GEANNOTEERDE AGENDA TRANSPORTRAAD 24 JUNI 2010
Hieronder vindt u een samenvatting van de onderwerpen van de Transportraad van 24
juni 2010.
De Raad zal formeel het tweede fase luchtvaartakkoord met de VS aannemen en
ondertekenen. Nederland is voorstander van dit akkoord, gezien de grote economische
belangen voor de Nederlandse luchtvaartsector.
De Europese Commissie zal een overzicht geven van de stand van zaken van de
aangekondigde acties naar aanleiding van de sluiting van het Europese luchtruim als
gevolg van de uitbarsting van de Eyjafjallajökull. De Europese Commissie heeft op
27 april 2010 een rapport uitgebracht waarin de gevolgen van de sluiting van het
Europese luchtruim in kaart zijn gebracht en waarin een aantal voorstellen voor
maatregelen op korte termijn en structurele maatregelen wordt gedaan. Over dit
rapport van de Commissie heeft tijdens de extra Transportraad van 4 mei 2010 reeds
een uitgebreide gedachtewisseling plaatsgevonden. Ook zijn tijdens deze
Transportraad Raadsconclusies aangenomen. De Europese Commissie is voortvarend
van start gegaan en heeft een groot deel van de aangekondigde acties in gang gezet.
De Raad zal Raadsconclusies aannemen over het actieplan stedelijke mobiliteit. Eind
2009 heeft de Europese Commissie het actieplan stedelijke mobiliteit uitgebracht. Dit
actieplan bevat twintig maatregelen om lokale, regionale en nationale overheden te
helpen hun doelstellingen inzake duurzame stedelijke mobiliteit te realiseren. In de
Raadsconclusies wordt het actieplan verwelkomd, maar tevens het belang van
subsidiariteit benadrukt. Nederland kan instemmen met de Raadsconclusies.
Tenslotte zal er een debat plaatsvinden over de EU2020-strategie, de opvolger van de
Lissabonstrategie. Centraal zal daarbij de vraag staan op welke wijze transport kan
bijdragen aan het behalen van de doelen van de EU2020-strategie.
1
Luchtvaart
Luchtvaartonderhandelingen EU VS: tweede fase
- Aanname en ondertekening
In 2007 hebben de EU en de VS een akkoord bereikt over de instelling van een
zogenaamde Open Aviation Area (OAA). Deze heeft de bestaande bilaterale
luchtvaartovereenkomsten tussen de individuele lidstaten en de VS vervangen. Tevens
is deze OAA breder dan genoemde bilaterale akkoorden en vormt zij de basis voor
verdere samenwerking tussen de EU en VS op alle terreinen van de luchtvaart.
Tijdens de OAA onderhandelingen kon niet op alle punten, zoals uitbreiding van
investeringsmogelijkheden in luchtvaartmaatschappijen in de VS en transparantie bij
geluidsmaatregelen, overeenstemming bereikt worden. In het akkoord is
overeengekomen om deze punten tijdens een tweede fase uit te onderhandelen. Deze
tweede fase onderhandelingen tussen de EU en de VS zijn in 2008 van start gegaan en
zijn inmiddels afgerond.
Stand van zaken
Tijdens de Transportraad van 24 juni zal het resultaat van de tweede fase
onderhandelingen formeel worden aangenomen en worden ondertekend. Tijdens de
onderhandelingen lag de focus vooral op het bereiken van overeenstemming op de
volgende twee punten:
- een door de EU gewenste uitbreiding van de investeringsmogelijkheden (in
Amerikaanse luchtvaartmaatschappijen);
- een door de VS gewenste verbetering van de transparantie in het geval van
door lidstaten genomen geluidsmaatregelen rondom luchthavens.
Ten aanzien van het eerste punt heeft de EU zich erbij neergelegd dat er nu geen
uitbreiding van de investeringsmogelijkheden in Amerikaanse
luchtvaartmaatschappijen te verwachten is. In het akkoord zijn hierover echter wel
afspraken gemaakt. Indien de VS toch overgaan tot een versoepeling van de
investeringsmogelijkheden, dan zal de EU haar markt verder openstellen voor
Amerikaanse luchtvaartmaatschappijen. Andersom geldt dat de EU vooralsnog niet
tegemoet komt aan de wens van de VS ten aanzien van transparantie van
geluidsmaatregelen. Mocht de EU toch daartoe overgaan, dan zal de VS haar markt
verder openstellen voor Europese luchtvaartmaatschappijen. Ook op andere terreinen
zijn afspraken gemaakt, ondermeer op het gebied van samenwerking ten aanzien van
klimaatverandering en afstemming van concurrentieregels.
Inzet Nederland
Nederland is voorstander van het akkoord, gezien de grote economische belangen
voor de Nederlandse luchtvaartsector. Hoewel Nederland in beginsel voorstander is
van uitbreiding van investeringsmogelijkheden in Amerikaanse
luchtvaartmaatschappijen, was het ontbreken van voortgang op dit gebied voor
Nederland geen breekpunt tijdens de onderhandelingen. Nederland kan tevreden zijn
met het behaalde resultaat.
2
Gevolgen voor Nederland
De eerste fase overeenkomst tussen de EU en VS heeft wereldwijd grote gevolgen
gehad voor het vigerende bilaterale stelsel van luchtvaartverdragen. Het vervoer
tussen twee van de grootste luchtvaartmarkten is geliberaliseerd en heeft
mogelijkheden geboden voor nieuwe business modellen en samenwerking die tot
voorheen niet mogelijk was. Artikel 21 uit de overeenkomst stelde dat de partijen in
een tweede fase overeenstemming moesten bereiken over een aantal openstaande
punten. Mocht hier geen overeenstemming over worden bereikt, dan zou dit kunnen
leiden tot een mogelijke opzegging van de eerder bereikte overeenkomst door één van
beide partijen. Dit zou hebben betekend dat de markttoegang tot de VS voor Europese
luchtvaartmaatschappijen zou worden beperkt, met alle negatieve economische
gevolgen van dien.
Stand van zaken EU acties naar aanleiding van de aswolk
- Presentatie van de Commissie
Naar aanleiding van de sluiting van het Europese luchtruim als gevolg van de
uitbarsting van de Eyjafjallajökull heeft de Europese Commissie op 27 april 2010 een
rapport uitgebracht waarin de gevolgen van de sluiting van het Europese luchtruim in
kaart zijn gebracht en waarin een aantal voorstellen voor maatregelen op korte termijn
en structurele maatregelen wordt gedaan. Maatregelen op korte termijn hebben onder
meer betrekking op de uniforme toepassing van passagiersrechten, tijdelijke
operationele flexibiliteit, toepassing van slotallocatie (om verlies van slots te
voorkomen die luchtvaartmaatschappijen vanwege de luchtruimsluiting niet hebben
kunnen gebruiken) en uitstel van betaling voor de levering van
luchtverkeersleidingsdiensten (en-route charges). Eventuele staatsteun dient te passen
binnen de huidige Europese regels. Structurele maatregelen hebben onder meer
betrekking op de versnelde implementatie van de Single European Sky en het
oprichten van een luchtvaartplatform waarin alle Europese stakeholders bijeen
worden gebracht. Ook zal de Commissie een expertgroep instellen en de huidige
methodologie voor risico-analyse en- beheer evalueren in het bijzonder bij
natuurrampen.
Stand van zaken
Over het rapport van de Commissie heeft tijdens de extra Transportraad van 4 mei
2010 reeds een uitgebreide gedachtewisseling plaatsgevonden. Ook heeft deze
Transportraad Raadsconclusies aangenomen. Tijdens de Transportraad van 24 juni zal
de Commissie aangeven hoe het staat met de aangekondigde EU acties.
De Commissie is voortvarend van start gegaan en heeft een groot gedeelte van de
aangekondigde acties in gang gezet. Voorbeelden hiervan:
EASA (Europees agentschap voor luchtvaartveiligheid) heeft aanbevelingen
gedaan met betrekking tot vliegen in gebieden met verhoogde asconcentraties.
De Commissie is bezig met het moderniseren van de meettechniek van
asdreiging in samenwerking met vulkaanas-adviescentra (VAAC) in Toulouse
en Londen.
3
De implementatie van de Single European Sky wordt versneld, onder meer
door het aanwijzen van een FAB-coördinator en het voor het einde van 2010
benoemen van een European Network manager.
Er is een crisiscel opgericht waarin onder meer DG MOVE, Eurocontrol, de
VAAC en EASA zitting hebben. Deze crisiscel wordt actief bij acute dreiging.
Inzet Nederland
Voor Nederland staat steeds voorop dat goed gekeken moet worden hoe in het vervolg
op Europees niveau met een dergelijke uitzonderlijke situatie wordt omgaan. Er is
behoefte aan duidelijke, geharmoniseerde procedures, waarbij op een meer flexibele
en gecoördineerde wijze gehandeld kan worden.
Voor Nederland is opnieuw het belang aangetoond van een goedwerkend Europees
luchtruim. Centraal hierin staat de implementatie van de Single European Sky, in het
bijzonder door versterking van grensoverschrijdende samenwerking tussen lidstaten in
het beheer van hun luchtruim, zoals binnen FABEC (Functional Airspace Block
Europe Central) wordt beoogd.
Ten aanzien van mogelijke compensatie voor geleden schade is in de Raad van 4 mei
nog eens bevestigd dat de Europese staatssteunregels gerespecteerd moeten worden.
De Commissie heeft toegezegd in de komende Raad nader in te gaan op kosten en
mogelijke compensatiemaatregelen. Ook het opzetten van een Europees fonds of
invoering van een speciale verzekering voor crisissituaties komt daarbij mogelijk aan
de orde. Nederland vindt het belangrijk dat de concurrentieverhoudingen niet worden
verstoord door disproportionele nationale steunmaatregelen. Nederland ziet de
informatie van de Commissie naar de mogelijkheden voor compenserende
maatregelen op EU niveau met belangstelling tegemoet.
Tenslotte hecht Nederland, net zoals de Commissie, aan een goede naleving van de
passagiersrechten. Nederland pleit daarbij voor uniforme toepassing en handhaving
van de regels voor passagiersrechten. Hierbij dient rekening te worden gehouden met
de bijzondere omstandigheden als gevolg van de aswolk. Bij een eventuele herziening
van de huidige regels dienen ook de ervaringen van de afgelopen tijd te worden mee
gewogen.
Gevolgen voor Nederland
De luchtvaartsector heeft grote schade geleden als gevolg van het sluiten van het
luchtruim. Voor Nederland staat steeds voorop dat goed gekeken moet worden hoe in
het vervolg op Europees niveau met een dergelijke uitzonderlijke situatie wordt
omgaan. Er is behoefte aan duidelijke, geharmoniseerde procedures, waarbij op een
meer flexibele en gecoördineerde wijze gehandeld kan worden.
Intermodaal
Actieplan stedelijk mobiliteit
- Raadsconclusies
4
Eind 2009 heeft de Commissie het actieplan stedelijke mobiliteit uitgebracht. Dit
actieplan bevat twintig maatregelen om lokale, regionale en nationale overheden te
helpen hun doelstellingen inzake duurzame stedelijke mobiliteit te realiseren.
Maatregelen liggen onder meer op het terrein van het ondersteunen van regios en
steden met het opstellen van integrale en duurzame mobiliteitsplannen, het verbeteren
van reisinformatie, vrijwillige verbintenissen ter verbetering van passagiersrechten in
stedelijk OV, ondersteunen van onderzoeks- en demonstratieprojecten voor
voertuigen met lage of nulemissies, voortzetting van bewustmakingscampagnes voor
doelgroepen en het optimaliseren van bestaande Europese financieringsbronnen.
Het betreft geen nieuwe wet- of regelgeving. De inzet van het actieplan is om
ervaringen uit te wisselen, instrumenten voor regionale en lokale overheden te
ontwikkelen en middelen beschikbaar te stellen voor onderzoek en pilots
(proeftuinen).
In de Raadsconclusies wordt het actieplan verwelkomd maar wordt tevens het belang
van subsidiariteit benadrukt. Eventuele maatregelen mogen geen afbreuk doen aan de
eigen verantwoordelijkheid die nationale, regionale en lokale overheden hebben op
het gebied van stedelijk vervoer. Stedelijke mobiliteit is immers maatwerk. Wel wordt
onderstreept dat een ambitieuze Europese innovatieagenda kan bijdragen aan
efficiënter, veiliger en schoner vervoer (bijvoorbeeld door de ontwikkeling van
alternatieve brandstoffen en ITS-toepassingen). Ook wordt de Europese Commissie
opgeroepen om met maatregelen te komen op het gebied van bronbeleid.
Stand van zaken
Over het actieplan heeft tijdens de informele Raad op 9 februari 2010 in La Coruna
reeds een gedachtewisseling plaatsgevonden. De uitkomsten van deze
gedachtewisseling vormen de basis van de Raadsconclusies. Over de Raadsconclusies
bestaat overeenstemming.
Inzet Nederland
Nederland kan instemmen met de Raadsconclusies. Duurzame stedelijke mobiliteit is
een belangrijk onderwerp. Voor Nederland is het daarbij wel van belang dat het
subsidiariteitsprincipe scherp in het oog wordt gehouden. Nederland heeft aandacht
gevraagd voor een streng Europees bronbeleid en een ambitieuze agenda voor
innovatie.
Gevolgen voor Nederland
De voorstellen van de Commissie sluiten goed aan bij Nederlands beleid. Zo kunnen
afspraken over technische standaarden eenheid brengen in lokale toepassingen,
bijvoorbeeld op het gebied van intelligente vervoerssystemen en oplaadsystemen voor
elektrische voertuigen. Omgekeerd kan Nederland met kennis en ervaring een
bijdrage leveren, bijvoorbeeld met het fietsbeleid en de ervaringen met het energie-
efficiënt rijden als onderdeel van het rijexamen.
Strategie EU2020
- Debat
5
De EU2020-strategie is de nieuwe lange termijnstrategie van de Europese Unie. Het is
de opvolger van de Lissabonstrategie. Kern van de strategie is dat de komende tien
jaar de EU in het teken moet staan van slimme en duurzame economische groei, waar
alle EU-burgers van kunnen profiteren. Volgens de Commissie maken de grote
uitdagingen zoals vergrijzing, globalisering, klimaatverandering en schaarste aan
grondstoffen een meer effectieve strategie en aansturing noodzakelijk. De Commissie
stelt een samenhangend pakket prioriteiten voor met een aantal "kerninitiatieven" en
kwantitatieve gemeenschappelijke doelen op het gebied van werkgelegenheid,
opleiding, onderzoek, klimaat/energie en armoede.
De EU2020-strategie gaat ook in op de rol van transport bij het bereiken van een
duurzame economie. Het gaat hierbij zowel om het CO2-arm maken van de
vervoersector omwille van klimaat-en energiedoelstellingen, als om het moderniseren
van transportsystemen om het concurrentievermogen te vergroten. Onderdeel hiervan
is het versterken van grensoverschrijdende trajecten en intermodale knooppunten
zoals steden, havens en logistieke platforms.
Stand van zaken
De EU2020-strategie is op 3 maart 2010 uitgebracht door de Commissie en sindsdien
in verschillende Europese Raden besproken. De verwachting is dat de Europese Raad
op 17 juni as. Raadsconclusies zal aannemen over de strategie.
Tijdens de komende Transportraad zal een debat worden gevoerd over de rol van
transport in het realiseren van de EU2020-strategie.
Inzet Nederland
Nederland deelt de visie van de Commissie dat de transportsector zowel de potentie
als de opgave heeft om een beduidende bijdrage te leveren aan zowel de economische
doelen als aan de klimaatdoelen van de strategie. Nederland verwacht dat de
Commissie dit eind 2010 duidelijk uitwerkt in het Witboek Vervoer dat zich ook richt
op de periode tot 2020. Op klimaatgebied verwacht Nederland hierin de aankondiging
van ambitieuze voorstellen voor zowel bronbeleid als stimulering van technologische
innovatie. Ook zal het Witboek zich sterk moeten maken voor verhoogde
doelmatigheid van het vervoer door moderne technologie, slimme logistiek en
robuuste multimodale corridors in het hart van de EU.
Gevolgen voor Nederland
Gegeven de grote politieke aandacht voor EU2020 zal het onderwerp naar
verwachting regelmatig worden geagendeerd op de verschillende Raden. De gevolgen
van de strategie zullen afhangen van de verdere uitwerking in concrete voorstellen.
Diversen
Tenslotte zal de Europese Commissie onder agendapunt ,,diversen mogelijk twee
nieuwe voorstellen presenteren, een rapport over de security scan op luchthavens en
een actieplan over de toepassingen van Galileo. Over beide voorstellen zal verder
geen gedachtewisseling plaatsvinden. Beide voorstellen zijn op moment van schrijven
nog niet beschikbaar.
6
Ministerie van Verkeer en Waterstaat