Wageningen Universiteit en Researchcentrum
24 jun 2010
Nummer: R
Dieet bepaalt of genen hun werk doen.
Niet iedereen heeft evenveel baat bij gezonde voeding
Studies naar gezonde voeding zouden rekening moeten houden met de
genetische aanleg van de proefpersonen. Dit stelt Edith Feskens,
hoogleraar Voeding en metabool syndroom.
Â
Hoogleraar Feskens aan Wageningen University, onderdeel van Wageningen
UR, en haar team onderzochten bij 3500 mensen de relatie tussen het
cholesterolgehalte in het bloed en drie varianten van het FADS-gen -
een gen betrokken bij het vetmetabolisme. Die relatie kon niet worden
aangetoond indien de proefpersonen weinig omega-3 en -6 vetzuren in hun
dieet hadden. Maar bij een dieet rijk aan die vetzuren bleek er wel
degelijk een verband te bestaan: de proefpersonen met één bepaalde
variant van het FADS-gen bleken baat te hebben bij zoân vetzuurrijk
dieet; zij hadden een verlaagd cholesterol. Mensen met de andere
varianten bleken ongevoelig te zijn voor het cholesterolverlagend
effect van omega-3 en -6 vetzuren. Het dieet bepaalde dus of dit
specifieke gen zijn invloed doet gelden. De resultaten zijn
gepubliceerd in de online-editie van The American Journal of Clinical
Nutrition.
Tegenstrijdig
Het is bekend dat onverzadigde vetzuren zoals omega-3 en -6 vetzuren
gezond zijn
voor hart- en bloedvaten. Deze vetzuren komen onder meer voor in vis en
plantaardige olie en hebben een cholesterolverlagend effect. âToch
lijkt goede voeding niet altijd te werken en zijn onderzoeksresultaten
soms wat tegenstrijdigâ, zegt Feskens. âDit komt waarschijnlijk doordat
onderzoekers nog te weinig rekening houden met de genetische
gevoeligheid van de proefpersonen.â
Kansen
De invloed van het FADS-gen op het cholesterolverlagend effect van
omega-3 en -6 vetzuren betekent niet dat sommige mensen de vis maar
moeten laten staan. âHet is nog te vroeg om voedingsaanbevelingen te
doen, we willen geen fatalisme kwekenâ, zegt Feskens. âSommige mensen
zijn meer gebaat bij goede voeding dan andere, maar je hebt altijd
kansen, ook al zijn je genen misschien niet optimaal.â
In het geval van de varianten in het FADS-gen moeten de resultaten
gerelativeerd
worden, vindt Feskens. âWe hebben heel veel genen die een rol spelen in
het vetmetabolismeâ, legt de hoogleraar uit. âMensen die niet de goede
FADS-variant hebben bezitten mogelijk andere genen die zorgen voor een
cholesterolverlagend effect van onverzadigde vetzuren.â | Hans Wolkers
Bovenstaand bericht is geproduceerd door de redactie van Resource, het
blad voor Wageningen UR (University & Research centre). Meer informatie
bij Pers- en wetenschapsvoorlichting van Wageningen UR, e-mail:
pers.communicatie@wur of bij de redactie van Resource, e-mail:
resource@wur.nl. Zie ook www.resource.wur.nl.
Artikel in American Journal of Clinical Nutrition