Samenvatting uitspraak Hoge Raad over het ongeval in de Amercentrale
Geertruidenberg
In de periode van 10 juli 2003 tot en met 28 september 2003 vond in een
verbrandingsketel van de Amercentrale te Geertruidenberg onderhoud
plaats. Daarvoor is in deze ketel een steiger gebouwd. Op 28 september
2003 is deze steiger ingestort en vonden vijf personen de dood en
raakten drie personen zwaar gewond.
De verdachte in deze zaak heeft de desbetreffende steiger ontworpen.
Hij is op 31 januari 2008 door het gerechtshof `s-Hertogenbosch tot
twaalf maanden gevangenisstraf waarvan de helft voorwaardelijk
veroordeeld, kortgezegd omdat het aan zijn schuld te wijten is dat
personen zijn verongelukt of zwaar lichamelijk letsel hebben opgelopen.
Het hof heeft geoordeeld dat dit het gevolg is van fouten in het
ontwerp van de steiger, meer in het bijzonder vanwege het ontbreken van
zogenaamde diagonalen of schoren in de noordzuidrichting van de steiger
onder de 21-metervloer (zie LJN BC3192).
Tegen deze uitspraak heeft de verdachte cassatie ingesteld bij de Hoge
Raad. De raadslieden van de verdachte in cassatie zijn mr. R. de Bree
en mr. P.M. van Russen Groen, beiden advocaat in Den Haag.
De advocaat-generaal mr. Vellinga heeft op 9 maart 2010 in zijn
conclusie de Hoge Raad geadviseerd de door de verdachte naar voren
gebrachte klachten te verwerpen en de straf te verminderen vanwege de
overschrijding van de redelijke termijn voor behandeling van de zaak.
De uitspraak van de Hoge Raad
De Hoge Raad heeft op 15 juni 2010 de klachten van de verdachte in het
cassatieberoep met een verkorte motivering verworpen (onder toepassing
van artikel 81 van de Wet op de rechterlijke organisatie). De
onredelijk lange duur van de procedure in cassatie brengt mee dat de
straf door de Hoge Raad wordt verminderd.
Gevolg van deze uitspraak
De veroordeling van de verdachte is definitief geworden. De opgelegde
gevangenisstraf is verminderd van twaalf maanden waarvan zes maanden
voorwaardelijk tot elf maanden en drie weken waarvan zes maanden
voorwaardelijk.
Dit is een samenvatting van de uitspraak van de Hoge Raad van 15 juni
2010. Bij verschil tussen deze samenvatting en de volledige uitspraak
is laatstgenoemde beslissend.
Den Haag, 23 juni 2010
mw. mr. E. Hartogs, griffier
tel 070-3611236
LJ Nummer
BL7690
Zie het origineel
Bron: Hoge Raad der Nederlanden
Datum actualiteit: 23 juni 2010 Naar boven
Hoge Raad der Nederlanden