CIDI - Centrum Informatie en Documentatie Israël
Antisemitismedebat: Minister zet kamerbrede verontwaardiging niet om in
beleid
vr 25-06-2010
Donderdag debatteerde de Tweede Kamer met minister Ernst Hirsch Ballin
(Justitie) over de scherpe stijging van het aantal antisemitische
incidenten en het plan van het nieuwe kamerlid Ahmed Marcouch om daders
te betrappen met 'lokjoden'. Al bijna tien jaar kunnen Joden die door
hun kleding als zodanig herkenbaar zijn niet meer rustig over straat
lopen: zij worden regelmatig uitgescholden en soms vallen er klappen.
De daders van dit soort incidenten gaan er vrijwel altijd ongestraft
vandoor.
De aanwezige kamerleden waren het eens over de noodzaak hier sterk op
te treden, maar de minister ging hier niet in mee. Hirsch Ballin wil
antisemitisme niet verbijzonderen, zei hij. Op opmerkingen vanuit de
kamer dat er wel maatregelen worden getroffen tegen het pesten van
homo's, in samenwerking met het COC, ging de minister niet in.
In zijn antwoord op eerdere kamervragen stelde Hirsch Ballin dat het
inzetten van lokagenten een van de mogelijkheden is om antisemitisme op
straat te bestrijden. Maar hij stelde dat 'de bestaande middelen
voldoen' voor het opsporen en vervolgen van daders.
De minister erkende dat er geen goed beeld is van het aantal
incidenten. Aan een betere registratie wordt gewerkt, zei hij. Intussen
kan de politie, anders dan in voorgaande jaren, geen informatie leveren
van het aantal aangiftes in 2009.
Ook de nieuw opgezette 'Artikel 1'-bureaus maken, in tegenstelling tot
grote en ervaren antidiscriminatie bureaus in bijvoorbeeld Amsterdam en
de Randstad, principieel geen onderscheid tussen de verschillende
vormen van discriminatie. Ook zij geven geen beeld van de omvang van
het probleem.
De zojuist gepubliceerde cijfers van CIDI laten een scherpe opleving
zien voor 2009 en het eerste halfjaar van 2010 ziet er niet beter uit.
Internationale cijfers, die van het Meldpunt Discriminatie Internet en
die van het Meldpunt Discriminatie Amsterdam tonen precies hetzelfde
beeld. Het (nota bene door de minister aangehaalde) jaarverslag van het
MDA signaleert zelfs: "De grootste stijging van het aantal klachten
deed zich voor bij de grond antisemitisme. Het aantal klachten steeg
van 17 in 2008 naar 41 in 2009."
Het is bekend dat lang niet alle antisemitische incidenten worden
gemeld. Om aangifte te doen moet men naar het politiebureau; dat kost
veel tijd en energie. Hirsch Ballin stelde dat het van belang is dat er
meer aangifte wordt gedaan, ook als het slachtoffer niet kan vertellen
wie hem heeft belaagd.
De minister ontraadde echter de motie van Voordewind (CU) om
antisemitisme als aparte categorie bij aangiften op te nemen en
voorstellen om het doen van aangiftes te vereenvoudigen, bijvoorbeeld
door digitaal aangifte doen mogelijk te maken. Een meerderheid van de
kamer ondersteunde deze motie.
Het eventueel inzetten van 'lokjoden' vindt Hirsch Ballin een
plaatselijke zaak. Het Openbaar Ministerie zou moeten beoordelen of dit
nodig is. Daarbij benadrukte hij dat een dergelijke maatregel
'proportioneel' moet zijn, dwz in verhouding moet staan tot de omvang
van het probleem.
De minister had eerder verklaard dat 'antisemitisme niet stijgt': "Het
aantal incidenten gaat op en neer en hangt samen met spanningen in het
Midden-Oosten". Een motie van de kamerleden Arib (PvdA) en Voordewind
(CU) voor inzet van undercoveragenten is aangehouden.
Bij de stelling dat het aantal incidenten samenhangt met spanningen in
het Midden-Oosten wilde de Kamer zich echter niet neerleggen. Er werd
een kamerbrede motie ingediend die de regering vraagt een plan van
aanpak te maken voor de bestrijding van antisemitisme. Daarin zouden
volgens de SGP zaken als een lik-op-stukbeleid, betere opsporing en
meer aandacht in het onderwijs voor antidiscriminatie een plaats kunnen
krijgen. Deze motie wil de minister wel uitvoeren, maar alweer:
"breed"; voor discriminatie in het algemeen.
Het debat was live te volgen via internet. Vooral de uitspraken van
Hirsch Ballin oogstten commentaar van kijkende twitteraars, die zich
teleurgesteld toonden in zijn opstelling.