Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Inhoud pagina: Antwoorden op kamervragen over de door het CBS gesignaleerde
stijging van het aantal banen in het Openbaar Bestuur.
22 juni 2010
Tijdens het vragenuur van 30 maart jl. heb ik toegezegd de Kamer te
voorzien van aanvullende informatie in verband met door de leden Van
der Burg en Verdonk gestelde vragen. Het lid Van der Burg heeft mij
gevraagd of het bij de door het CBS gesignaleerde stijging van de
personeelsomvang van het Openbaar Bestuur mogelijkerwijs gaat een om
een verkapte groei van de Rijksdienst, verstopt op een andere plaats.
Het lid Verdonk heeft mij gevraagd in welke mate de groei van het
personeelsbestand van de zorg en het onderwijs samenhangt met
overheadfuncties en in welke mate met uitvoerende functies.
In een eerste reactie op de vraag van het lid Van der Burg, heb ik al
aangegeven dat de door het CBS gesignaleerde stijging betrekking heeft
op een anders gedefinieerde populatie dan de populatie van het
programma Vernieuwing Rijksdienst. Ik heb toegezegd de Kamer nader te
informeren over de door het CBS voor het Openbaar Bestuur gehanteerde
definitie. Op verzoek van mijn ministerie heeft het CBS aangegeven hoe
die definitie luidt. Het CBS rekent naast de Rijksdienst ook de sector
Gemeenten, inclusief de gemeenschappelijke regelingen, de sectoren
Provincies, Waterschappen, Defensie, Politie, Rechterlijke Macht en
Sociale Verzekeringsinstellingen tot het Openbaar Bestuur.
Het CBS heeft voorts aangegeven hoe de stijging verdeeld is over
genoemde sectoren. Daaruit blijkt dat de stijging overwegend buiten de
Rijksdienst tot stand gekomen is.
In de Rijksdienst is de groei van de personeelsomvang beperkt gebleven
tot enkele honderden banen. Voor een precies beeld van de ontwikkeling
van de personeelsomvang van de Rijksdienst, verwijs ik U naar de zesde
voortgangsrapportage vernieuwing Rijksdienst. Deze verschijnt op korte
termijn.
Het onderscheid overheadfuncties, uitvoerende functies dat het lid
Verdonk in haar vraag heeft gemaakt, is niet gemakkelijk aan te
brengen. Sommige functies kennen zowel overheadtaken als uitvoerende
taken. Denk bijvoorbeeld aan een directeur van een school die behalve
een leidinggevende taak ook een onderwijs taak heeft. Ook is niet
altijd helder welke taken als overhead moeten worden gezien en welke
taken als uitvoerend. Ondanks deze onduidelijkheden kan er voor het
onderwijs wel een globaal beeld worden gegeven van de verhouding tussen
de uitvoerende functies en de overheadfuncties en de ontwikkeling
daarvan in de loop van de tijd.
Volgens een opgave van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en
Wetenschappen bedroegen de aandelen overheadfuncties en uitvoerende
functies in het jaar 2009 voor de sectoren primair, voortgezet
onderwijs en in de sector middelbaar beroepsonderwijs gemiddeld bij
benadering respectievelijk 20% en 80%.
Ten opzichte van eerder jaren is er nauwelijks van een verandering in
deze aandelen sprake.
Voor verdere informatie over zorg, verwijs u naar de Minister van
Volksgezondheid, Welzijn en Sport.
De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
drs. A.Th.B. Bijleveld-Schouten