Eurozone Forecast voorspelt grotere kloof tussen noord en zuid
24/06/2010 15:00
Ernst & Young
ERNST & YOUNG EUROZONE FORECAST VOORSPELT GROTERE KLOOF TUSSEN NOORD EN ZUID.
Nederlands voordeel zwakkere euro in gevaar door langdurige kabinetsonderhandelingen
Rotterdam, 24 juni 2010 - De grootste problemen mogen dan van de baan zijn, de crisis in de eurozone is zeker nog niet voorbij. Dat blijkt uit de Eurozone Forecast (EEF) van Ernst & Young, die elk kwartaal wordt gepubliceerd. De EEF heeft zijn vooruitzichten voor de groei van de regio naar beneden bijgesteld tot 0,8 % dit jaar en 1,3 % in 2011. Nederland doet het in verhouding iets beter met een voorspelde BNP-groei van 1,2% voor 2010 en een 2% groei voor volgend jaar. Dankzij de open economie kan Nederland meer profiteren van de aantrekkende wereldhandel en de zwakke euro. Echter, langdurige kabinetsonderhandelingen zouden de plannen om het begrotingstekort terug te dringen in gevaar kunnen brengen. Er bestaat dan ook een risico dat deze prognose een schaduwzijde kent.
De eurozone moet serieus aan de slag met de structurele hervormingen die aan de basis liggen van de enorme uitdagingen waarvoor de regio staat. Anders lopen de eurolanden, en dan vooral de zuidelijke landen, het risico een economisch "verloren decennium" mee te maken, zoals Japan in de jaren '90. Marie Diron, Senior Economic Advisor voor de Ernst & Young Eurozone Forecast, zegt: "Door de schuldencrisis zal de economische groei in de eurozone de komende vijf jaar 1 tot 2,5 % per jaar lager liggen dan in de VS. De gevolgen voor de arbeidsmarkt zijn al even diepgaand. Terwijl de Amerikaanse economie in de periode 2010 - 2014 meer dan 10 miljoen nieuwe banen zal creëren, zal het aantal banen in de eurozone nauwelijks wijzigen." Marnix van Rij, partner bij Ernst & Young vult aan: "De schuldencrisis heeft de eurozone, die al kwetsbaar was, hard getroffen. Europese bedrijven verwachten van hun regering en van de Europese instellingen sterk leiderschap en coördinatie van het beleid. Verder aanmodderen is gewoonweg geen optie als Europa op lange termijn nog een rol wil spelen in de wereldwijde economie."
Nederlandse situatie
Marnix van Rij licht uit het rapport toe: "De groei per kwartaal van het Nederlands BNP zwakte in het eerste kwartaal van 2010 af naar 0,2%, tegenover 0,4% in het vierde kwartaal van 2009. De slechte weersomstandigheden vormden een belemmering voor herstel. Wij verwachten wel dat de kwartaalgroei in het tweede kwartaal weer enigszins stijgt tot 0,5%. Onze economie lijkt een stabielere basis te hebben dan die in veel andere landen binnen de eurozone. De lage staatsschuld doet daarbij vermoeden dat Nederland de 'fiscale broekriem' in de komende jaren minder strak hoeft aan te halen. Uit een analyse door het CPB van de begrotingsplannen van de voornaamste politieke partijen blijkt dat de begroting van de VVD de meest effectieve aanpak biedt voor het begrotingstekort. Deze partij wil het tekort in vijf jaar, tot 2015, terugdringen met 20 miljard euro. De EEF verwacht dat het begrotingstekort in Nederland zal dalen van 6,5% van het BNP dit jaar naar 3% in 2013 door een combinatie van conjuncturele verbetering en politieke ontwikkelingen. Ondanks de overwinning van de op bezuinigingen gerichte VVD, zouden langdurige onderhandelingen de plannen om het begrotingstekort terug te dringen in gevaar kunnen brengen. Er bestaat dan ook een risico dat deze prognose een keerzijde kent."
Verloren decennium voor Zuid-Europa?
In mei kondigden Griekenland, Spanje en Portugal meer drastische plannen aan om hun tekort terug te brengen. Daardoor zal het beeld van een verdeeld Europa, waarop de EEF in zijn forecast van april al wees, wellicht nog sterker worden. Terwijl het bbp in de belangrijkste landen in het noorden van de eurozone (Duitsland, Frankrijk, Nederland en België) naar verwachting met gemiddeld 1,7 % per jaar zal toenemen van 2010 tot 2012, voorspelt de EEF een negatieve groei van - 0,1 % per jaar in dezelfde periode in Zuid-Europa. Daardoor zal het bbp per capita in Griekenland zakken van 89 % van het eurozone-gemiddelde in 2007 naar 83 % in 2012. In Spanje zal het van 93 % van het eurozone-gemiddelde dalen naar 88 %, het niveau van 1998. Marie Diron zegt: "Het zuiden stevent niet af op slechts één of twee slechte jaren maar op een periode van meerdere jaren met zeer lage of zelfs negatieve groei. Hoewel Ierland, dat op economisch gebied regelmatig met de Mediterrane buurlanden wordt vergeleken, zich vanaf 2011 zal herstellen, zal de activiteit in Griekenland, Spanje en Portugal wellicht niet voor 2014 terugkeren naar het niveau van voor de crisis."
Optimisme voor Noord-Europa
Uit de forecast blijkt dat de vooruitzichten voor Noord-Europa om twee belangrijke redenen vrij optimistisch zijn. Ten eerste beschikken landen als Duitsland en Nederland over een sterk concurrentieniveau, nadat de productiviteit jarenlang flink groeide en de lonen gematigd bleven. We zijn dan ook in staat om voordeel te halen uit een sterk wereldwijd herstel. Daarnaast - en niet minder belangrijk - zijn de benodigde fiscale hervormingen in het noorden een haalbare kaart en daardoor kunnen de regeringen besparingen doorvoeren zonder grote weerslag op de groei.
Euro nog zwakker en rente onveranderd tot 2011
De EEF verwacht dat de euro tegen eind volgend jaar zal zakken tot USD 1,05 en pas dan weer licht zal stijgen als de groei in de eurozone toeneemt. In vergelijking met een korf van valuta die representatief zijn voor de handelsstructuur van de eurozone betekent dit dat de euro met ongeveer 20 % in waarde zal afnemen tegenover zijn piekwaarde rond de jaarwisseling. Van Rij licht toe: "De onophoudelijke bezorgdheid over de fiscale duurzaamheid van enkele eurolanden en hun aarzeling om de onderliggende problemen aan te pakken, wegen zwaar op de euro. De euro staat momenteel op minder dan USD 1,20, de laagste waarde sinds begin 2006 en bijna 20 % onder de waarde van begin 2010." Gezien de minder gunstige groeivooruitzichten en de afwezigheid van inflatoire risico's verwacht de EEF dat de ECB de rente niet zal wijzigen tot midden 2011.
Negatieve verwachtingen voor werkloosheid en consumptie
Door de onzekere economische vooruitzichten stellen bedrijven de werving van nieuw personeel uit. Tot 2012 zal het werkloosheidscijfer in de eurozone niet dalen. En, zelfs al daalt het tegen 2014 licht naar 9,4 %, dan nog ligt het 2 % hoger dan in 2007. Het aantal werklozen - momenteel 16 miljoen - zal verder toenemen tot een piek van ongeveer 16,8 miljoen in de eerste helft van volgend jaar.
In combinatie met een verlaging van de uitkeringen en/of belastingverhogingen in veel landen leidt dit tot een slechts gematigde inkomensgroei. Daardoor zal de particuliere consumptie weinig toenemen en blijven hangen op het lage niveau van vorig jaar. Zelfs voor 2011 wordt de consumptiegroei nog altijd geschat op minder dan 1 %, en dan geleidelijk verder tot 1,8 %.
Ook stijging Nederlandse werkloosheid verwacht
Ook al daalde de werkloosheid in Nederland in de eerste drie maanden van 2010 voor het eerst sinds de zomer van 2008 naar 5,6% (vergeleken met 5,8% in maart), toch komt Nederland er niet helemaal zonder kleerscheuren vanaf. Marnix van Rij licht het rapport toe: "Ons land is zeker nog niet uit de gevarenzone. De kans is groot dat deze recente verbetering slechts van tijdelijke aard is. Economische onderzoeken bevestigen dat. Ze wijzen nog steeds op een stijgende werkloosheid, zij het in een trager tempo dan in 2009. Wij voorspellen dat de werkloosheid het gehele jaar blijft stijgen en dat die toename zich doorzet tot medio 2011. Daarbij bereikt het werkloosheidscijfer een piek van 6,6% (5,0% op de geharmoniseerde maatstaf)." Net als in veel andere landen hielden bedrijven in Nederland meer medewerkers in dienst dan op basis van de lagere productie verantwoord zou zijn. Om de winstgevendheid en productieniveaus te herstellen, wachten ondernemingen naar alle waarschijnlijkheid met het aannemen van nieuwe medewerkers totdat de bedrijfsactiviteiten terugkeren naar een wat normaler niveau.
Enorme hervormingen noodzakelijk
Volgens de EEF zijn enorme hervormingen nodig om de vergaande ongelijkheden en structurele zwaktes aan te pakken. Bovendien heeft de schuldencrisis fundamentele problemen blootgelegd in de instellingen van de eurozone. Die vragen om een coördinatie van het beleid zodat een meer duurzame monetaire unie kan worden gerealiseerd.
Marie Diron concludeert: "Hoewel duurzame overheidsbudgetten noodzakelijk zijn, kan de huidige trend om zeer snel besparingen door te voeren, zelfs in landen die geen problemen hebben om hun tekorten weg te werken en hun schulden te herfinancieren, contraproductief werken. De landen moeten, als ze zich dat kunnen veroorloven, hun tekorten geleidelijker terugbrengen om een duurzame groei te bewerkstelligen in de eurozone in het algemeen en in het zuiden in het bijzonder."
http://www.ey.com/eef