INLIA
Kamervragen over uitzettingen naar Irak (22-06-10)
Azough-thumb
Op 31 mei berichtten wij al dat Amnesty International protest
aantekende bij het Ministerie van Justitie tegen het gedwongen
terugsturen van een groep van 35 afgewezen asielzoekers (op 30 maart)
uit Nederland naar Irak. Bij de uitzetting beschikte Amnesty over
aanwijzingen en getuigenverklaringen dat bij de uitzetting mogelijk
buitensporig geweld is gebruikt door de Nederlandse autoriteiten.
Uit verschillende bronnen heeft VluchtelingenWerk Nederland vernomen
dat na aankomst in Bagdad een deel van de groep door Iraakse
functionarissen is mishandeld en/of gedetineerd. Enkelen zouden zelfs
nog vastzitten en weer anderen zouden genoodzaakt zijn onder te duiken.
Omdat Nederland gehouden is aan het beginsel van non-refoulement (in
het vluchtelingenrecht: verbod een asielzoeker terug te zenden naar het
land waar hij of zij te vrezen heeft voor vervolging) heeft VWN
hierover op 4 juni een brief gestuurd naar de minister van Justitie,
Hirsch Ballin. In de brief vraagt VWN aan de minister om duidelijkheid
te scheppen over de signalen die uit Irak komen om zo te weten te komen
of er op een veilige wijze naar Bagdad teruggekeerd kan worden.
Daarnaast vraagt VWN in de brief om een nieuwe groepsuitzetting - in
dit geval op 9 juni samen met Noorwegen, Zweden, Denemarken en het
Verenigd Koninkrijk - om dezelfde reden op te schorten.
N.a.v. het protest van Amnesty en de brief van VWN heeft het Groen
Links kamerlid Azough op 16 juni kamervragen gesteld aan de minister
van Justitie, waarin ook wordt aangedrongen op uitstel van de
uitzettingen naar Irak zolang er nog geen duidelijkheid is over het lot
van de groep Irakezen, die op 30 maart is uitgezet. Het wachten is op
het antwoord van de minister.
Bericht protest Amnesty International 31 mei
Brief VWN aan de minister van Justitie inzake uitzettingen naar Irak
Kamervragen Azough
Bericht over situatie Irak van Vluchtelingenwerk Vlaanderen