Eerste Kamer neemt motie over Hedwigepolder aan
22 juni 2010
Met uitzondering van de fractie van GroenLinks heeft de Eerste Kamer
dinsdag 22 juni de gewijzigde motie-Meindertsma c.s. aangenomen (EK
LXXXVIII, D) waarin de Kamer uitspreekt dat de rijksprojectenprocedure
onverkort van toepassing dient te zijn bij de realisatie van
natuurherstelmaatregelen in het Westerscheldegebied. Ook spreekt de
Kamer uit dat er geen beroep op de Crisis- en Herstelwet gedaan mag
worden ten gunste van een versnelde procedure. In de motie verzoekt de
Eerste Kamer de regering tenslotte om reeds ingebrachte zienswijzen van
betrokken burgers en instellingen tegen de voorgestelde oplossingen
voor natuurherstel te betrekken bij beleid en uitvoering.
Centraal in de door de regering verdedigde aanpak voor natuurherstel in
het Westerschelde-estuarium staat de ontpoldering van de Hedwigepolder.
Een meerderheid van de Eerste Kamer wil dat de natuurherstelmaatregelen
in het Westerscheldegebied nog eens zorgvuldig worden afgewogen tegen
mogelijke alternatieven. In het debat met de minister werd daarbij
vooral gewezen op de aanleg van een buitendijks natuurgebied, waarbij
de Hedwigepolder zijn huidige functie van landbouwgebied zou kunnen
behouden.
De motie van PvdA-woordvoerder Meindertsma, die mede was ingediend door
Leden van CDA, ChristenUnie, SGP, D66 en Partij voor de Dieren, was een
week eerder door minister Verburg van Landbouw, Natuur en
Voedselkwaliteit (LNV) ontraden. Zij verdedigde in een plenair debat
over het natuurherstel en verdieping van de Westerschelde. Een motie
van Eerste Kamerlid Slager (SP), waarin de ontpoldering van de
Hedwigepolder (EK LXXXVIII, A) zonder meer werd verworpen, kreeg bij de
stemming op 22 juni alleen de steun van VVD, ChristenUnie, SGP en OSF.
Woordvoerder Laurier van GroenLinks verklaarde dat zijn fractie tegen
de motie-Meindertsma ging stemmen omdat er onjuistheden zouden staan in
de overwegingen van de motie.
Geen overstromingsgevaar
De minister van LNV bestrijdt in een brief (EK LXXXVIII, C pdf icoon
) aan de Eerste Kamer naar aanleiding van het plenair debat op 15 juni
dat het overstromingsgevaar in het licht van het advies van de
Deltacommissie onvoldoende aandacht zou hebben gekregen, zoals de motie
Meindertsma stelt. `Deze opvatting is onjuist. De veiligheid is
uitdrukkelijk in alle plannen geborgd', schrijft minister Verburg. Ook
is zij het niet eens met de overweging in de motie dat het buitendijks
alternatief van het waterschap onvoldoende beargumenteerd is afgewezen.
`Het buitendijks alternatief is zorgvuldig onderzocht door het
consortium onder leiding van de Grontmij', schrijft minister Verburg.
Bij het oordeel in de aangenomen motie dat er bij de verdere procedure
rond de ontpoldering van de Hedwigepolder geen beroep op de Crisis- en
herstelwet gedaan dient te worden om versnelling te realiseren, plaatst
minister Verburg een kanttekening. Het Rijksinpassingsplan
Hedwigepolder, gebaseerd op de Wet Ruimtelijke Ordening, valt van
rechtswege onder de Crisis- en herstelwet, schrijft de minister. De in
die wet voorziening versnellingen kunnen daarom niet buiten de
toepassing worden gelaten. `Dit staat echter niet in de weg dat ik
vanzelfsprekend alle partijen, waaronder ook de gemeente Hulst, uiterst
zorgvuldig zal blijven betrekken bij de procedure', aldus minister
Verburg in haar brief.
Senator Janse de Jonge verklaarde namens de CDA-fractie dat de te
elfder ure ontvangen brief van de minister van LNV zijn fractie er niet
van zou weerhouden om voor de motie-Meindertsma te stemmen, ook nu de
Crisis- en herstelwet wel van toepassing blijkt te zijn op de
herinrichting van het Westerscheldegebied.
Eerste Kamer der Staten Generaal