NEN
Onderhoud brandslanghaspels
donderdag 24 juni 2010, 15:28
Het onderhoud van brandslanghaspels is een lastige. Deze
veiligheidsvoorziening valt namelijk onder verschillende vormen van
wetgeving en bijbehorende normen.
Eigenaren van leidingwaterinstallaties met kans op
legionellabesmetting, zoals campings, ziekenhuizen, verzorgingshuizen,
hotels en gevangenissen dienen zich te houden aan de wet- en
regelgeving die van toepassing is op het beheer ervan. Dit om
besmetting van de watergebruikers met de legionellabacterie te
voorkomen. Brandslanghaspels kunnen deel uitmaken van zo'n collectieve
leidingwaterinstallatie in een gebouw. Omdat de kranen ervan maar
zelden worden geopend kunnen ze worden beschouwd als 'dode
leidingeinden', zoals die bij installaties in het kader van NEN 1006
moeten worden voorkomen. Daar kan ophoping en vermenigvuldiging van de
bacteriën immers het eerst ontstaan. En bij een voorgeschreven
periodieke thermische desinfectie worden deze plekken niet (goed)
bereikt.
Beveiliging
Daarom dient de aansluiting van de brandslanghaspel aan de installatie
al bij het begin te worden beveiligd met een terugstroombeveiliging.
Deze valt onder het onderhoudsplan dat moet worden opgesteld als
onderdeel van het beheerplan dat voor collectieve
waterleidinginstallaties wordt voorgeschreven vanuit de overheid.
Gebruiksbesluit
Tot zover de Legionellawetgeving. Vanuit het Besluit Brandveilig
Gebruik Gebouwen dient de brandslanghaspel ook nog eens als
brandblusmiddel 'eenmaal per jaar op adequate wijze te worden
gecontroleerd'. En dat moet gebeuren volgens NEN-EN 671-3. Eenmaal per
vijf jaar moet hij volgens die norm worden onderworpen aan een
persproef tot 1200 kPa. De norm geeft aan dat de informatie hierover
mag worden vastgelegd in het logboek van het Legionellebeheerplan.
NEN-EN 671
Deze NEN-EN 671 deel 3 draagt als titel 'Vaste brandblusinstallaties -
Slangsystemen - Deel 3: Onderhoud van slanghaspels met vormvaste slang
en slangsystemen met plat-oprolbare slang'. Hij is het afgelopen jaar
vernieuwd. Wanneer de brandblusinstallatie een afzonderlijke
installatie is, die slecht op één punt is gekoppeld aan de collectieve
leidingwaterinstallatie dus met maar één beveiligingseenheid, dan is
het onderhoudsplan in het kader van de legionellawetgeving snel
gemaakt. En het onderhoudswerk al net zo snel uitgevoerd. Als alle
brandslanghaspels afzonderlijk zijn aangesloten, dan wordt het werk bij
de periodieke controle of inspectie, en het bijhouden van het logboek
hierover, al een stuk meer.
Vakbekwaam
Onderhoud en inspectie dienen zoals gezegd te worden uitgevoerd volgens
de nieuwe NEN-EN 671-3, en wel door wat wordt genoemd 'een vakbekwame
installateur'. Bij voorkeur zijn dat hiervoor gecertificeerde
installateurs. De installatie-eigenaren zijn hiertoe niet direct
verplicht, maar als zij dat wel doen dan hebben ze meer zekerheid te
hebben voldaan aan hun wettelijke (zorg)plicht voor veilig drinkwater
en een brandveilig gebouw.
NEN 1006
Wanneer de leidingwaterinstallatie zelf bij ontwerp en aanleg voldoet
aan de enkele jaren geleden herziene NEN 1006, dan is tevens al het
mogelijke gedaan om legionellabesmetting te voorkomen.
Meer informatie
Voor meer informatie en over dit onderwerp kunt u contact opnemen met
Jacques van den Hoorn, Consultant Gas & Water telefoon (015) 2 690 177
of per e-mail: bouw@nen.nl.
zie ook de volgende gerelateerde onderwerpen:
NEN 1006:2002 nl (Norm) NEN-EN 671-3:2009 en (Norm) NTR 3216:2008 nl
(Norm)