Voortgangsrapportage perceelsregistratie en Gemeenschappelijke Data Inwinning
23 juni 2010 - kamerstuk
Kamerbrief waarin minister Verburg ingaat op de stand van zaken van de
resultaten van de Gemeenschappelijke Data Inwinning, het
perceelsregister en de toezeggingen die zij daarover eerder heeft
gedaan.
Datum 23 juni 2010
Betreft Voortgangsrapportage perceelsregistratie en GDI
Geachte Voorzitter,
Hierbij ontvangt u de voortgangsrapportage over de perceelsregistratie en GDI in
vervolg op mijn brief van 11 mei jl.
In deze brief zal ik ingaan op de stand van zaken van de resultaten van de
Gemeenschappelijke Data Inwinning (GDI), het perceelsregister en de
toezeggingen die ik daarover heb gedaan.
Verwerking van de GDI2010
Zoals ik u reeds eerder heb gemeld, zijn er tot 1 april jl. door 12.000
ondernemers in totaal 82.000 perceelscorrecties doorgegeven. Gegeven de
discussie over de perceelsregistratie had ik rekening gehouden met een zekere
stijging van de correcties. Dit ook tegen de achtergrond van de ervaringen van
voorgaande jaren. In eerdere jaren werden circa 70.000 perceelscorrecties
doorgegeven. Het aantal te ontvangen correcties in 2010 was geschat op
100.000.
Inmiddels ben ik echter geconfronteerd met een explosieve stijging van 82.000
naar 232.000 opmerkingen bij de percelen, een toename van 150.000. Deze
explosieve groei heeft vanzelfsprekend gevolgen voor de uitvoering en de
planning van Dienst Regelingen.
Inmiddels zijn circa 80.000 GDI-opgaven binnengekomen, waarvan 75.000
opgaven perceelsgerelateerd zijn. Het percentage elektronische opgaven dit jaar
(85,2%) is beduidend hoger dan op hetzelfde tijdstip vorig jaar (70,7%).
94,1% van de potentiële GDI-indieners heeft inmiddels zijn of haar opgave
ingediend. Het restant van 5,9% betreft hoofdzakelijk indieners van de landbouwtelling,
dit is conform voorgaande jaren.
Stand van zaken perceelsregister
Voor 1 april jl. zijn zoals gezegd 82.000 correcties doorgegeven aan DR. Inmiddels
zijn hiervan circa 80.000 perceelscorrecties integraal opnieuw ingetekend en
gedigitaliseerd. Op basis van een analyse van deze verwerkte percelen blijkt dat
dit heeft geleid tot een aanpassing in oppervlakte van 1% (circa 1500 hectare).
Verder blijkt dat de inmiddels gecorrigeerde percelen een goede afspiegeling
vormen van de totale populatie. Tevens blijkt dat 50% van de door ondernemers
geplaatste stippen niet leidt tot een aanpassing van de subsidiabele oppervlakte.
De perceelsregistratie wordt door de doorgegeven opmerkingen nauwkeuriger,
maar dit leidt tot op heden niet tot grote aanpassingen in de oppervlakte die voor
subsidie in aanmerking komt.
Bekijken van percelen in het nieuwe perceelsregister en mogelijkheid tot
het verkleinen van de opgegeven oppervlakte
In het AO van 22 april jl. heb ik aangegeven dat alle correcties voor 1 juli zijn
verwerkt en dat de boer tussen 1 en 15 juli de gelegenheid heeft om - indien
nodig - op grond van zijn geactualiseerde perceelsgegevens zijn GDI-opgave in
oppervlakte naar beneden bij te stellen. Daarbij ben ik steeds uitgegaan van de
perceelscorrecties die ik tot dat moment had ontvangen en de verwachtingscijfers
uit voorgaande jaren.
Gezien het onvoorzien explosief hoge aantal opmerkingen dat in de GDI is
doorgegeven, moge het duidelijk zijn dat het voor mijn dienst niet mogelijk is om
alle correcties voor 1 juli a.s. te hebben verwerkt.
Wel zal ik conform mijn toezegging aan de boeren de mogelijkheid blijven geven
om de oppervlakte in hun GDI-opgave naar beneden bij te stellen
Hieronder zet ik het concrete uitvoeringstraject daarvoor uiteen.
Vanaf 1 juli ziet de landbouwer de nieuwe topografische percelen samen met de
door hem opgegeven grenzen van de gewaspercelen via Mijn Dossier. Beide
soorten percelen worden weergegeven met een kaart en met een oppervlakte
(getal). Door de kleur van de belijning kan de landbouwer zien of zijn opmerking
is verwerkt. Ook de opmerking die de landbouwer in de GDI bij een perceel heeft
gemaakt wordt weergegeven. De landbouwer kan daarmee dus op een
eenvoudige wijze zien of de door hem opgegeven gewaspercelen passen op het
nieuwe perceelsregister.
De landbouwer heeft vervolgens de mogelijkheid om op een gebruiksvriendelijke
wijze via internet, de zogenaamde eBOP (bijstelling oppervlakte percelen), de
opgegeven oppervlakte van de Gecombineerde opgave naar beneden aan te
passen indien hij dit noodzakelijk acht. Zo kan een eventuele sanctie worden
voorkomen. De rest van de opgave kan niet meer worden aangepast. De Europese
regelgeving biedt deze mogelijkheid tot het naar beneden bijstellen van de
opgegeven oppervlakte.
Iedere keer wanneer van een groep van landbouwers alle doorgegeven perceelscorrecties
zijn verwerkt, stel ik die landbouwers in de gelegenheid de opgegeven
oppervlakte te verlagen indien zij dat noodzakelijk achten. Vervolgens hebben die
landbouwers twee weken de tijd de opgave neerwaarts bij te stellen. Iedere
landbouwer ontvangt hierover persoonlijk bericht.
De eBOP staat vanaf 1 juli voor iedereen open. Met de beschreven methodiek
krijgt elke landbouwer de gelegenheid zijn aanvraag aan te passen en kan het
uitvoeringsproces zo snel mogelijk worden vervolgd.
De landbouwers die het eerste in de gelegenheid worden gesteld om hun
aanvraag bij te stellen zijn de landbouwers die vóór 1 april een perceelscorrectie
hebben doorgegeven.
Ditzelfde geldt voor de landbouwers die helemaal geen correcties hebben
doorgegeven. Ook deze landbouwers krijgen hierover persoonlijk bericht.
Ik reken op een goede samenwerking tussen de landbouwers en DR voor de
nadere optimalisering van het perceelsregister en het verdere uitvoeringsproces.
Voor een goede kwaliteit van het perceelsregister blijft het van belang dat
landbouwers ook in de toekomst wijzigingen steeds doorgeven aan DR.
Uitvoering van controles ter plaatse
De EU-regelgeving bepaalt dat als een controle ter plaatse is uitgevoerd of is
aangekondigd de landbouwer geen aanpassingen op zijn aanvraag meer mag
doen als bij die controle een afwijking wordt geconstateerd.
Ik heb om maximaal invulling te geven aan de mogelijkheid om de aangevraagde
oppervlakte naar beneden te kunnen bijstellen, de controles meer gespreid over
de komende maanden.
Voor met name het Subsidiestelsel natuur- en landschapsbeheer (SNL) geldt dat
in een aantal gevallen de natuurkalender (het broedseizoen) een controle voor
medio juli noodzakelijk en onontkoombaar maakt.
Communicatie en dienstverlening richting de ondernemers
Om het inzien van percelen en de eventuele bijstelling van de opgave mogelijk te
maken heb ik een nieuwe applicatie (eBOP) gebouwd. Deze applicatie is
toegevoegd aan Mijn Dossier en bevat op diverse onderdelen toelichtende teksten.
De eBOP bevat ook een meetinstrument waarmee de landbouwer kan nameten en
daarmee inzicht krijgt in de eventuele noodzakelijke aanpassing. Hiermee is de
eBOP maximaal gebruiksvriendelijk. Relaties die de bijstelling liever laten doen
door hun adviseur, kunnen gebruik maken van de gemachtigdenvoorziening.
De landbouwers ontvangen individueel een brief thuis als DR voor hen alle
topografische percelen heeft verwerkt. In deze brief staat vermeld wanneer voor
hen de mogelijkheid sluit om de opgave van de GDI aan te passen. Alle relaties
krijgen hiervoor twee weken de tijd.
Het LNV-Loket staat met een maximale bezetting klaar voor de landbouwers. De
extra inzet van mensen en capaciteit bij DR sinds begin dit jaar wordt hiermee
verlengd. Bij grote drukte is het LNV-Loket óók op avonden en zaterdagen
bereikbaar. De medewerkers bieden ondersteuning en beschikken over de
meekijkapplicatie om, desgevraagd, mee te kijken in de percelen van de
landbouwer.
Het wekelijks telefonisch overleg met LTO en VLB wordt weer ingezet. Daarbij
kunnen actuele vragen en aandachtspunten besproken worden. Zo kan snel en
adequaat door DR op deze punten worden ingespeeld. Ook zal DR de helpdesk
van LTO voorzien van de meest gestelde vragen en bijbehorende antwoorden.
DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN
VOEDSELKWALITEIT,
G. Verburg
Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit