Ook Belgische koninklijke trein naar Spoorwegmuseum
UTRECHT, 20100622 -- De tentoonstelling `Royal Class, vorstelijk reizen' in Het Spoorwegmuseum krijgt een extra rijtuig uit België. Woensdag 23 juni arriveert naast het Bulgaarse koninklijke rijtuig van koning Boris III ook het salonrijtuig van koning Leopold III van België. Met de komst van deze twee rijtuigen is de tentoonstelling `Royal Class, vorstelijk reizen' compleet, er zijn nu in totaal 12 rijtuigen van verschillende Europese vorstenhuizen te zien. Alle treinen blijven t/m 5 september in Het Spoorwegmuseum te Utrecht.
Het salonrijtuig van koning Leopold III van België
De komst van het Bulgaarse rijtuig van koning Boris III ging vlak voor de start van `Royal Class, vorstelijk reizen' niet door. Het plotselinge ontbreken van het Bulgaarse rijtuig zorgde voor een `gat' in de tentoonstelling. Het Spoorwegmuseum besloot daarom op zoek te gaan naar een vervanger. Omdat er goede contacten waren met het Historisch Patrimonium van de Belgische Spoorwegen -het salon-eetkamerrijtuig van koning Albert I maakt al deel uit van de tentoonstelling- is er een verzoek gedaan voor nog een trein van het Belgisch koningshuis. Vanwege het afgelasten van de festiviteiten rond het 175-jarig bestaan van de Belgische Spoorwegen kwam een bijzonder rijtuig in aanmerking: het salonrijtuig van koning Leopold III uit 1939. Het Spoorwegmuseum en de Belgische Spoorwegen zijn het snel eens geworden over de komst van dit rijtuig.
Deze week werd bekend dat het Bulgaarse rijtuig van koning Boris III alsnog naar Utrecht komt. Zowel het Bulgaarse rijtuig als het rijtuig van koning Leopold III wordt rond 14.00 uur in Het Spoorwegmuseum verwacht.
Informatie salonrijtuig koning Leopold III van België uit 1939
In 1937 reist de Belgische koning Leopold III nog met de houten rijtuigen die tussen 1903 en 1912 voor koning Albert zijn gebouwd. Het salonrijtuig van deze trein maakt deel uit van de tentoonstelling `Royal Class, vorstelijk reizen'. De Belgische regering besluit in de jaren '30 van de vorige eeuw dat het onaanvaardbaar is dat de koning met dergelijk verouderd materieel wordt vervoerd. Er moet dus een nieuwe trein komen. Besloten wordt drie nieuwe rijtuigen te bouwen: een salonrijtuig, een eetplaatsrijtuig en een slaaprijtuig. De rijtuigen worden in de Centrale Werkplaats in Mechelen gebouwd. Ze worden op 1 april 1939 opgeleverd en op 23 mei van dat jaar in dienst gesteld ter gelegenheid van het officieel bezoek van koningin Wilhelmina aan België. In datzelfde jaar wordt het rijtuig nog ingezet "ter gelegenheid van de blije intreding van de Koning te Luik op 25 mei en Bergen op 4 juni". Men overweegt nog een koninklijk bezoek aan Parijs in de lente van 1940 te organiseren, maar het uitbreken van de oorlog verhindert dit. Tijdens de oorlog worden de koninklijke rijtuigen geconfisqueerd door de Duitsers, maar na de oorlog wordt het hofmaterieel onbeschadigd teruggevonden. Het eerste naoorlogse gebruik vindt plaats op 9 oktober 1945, als generaal De Gaulle in Parijs wordt afgehaald om een bezoek aan België te brengen. Na het aftreden van koning Leopold in 1951 is het rijtuig gebruikt door zijn opvolger koning Boudewijn.
Het Spoorwegmuseum