jaar. Een verhoging - met maximaal 1 jaar - wordt 10 jaar van tevoren aangekondigd en vindt om de 5 jaar plaats. De (spil)leeftijd in 2020 wordt nu vastgelegd op 66 jaar. In 2015 wordt de volgende stap in 2025 vastgelegd (vermoedelijk naar 67 jaar).

o De AOW volgt vanaf 2011 de werkelijk verdiende lonen. Dit is aanmerkelijk gunstiger dan de huidige koppeling aan uitsluitend de ontwikkeling van de contractlonen. De hogere, echt welvaartsvaste AOW is vooral gunstig voor de lagere inkomens en ook voor de vele parttimers in het onderwijs.

o De AOW wordt flexibel. Iedereen kan er voor kiezen om de AOW eerder (maar niet voor de leeftijd van 65 jaar) of later dan de spilleeftijd te laten ingaan. Dat betekent wel een (levenslange) korting of verhoging van de AOW-uitkering. Per jaar vervroegen of uitstellen van de AOW bedraagt de korting of verhoging 6,5%.

o Omdat de AOW-bedragen vanaf 2011 door de welvaartsvaste koppeling sneller zullen stijgen, kan ook vanaf 2020 iedereen er voor blijven kiezen de AOW met 65 jaar te laten ingaan. De gekorte, maar welvaartsvaste uitkering zal bij benadering gelijk zijn aan de huidige AOW-uitkering (niet gekort, maar alleen aangepast aan de contractloonstijging). Hierdoor is er ook geen speciale regeling meer nodig voor werknemers in "zware beroepen" en/of die op jonge leeftijd zijn begonnen te werken.

o De premie voor het aanvullende pensioen wordt op het huidige niveau gestabiliseerd. Dat betekent dat verdere stijging van de levensverwachting vanaf 65 jaar niet langer tot premiestijgingen zal leiden. Ook zal een tegenvallende ontwikkeling op de financiële markten niet meer door premieverhoging worden opgevangen. Overigens was het premie-instrument bij een financiële crisis al lang niet meer effectief. De jaarlijkse premiestroom is namelijk zeer beperkt in verhouding tot de enorme omvang van het vermogen en de verplichtingen van de pensioenfondsen. CAO-partijen kunnen er wel voor blijven kiezen om extra arbeidsvoorwaardenruimte in te zetten voor verbetering van de pensioenen.

o Vanaf 2011 worden de (nieuw) op te bouwen aanvullende pensioenrechten voorwaardelijk ten aanzien van de stijgende levensverwachting vanaf 65 jaar. Op de precieze techniek wordt nog gestudeerd. Het komt er op neer dat de richtleeftijd voor het nieuw op te bouwen pensioen in 2011 naar 66 jaar gaat en in 2015 naar 67 jaar. In de verdere toekomst zal, net als bij de AOW en afhankelijk van de ontwikkeling van de levensverwachting, eenmaal per 5 jaar de richtleeftijd worden aangepast. Een jaar langere levensverwachting leidt tot een 6 á 8 maanden hogere richtleeftijd. Een toekomstige verhoging van de richtleeftijd werkt, als het pensioen nog niet is ingegaan, ook terug naar de vanaf 2011 opgebouwde pensioenrechten.

o In 2012 komt er een nieuw, duurzaam houdbaar pensioencontract, dat gebaseerd blijft op collectiviteit en solidariteit. Dit gemoderniseerde contract moet de pensioenambitie in evenwicht brengen met de betaalde pensioenpremie en de feitelijk behaalde rendementen. Het huidige pensioencontract is onvoldoende schokbestendig gebleken en biedt vooral schijnzekerheid als er langdurig niet geïndexeerd kan worden.

o Ook de tot 2011 opgebouwde rechten zullen op enigerlei wijze betrokken moeten worden bij het schokbestendig maken van het pensioencontract. Dit zou bijvoorbeeld via het indexatiebeleid kunnen.

o Sociale partners komen dit najaar met plannen om de arbeidsmarktpositie van oudere werknemers substantieel te verbeteren.

Hoe nu verder?
Eerst leggen de bij de vakcentrales aangesloten bonden het onderhandelingsakkoord nu voor aan hun leden. Als voldoende bonden na raadpleging van hun achterban instemmen met het onderhandelingsakkoord kan dit omgezet worden in een definitief akkoord. Vervolgens moet blijken of het nieuwe kabinet het akkoord wil overnemen (als het om de AOW gaat) en mogelijk wil maken (als het om de aanvullende pensioenen gaat). Pas dan kunnen we verder gaan overleggen over hoe we het akkoord op allerlei punten zullen gaan uitwerken. Heel belangrijk wordt dan in elk geval de discussie welk soort pensioencontract we bij ABP vanaf 2012 willen gaan invoeren, met welke ambitie en met welke (on)zekerheden. CNV Onderwijs zal de leden uiteraard opnieuw raadplegen op de momenten dat er belangrijke beslissingen genomen moeten worden over de uitwerking van dit akkoord.

CNV Onderwijs adviseert u in te stemmen met het onderhandelingsakkoord, omdat:
o het een veel betere, zekerder AOW biedt dan de plannen van het oude kabinet en de verkiezingsprogramma's doen;
o het de fundamenten legt voor het behoud van een goed en toekomstbestendig aanvullend pensioen, dat gebaseerd blijft op collectiviteit en solidariteit.

Klik hier voor de tekst van het volledige pensioenakkoord

Ledenraadpleging bereikte pensioenakkoord

---